Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zeist

Werktijdenregeling 2005/2

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zeist
Officiële naam regelingWerktijdenregeling 2005/2
CiteertitelWerktijdenregeling 2005/2
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet art. 125; Gemeentewet art. 160; CAR/UWO artt.4:2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2015nieuwe regeling

20-12-2005

Nieuwsbode, pagina Van 't Rond d.d. 20-10-2010

Geen

Tekst van de regeling

Werktijdenregeling 2005/2

Artikel 1  Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Arbeidsduur per jaar: de naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur per week, gecorrigeerd voor feestdagen;

  • b

    Formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens de aanstelling;

  • c

    Deeltijdbetrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar minder dan 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week minder dan 36 uur bedraagt.

  • d

    Arbeidsduur voor deeltijders per jaar: de naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur per week berekend met behulp van de breuk van de arbeidsduur volgens de aanstelling gedeeld door de arbeidsduur bij een volledige betrekking vermenigvuldigd met de arbeidsduur per jaar bij een volledige betrekking

  • e

    Feitelijke arbeidsduur per week: de arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld;

  • f

    Ambtenaar: de ambtenaar, zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, CAR/UWO;

  • g

    het College: het college van Burgemeester en Wethouders

  • h

    Vakantie: het recht van de ambtenaar in elk kalenderjaar op vakantie-uren met behoud van bezoldiging

  • i

    Verlofkaart: kaart waarop de administratie wordt bijgehouden van de vakantie- en compensatie-uren;

  • j

    Compensatie-uren: de uren die per week ontstaan als gevolg van het verschil tussen de formele en feitelijke arbeidsduur;

  • k

    Werkdag: een dag waarop de ambtenaar arbeid moet verrichten;

  • l

    Werktijd: de periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht;

  • m

    Bandbreedte: Het aantal uren waarmee de feitelijke arbeidsduur per week kan fluctueren;

  • n

    Werkrooster: een schematisch overzicht waarop arbeidstijden in een bepaalde periode zijn aangegeven;

  • o

    Bloktijd: de perioden waarbinnen de ambtenaar in principe op een normale werkdag aanwezig dient te zijn ( van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur);

  • p

    Bedrijfstijd: De dagelijkse reguliere bedrijfstijd ligt tussen 07.30 uur en 18.00 uur. Per bedrijfsonderdeel kan dit afwijkend worden geregeld;

  • q

    Pauze: een aaneengesloten periode waarmee de arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken;

  • r

    Overwerk: werkzaamheden door de ambtenaar in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week;

  • s

    Collectieve sluitingsdagen: werkdagen waarop de gemeente collectief is gesloten;

  • t

    Brugdagen: de periode van een of meerdere werkdagen die ligt tussen twee erkende feestdagen of tussen een erkende feestdag en een zaterdag of tussen een zondag en een erkende feestdag.

Artikel 2  Algemeen

Lid 1

De bepalingen opgenomen in hoofdstuk 4 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitwerkingsregeling voor de gemeente Zeist betreffende de arbeidsduur en werktijden, alsmede de bepalingen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit blijven onverminderd van kracht.

Lid 2

Deze regeling is van toepassing op alle medewerkers van de gemeente Zeist.

Artikel 3  Arbeidsduur

Lid 1

De arbeidsduur per jaar bedraagt op grond van artikel 1:1, eerste lid, onder k, CAR/UWO bij een volledige betrekking maximaal 1836 uur.

Lid 2

De feitelijke omvang van de arbeidsduur per jaar, alsmede het aantal compensatieuren worden - afhankelijk van het aantal feestdagen dat op een werkdag valt - elk jaar vastgesteld. Voor parttimers wordt de arbeidsduur per jaar vastgesteld met behulp van de volgende breuk: pt uren/36 x arbeidsduur.

Lid 3

De feitelijke omvang van de arbeidsduur per jaar wordt zonodig met een half uur naar beneden afgerond en het aantal compensatieuren per jaar wordt zonodig eveneens met een half uur naar beneden afgerond.

Artikel 4  Pauzetijden

Lid 1

Ingeval de feitelijke werktijd dagelijks meer dan 5½ uur maar 8 uur of minder bedraagt, wordt een pauze van minimaal 30 minuten in acht genomen.

Lid 2

Bedraagt de feitelijke werktijd dagelijks meer dan 8 uur maar minder dan 10 uur dan wordt een pauze van minimaal 45 minuten in acht genomen, waarvan 30 minuten aaneengesloten.

Lid 3

De pauze wordt gehouden tussen 12.00 uur en 14.00 uur.

Artikel 5  Standaard werktijdenregeling

Lid 1

De arbeidsduur volgens aanstelling bedraagt, bij een volledige betrekking op jaarbasis, gemiddeld 36 uur per week. Dit geldt ook voor de ambtenaar die door het vervullen van meerdere deeltijdbetrekkingen feitelijk een volledige betrekking vervult.

Lid 2

De arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld bedraagt, bij een volledige betrekking op jaarbasis, 40 uur per week en bestaat uit 5 werkdagen van elk 8 uur.

Artikel 5a  Compensatie-uren

Lid 1

Voor het verschil van de in artikel 5 bedoelde arbeidsduur heeft de ambtenaar recht op compensatie-uren.

Lid 2

Van de in het eerste lid bedoelde uren worden door de Gemeentesecretaris namens het College, na overleg met de Ondernemingsraad, per kalenderjaar maximaal 40 uren aangewezen, waardoor op maximaal 5 werkdagen per jaar collectieve sluiting van de dienst kan plaatsvinden.

Lid 3

De resterende compensatie-uren worden op de verlofkaart bijgeschreven. Voor het opnemen van deze compensatie-uren gelden dezelfde regels als voor het opnemen van de gewone verlofuren.

Lid 4

De op jaarbasis toegekende compensatie-uren dienen in het betreffende kalenderjaar naar rato per kwartaal te worden opgenomen. De na afloop van het betreffende kwartaal niet opgenomen compensatie-uren vervallen.

Lid 5

Compensatie-uren vervallen aan het einde van het kalenderjaar waarin deze worden opgebouwd.

Artikel 5b  Compensatie-uren en opbouw tijdens ziekte/buitengewoon verlof

Lid 1

Gehele of gedeeltelijke verhindering wegens ziekte om de betrekking te vervullen schort de opbouw van compensatie-uren op vanaf het moment dat de ziekte een aaneengesloten periode van 5 werkdagen c.q. 40 werkuren heeft geduurd tot het moment waarop de werkzaamheden volledig worden hervat. Een opnieuw ingetreden verhindering tot het geheel of gedeeltelijk vervullen van de betrekking wegens ziekte wordt voor het bepalen van de in dit lid bedoelde periode van 5 dagen als een voortzetting van de vorige verhindering beschouwd, tenzij die verhindering zich voordoet nadat tenminste 2 werkdagen c.q. 16 werkuren zijn verstreken sedert de ambtenaar zijn betrekking volledig heeft hervat.

Lid 2

Gehele of gedeeltelijke afwezigheid wegens buitengewoon verlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg dan wel op grond van de CAR/UWO, langer dan 5 aaneengesloten werkdagen schort de opbouw van compensatie-uren naar rato op vanaf het moment waarop het buitengewoon verlof een aanvang neemt tot het moment waarop de werkzaamheden weer volledig worden hervat.

Lid 3

De ambtenaar die tijdens één of meerdere perioden van collectieve sluiting geheel of gedeeltelijk wegens ziekte zijn werkzaamheden niet kan verrichten, heeft geen aanspraak op vervangende compensatie-uren.

Artikel 5c  Compensatie van gewerkte uren

De ambtenaar, die om redenen van dienstbelang moet werken op dagen/uren waarop collectieve sluiting plaats vindt, heeft recht op compensatie van die dagen/uren in tijd. Hierbij wordt voor één uur arbeid één uur in tijd gecompenseerd.

Artikel 6  Afwijkingen van de standaard werktijdenregeling

Lid 1

Indien het dienstbelang dit vereist, kan het hoofd van de productgroep namens de Gemeentesecretaris na verkregen instemming van de Ondernemingsraad besluiten voor bepaalde functies of categorieën van functies af te wijken van de standaard werktijdenregeling. Dit kan onder andere als de bandbreedte wordt gebruikt. De bandbreedte bedraagt 2 uur bij een formele arbeidsduur per week van 0 tot 12 uur; 4 uur bij een formele arbeidsduur per week van 12 tot 24 uur en 6 uur bij een formele arbeidsduur per week van 24 tot en met 36 uur.

Lid 2

Op verzoek van de ambtenaar kan het hoofd van de productgroep namens de Gemeentesecretaris wanneer het dienstbelang zich daartegen niet verzet, afwijken van de standaard werktijdenregeling.

Lid 3

Wanneer het dienstbelang zich hiertegen verzet en de ambtenaar houdt vast aan zijn verzoek tot afwijking van de standaard werktijdenregeling dan moet de ambtenaar de persoonlijke redenen, die ten grondslag liggen aan het verzoek kenbaar maken. Na afweging van belangen beslist de Gemeentesecretaris.

Lid 4

De in de voorgaande leden bedoelde afwijkingen worden schriftelijk vastgelegd, zo nodig onder vermelding van de gronden.

Lid 5

Bij het bepalen van werktijdenregelingen als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 blijft de aanwijzing van de collectieve sluitingsdagen als bedoeld in artikel 5a, tweede lid onverminderd van kracht.

Artikel 6a  Uitgangspunten afwijkende werktijdenregeling

Lid 1

Voor de afwijkende/aanvullende werktijdenregelingen gelden de navolgende uitgangspunten en toetsingscriteria:

  • -

    Werkroosters worden door het hoofd van de productgroep namens de Gemeentesecretaris, na overleg met de OR, schriftelijk vastgelegd;

  • -

    Handhaving van een verantwoord niveau van interne en externe dienstverlening;

  • -

    Uitvoerbaarheid regeling dient eenvoudig te zijn;

  • -

    De feitelijke arbeidsduur per week bedraagt minimaal 30 en maximaal 42 uur;

  • -

    De regeling mag niet resulteren in een beduidende verhoging van de werkdruk;

  • -

    De regeling moet herkenbare vormen van verlof opleveren;

  • -

    De afwijkende werktijdenregeling geldt voor onbepaalde tijd. Wanneer sprake is van een expliciete weging van individuele en dienstbelangen kan de afwijkende werktijdenregeling voor bepaalde tijd worden overeengekomen;

In overleg met de Ondernemingsraad kan de Gemeentesecretaris aanvullende uitgangspunten en toetsingscriteria stellen.

Lid 2

Mogelijkheden van afwijkende werktijdenregelingen zijn:

  • -

    4 dagen van 8 uur en 1 dag van 4 uur per week;

  • -

    eenmaal per 2 weken 1 (vaste) dag vrij;

  • -

    de zogenoemde spaarvariant;

  • -

    4 dagen van 9 uur per week.

Lid 3

In bijzondere gevallen kan de afdelingsmanager respectievelijk de directeur Service Centrum namens de Gemeentesecretaris, andere afwijkende werktijdenregelingen voor één of meer medewerkers vaststellen.

Lid 4

Een afwijkende werktijdenregeling wordt schriftelijk en in beginsel voor onbepaalde tijd vastgelegd.Hierbij wordt tevens vermeld op welke wijze de uren voor de dagen waarop collectieve sluiting plaats vindt worden gecompenseerd. Mogelijkheden hiervoor zijn:

  • a

    het opnemen van gewoon verlof;

  • b

    de inkoop van extra verlofuren met toepassing van artikel 6:2 van de CAR/UWO;

  • c

    het vooraf op bepaalde dagen extra werken;

  • d

    een combinatie van de onder a, b of c opgenomen mogelijkheden.

Artikel 6b  Overwerk

Lid 1

Overwerk wordt slechts in dienstopdracht verricht. De in dit kader door de ambtenaar met een volledige betrekking te verrichten werkzaamheden worden niet als overwerk aangemerkt indien deze plaatsvinden binnen de reguliere werktijd.

Lid 2

Voor de ambtenaar werkend in deeltijd is sprake van overwerk wanneer de in de vorm van een dienstopdracht te verrichten werkzaamheden vallen buiten de voor hem geldende werktijden.

Lid 3

Het overwerkverlof dient binnen een periode van maximaal 6 weken, te rekenen vanaf de dag dat het overwerk is verricht, te worden opgenomen.

Artikel 7  Prikklokuren

Lid 1

Uitgaande van de door de ambtenaar te volgen vaste werktijden op werkdagen kan de werktijd op een werkdag incidenteel met maximaal één uur worden verlengd dan wel worden verkort.

Lid 2

De in het vorige lid incidenteel geboden mogelijkheid om meer of minder te werken, wordt afzonderlijk op de verlofkaart geadministreerd.

Lid 3

Het saldo van meer of minder gewerkte uren kan nimmer meer dan 10 uren bedragen bij een volledige aanstelling. Bij een formele arbeidsduur van 24 tot 36 uur per week bedraagt het saldo maximaal 6 uren. Bij een formele arbeidsduur van minder dan 24 uur per week bedraagt het saldo van meer of minder gewerkte uren maximaal 4 uren.

Lid 4

Een positief urensaldo kan worden omgezet in variabel verlof, niet zijnde het vakantieverlof, tot een maximum van tien halve dagen per jaar van ten hoogste 3,6 uren voor welke halve dagen de bloktijd niet geldt en de ambtenaar voor het wel gewerkte dagdeel gedurende tenminste de bloktijd aanwezig is.

Lid 5

Aan het eind van het kalenderjaar kan noch een positief, noch een negatief urensaldo resteren en kan een saldo op grond van dit artikel niet worden overgeboekt naar het volgende kalenderjaar.

Lid 6

Indien de ambtenaar dit wenst kan – voor zover aanwezig - gebruik worden gemaakt van de klokkaart hetgeen als een aanvulling wordt aangemerkt op de verplichte registratie op grond van het tweede lid.

Artikel 8  Kort verzuimuren

Lid 1

Kort verzuim, zoals bezoek aan huisarts, tandarts, specialist en dergelijke, dient zoveel mogelijk buiten de bloktijden plaats te vinden.

Lid 2

Indien door kort verzuim de aanvangstijd binnen de bloktijden ligt, wordt de aanvang van de bloktijd als aanvangstijd aangemerkt.Indien door kort verzuim de eindtijd binnen de bloktijd ligt, wordt het einde van de bloktijd als eindtijd aangemerkt.

Artikel 9  Hardheidsclausule

Voor situaties waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, kan de Gemeentesecretaris namens Burgemeester en Wethouders - na verkregen instemming van de Ondernemingsraad - nadere regels stellen.

Artikel 10  Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2009 en kan worden aangehaald als ‘Werktijdenregeling 2005/2’,

Lid 2

De “Werktijden- en verlofregeling 2005” wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkintreding van de Werktijdenregeling 2005/2

Lid 3

De Werktijdenregeling 2005/2 is vastgesteld door het College met de Collegebesluitnummer 09cv.00335 d.d. 23-06-2009.

Lid 4

Bij brief van 9 juni 2009 (met kenmerk 09uit04876) heeft de ondernemingsraad ingestemd met de regeling.

Bijlage 1 Berekening standaard arbeidsduur

Teneinde helderheid te bieden over de relatie tussen de gemiddelde arbeidsduur en het vakantieverlof en compensatieverlof per jaar volgt hier de herleiding van wat de CAR aangeeft en de situatie voor Zeist.: de berekening van standaard arbeidsduur voor 1 fte.

   dagenuren
(gemiddeld) aantal dagen per jaar:  365,25 (x 7,2 uur)2629,80
werkdagen: 5/7 van dit aantal  260,89 (x 7,2 uur)1878,43
       
Af: de feestdagen (CAR art. 4:2:1):      
1.  2e paasdag7,2 uur    
2.  2e pinksterdag7,2 uur    
3.  hemelvaartsdag7,2 uur    
4.  nieuwjaarsdag5/7 x 7,2 uur    
5.  koninginnedag5/7 x 7,2 uur    
6.  1e kerstdag5/7 x 7,2 uur    
7.  2e kerstdag5/7 x 7,2 uur    
 5,9 dagen (x 7,2 uur)  - 42,48
extra in Zeist:Goede Vrijdag  - 7,20
 5 mei (5/7 x 7, 2 uur)  - 5,14
Resultaat    1823,61
Af: standaardverlof: 23 dagen (x 7,2 uur) *)    - 165,60
ARBEIDSDUUR (BASIS)    1658,01

*) De CAR geeft 22 dagen aan (158,4 uur). De onderhandelingen leidden voor Zeist tot een extra verlofdag onder het recht trekken van het verschil in verlof tussen de hogere en lagere schalen en het inwisselen van het zgn. “grijze verlof”: de vrije middag op de verjaardag en op oudejaarsdag en de uren met verlof op Sinterklaas en op 24 december.

Afgerond bedraagt de “standaard arbeidsduur” 1658 uur (dit is na aftrek van 23 dagen vakantieverlof)

CAR

De CAR geeft aan dat de arbeidsduur per jaar 1836 uur bedraagt bij een werkdag van 7,2 uur. Het aantal te werken dagen is in een jaar bedraagt derhalve: 1836 : 7,2 = 255.Het standaard vakantieverlof volgens de CAR bedraagt 22 dagen. In uren is dit 22 dagen x 7,2 uur = 158,4 uur.

ZEIST

Zeist biedt zijn werknemers een vrije dag op Goede vrijdag en op 5 mei. Hiermee rekening houdend wordt de arbeidstijd volgens de maatstaven van de CAR: 1836 uur – 7,2 uur (Goede vrijdag) – 5/7 deel van 7,2 uur (5 mei) = 1823,6 uur.Zeist kent niet een standaard vakantieverlof van 22 maar van 23 dagen: In termen van de CAR dus 23 dagen x 7,2 = 165,6 uur.Aldus komt de basis arbeidsuur op: 1823,6 – 165,6 = 1658 uur.

NB In bovenstaand overzicht is geen rekening gehouden met eventueel leeftijd- en/of diensttijdverlof omdat dit per medewerker verschillend kan zijn.

Bijlage 2 Wijzigingen werktijdenregeling 2005

Artikel 6b, vierde lid

  • 4

    De werkzaamheden welke plaatsvinden binnen één vol uur gelegen tussen het einde van de reguliere werktijd en de aanvang van deze werkzaamheden worden niet als overwerk aangemerkt.

Dit artikel is geschrapt met ingang van 1 januari 2008 met Collegebesluitnummer 07cv.00864.De ondernemingsraad heeft in haar vergadering d.d. 03-12-2007 met deze wijziging ingestemd.

Artikel 5a

Lid 1

De ambtenaar die werkt volgens het patroon van 4 werkdagen van 9 uren per werkweek, heeft formeel geen aanspraak op compensatie-uren.

Lid 2

De ambtenaar die in deeltijd werkt dan wel de ambtenaar die het patroon volgt van 4 werkdagen van 9 uur per werkweek, kan desgewenst op jaarbasis een maximaal aantal uren in de vorm van te compenseren uren op de verlofkaart aanvragen mits wordt aangegeven in welke weken van het kalenderjaar extra zal worden gewerkt teneinde deze uren te vereffenen. Artikel 7, derde tot en met het vijfde lid, van deze regeling dient daarbij in acht te worden genomen. Instemming van de leidinggevende is aan de orde voor de ambtenaar die wisselende roosterdiensten verricht.

Lid 3

Het in het vorige lid bedoeld maximum dat bij wijze van een flexibele inroostering op de verlofkaart kan worden opgevoerd, bedraagt voor een aanstelling met een formele arbeidsduur vanaf 30 tot 36 uur, 148 uur; voor een aanstelling met een formele arbeidsuur dienstverband vanaf 24 tot 30 uur, 112 uur; voor een aanstelling met een formele arbeidsuur dienstverband vanaf 18 tot 24 uur, 76 uur en tot een aanstelling met een formele arbeidsuur dienstverband van 18 uur, 40 uur. Voor de ambtenaar werkzaam volgens de variant van 4 werkdagen van 9 uur per werkweek geldt het maximum van 148 uur.

VERLOFSTUWMEERBEPERKING

  • 1

    Ter voorkoming van het opbouwen van een overmaat aan vakantieverlofuren waarbij de inhoud van het begrip overmaat wordt gedefinieerd als het overschot in uren dat aan het begin van enig kalenderjaar resteert na toepassing van artikel 6:2:6, derde lid, van de CAR/UWO, dient de leidinggevende van de ambtenaar te bewaken dat vorenbedoeld overschot niet ontstaat cq. zal ontstaan.

  • 2

    Indien, door welke omstandigheden dan ook, de ambtenaar niet in staat is of in staat wordt gesteld om te voldoen aan het gestelde in het eerste lid, dient zulks door de leidinggevende tijdig en gemotiveerd aan het hoofd van de productgroep te worden gemeld.

  • 3

    Indien sprake is van te compenseren uren met de verplichting om deze uren in te halen door aanvullend te werken, dienen deze werkuren binnen het kalenderjaar te worden ingepland met maximaal de toepassing van een bandbreedte van 2 maanden voorafgaande of volgend op het kwartaal waarin uren worden onttrokken. Aan het eind van enig jaar dient in elk geval het totaal aantal uren volledig zijn afgebouwd en met aanvullend werk te zijn gecompenseerd.

Ondertekening