Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Cafetariaregeling gemeente Zeist 2015 |
Citeertitel | Cafetariaregeling 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Ambtenarenwet art. 125; Gemeentewet art. 160; CAR/UWO hoofdstuk 4a
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2017 | N.v.t. | 13-01-2015 GVOP nr 8507 d.d. 29 -01-2015 | Geen |
01-07-2009 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 24-11-2009 De Nieuwsbode d.d. 20-10-2010 | Geen |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Fiscale salderingsregeling:In het kader van zakelijke reiskosten is het mogelijk om het verschil tussen de door de werkgever per kilometer verstrekte reiskosten woon werkverkeer en de fiscaal onbelaste mogelijkheid van een vergoeding van € 0,19 per kilometer zakelijke reiskosten onbelast uit te ruilen.
Artikel 2 Deelname aan de regeling
Via het daartoe bestemde formulier kan de medewerker een aanvraag indienen bij de afdeling Organisatieadvies voor deelname aan het keuzemodel arbeidsvoorwaarden.
De medewerker kan voor de aan- en verkoop van verlof jaarlijks eenmaal een aanvraag indienen. Voor deelname aan de overige bronnen van het keuzemodel arbeidsvoorwaarden geldt dat een aanvraag op elk gewenst moment ingediend kan worden, mits aan de overige voorwaarden wordt voldaan.
Het volledig ingevulde en ondertekende formulier ten behoeve van de aan- en verkoop van verlof dient uiterlijk jaarlijks voor 1 november ingediend te zijn bij het hoofd van de afdeling. Na zijn / haar akkoord zendt de leidinggevende het formulier aan de afdeling Organisatieadvies.
Artikel 3 Algemene bepalingen in verband met aanvragen
Indien het keuzemodel arbeidsvoorwaarden wordt ingezet voor aankopen dan mag het alleen worden aangewend voor aankopen bij, dan wel het aangaan van een overeenkomst met, een leverancier/ instituut ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Het gebruik van het persoonsgebonden budget is uitsluitend voorbehouden aan het eigen zakelijk gebruik van de deelnemer van deze regeling.
Aankopen luiden altijd incl. BTW in zoverre BTW in rekening wordt gebracht. Aanvragen dienen zoveel mogelijk eventuele deelbestedingen te combineren; dit in verband met de administratieve verwerking van de budgetbesteding.
Onvolledig ingevulde aanvraagformulieren, dan wel het ontbreken van de juiste bewijsstukken, worden niet in behandeling genomen cq. gehonoreerd.
Door middel van het bij deze regeling gevoegde aanvraagformulier verklaart de medewerker tevens bekend te zijn met deze regeling en de hierbij behorende toelichting en vrijwaart hij of zij de werkgever van eventuele gevolgen voortvloeiend uit een eventuele naheffing - inclusief rente en boete - door de belastingdienst.
De werkgever willigt een verzoek in, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen benoemd in lid 2 zich daar tegen verzetten. Indien er sprake is van afwijzing van een verzoek op grond van de overwegingen opgenomen in lid 2, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd meegedeeld aan de medewerker.
Er is in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang indien toekenning van de aanvraag leidt tot ernstige problemen:
Toepassing van deze regeling dient te geschieden binnen de (fiscale) wet- en regelgeving. Indien de (fiscale) wet- en regelgeving terzake tussentijds wijzigt zal de toepassing van de regeling in overeenstemming met de nieuwe wet- en regelgeving plaatsvinden.
De werkgever bepaalt of een aanvraag in overeenstemming is met de gestelde voorwaarden zoals opgenomen in het vorige lid en in artikel 4 lid 1 van deze regeling alsmede de voorwaarden zoals opgenomen in de bijlagen. Werknemer is in dit verband verplicht alle door de werkgever gewenste informatie of (bewijs)stukken te verstrekken.
Na instemming door de werkgever heeft het ondertekende deelnameformulier het karakter van een aanvulling op het aanstellingsbesluit of arbeidsovereenkomst en wordt toegevoegd aan het persoonsdossier.
Artikel 5 Gevolgen van de keuze
Indien aan de belastingvrije uitbetaling van een doel door de belastingdienst of door de werkgever bijzondere voorwaarden worden verbonden, is de medewerker gehouden aan deze voorwaarden te voldoen en dit desgewenst aan te tonen. Een eventuele naheffing als gevolg van het niet voldoen aan deze voorwaarden, kan voor rekening van de medewerker gebracht worden.
Verlaging van het brutosalaris als gevolg van de inzet als bron kan gevolgen hebben voor de pensioengrondslag, salaris tijdens ziekte of zwangerschap, het bruto salaris sociale verzekeringen, de grondslag voor inkomensafhankelijke voorzieningen en andere loongerelateerde uitkeringen zoals de vakantietoelage. Deze gevolgen zijn voor rekening van de medewerker.
Waar sprake is van inkomensgevolgen en/of gevolgen voor inkomensafhankelijke uitkeringen / subsidies voor de medewerker als gevolg van het voorgaande lid, zal dit niet worden gecompenseerd door de werkgever.
Artikel 6 Persoonsgebonden Budget
Het persoonsgebonden budget is speciaal bedoeld om gebruik te kunnen maken van de cafetariaregeling. Bij deelname aan de cafetariaregeling is inzet van het persoonsgebonden budget dan ook een voorwaarde.
Jaarlijks wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld voor medewerkers met een volledig dienstverband. Medewerkers met een parttime dienstverband hebben recht op een persoonlijk budget naar rato van hun aanstellingsuren.
Bij indiensttreding of beëindiging van het dienstverband gedurende het kalenderjaar vindt herberekening van de hoogte van het persoonlijk budget plaats naar rato van de aanstellingsduur in het betreffende kalenderjaar.
Het persoonsgebonden budget wordt verplicht ingezet voor de fiscale salderingsregeling. Een eventueel restant kan worden aangewend voor de overige doelen.
Het persoonsgebonden budget dient te worden besteed in het kalenderjaar waarin het is toegekend. Een restantsaldo wordt belast uitgekeerd.
Artikel 7 Kopen en verkopen van verlof
De medewerker kan zijn persoonsgebonden budget, vakantiegeld, salaris of eindejaarsuitkering als bron inzetten met als doel het kopen van extra verlof.
Het verkopen van verlof kan als bron ingezet worden met als doel extra salaris. Dit extra salaris wordt fiscaal belast uitbetaald.
Bij het uitruilen van verlofuren tegen salaris en omgekeerd moet voldaan worden aan de artikelen 4a:1 en 4a:2 van de CAR/UWO.
Artikel 8 Uitruilen andere bronnen en doelen
De medewerker kan verzoeken zijn bezoldiging, eindejaarsuitkering, vakantietoeslag, persoonsgebonden budget, overwerktoeslag, levensloopbijdrage werkgever en/of de vergoeding voor de verkoop van vakantie-uren als bron in te zetten voor (een combinatie van) doelen genoemd in bijlage 1.
Het inzetten van salaris en vakantietoeslag als bron is mogelijk, voor zover het salaris niet lager wordt dan het maandbedrag van het minimumloon dat krachtens de artikelen 7, 8 en 14 van de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag cq. krachtens de CAR / UWO geldt.
De voorwaarden / toelichting genoemd in bijlage 2 maken een onlosmakelijk onderdeel uit van deze regeling.
Het verzoek moet voldoen aan de voorschriften en voorwaarden die gesteld worden in de eigen regelingen, de CAR/UWO en de Belastingwetgeving.
Artikel 9 Einde van het recht op deelname
Het recht op deelname aan de cafetariaregeling eindigt bij beëindiging van de dienstbetrekking van de medewerker.
Bij beëindiging van de dienstbetrekking vindt een herberekening plaats van de hoogte van het persoonsgebonden budget. Indien er na de herberekening sprake blijkt te zijn van een overschrijding van het budget, zal verrekening met resterende salarisaanspraken plaatsvinden of zal het resterende bedrag bij de medewerker worden teruggevorderd.
Artikel 10 Onrechtmatig gebruik
Wanneer de medewerker onjuiste gegevens verstrekt en/of onrechtmatig gebruik maakt van deze regeling, worden de kosten die de werkgever maakt met terugwerkende kracht op de medewerker verhaald.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 en kan worden aangehaald als de “Cafetariaregeling gemeente Zeist 2015”.
De Cafetariaregeling gemeente Zeist 2015 is vastgesteld door het College met het Collegebesluitnummer 14cv.00445 d.d. 13 januari 2015.
De Regeling keuzemodel arbeidsvoorwaarden Gemeente Zeist 2007/4 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Cafetariaregeling gemeente Zeist 2015.
In de vergadering d.d. 18 december 2014 is er overeenstemming bereikt over deze regeling met het Georganiseerd Overleg.
Bijlage 1 bij artikel 5 van de Regeling keuzemodel arbeidsvoorwaarden
Bijlage 2 Nadere toelichting en voorwaarden m.b.t. bronnen en doelen van het keuzemodel arbeidsvoorwaarden
De bezoldiging zoals omschreven in artikel 3:1 lid 2 sub c CAR/UWO kan ingezet worden als bron. Het salaris mag niet lager worden dan het maandbedrag dat voor de betreffende medewerker geldt krachtens de artikelen 7, 8 en 14 van de Wet Minimumloon en minimum Vakantiebijslag cq. krachtens de CAR/UWO.
Artikel A.2 Eindejaarsuitkering
Als bron kan de in december uit te keren eindejaarsuitkering, zoals omschreven in artikel 3:6 CAR/UWO worden ingezet.
De in mei uit te betalen vakantietoeslag, zoals bedoeld in artikel 6:3 CAR/UWO kan worden ingezet als bron. De vakantietoeslag mag niet lager worden dan het maandbedrag dat voor de betreffende medewerker geldt krachtens de Wet Minimumloon en minimum Vakantiebijslag cq. krachtens de CAR / UWO.
Artikel A.4 Verkopen van vakantie-uren
Elke medewerker kan op grond van hoofdstuk 4a van de CAR maximaal 72 vakantie-uren kopen of verkopen, voor parttimers geldt dit naar rato. Ingeval van verkoop geldt voor voltijders de bepaling dat na verkoop voor het komende jaar het wettelijk minimaal aantal van 144 vakantie-uren moet resteren. Voor deeltijders en medewerkers die gebruik maken van de seniorenregeling is het minimum: het deeltijdpercentage vermenigvuldigd met die 144 uur.
Bij verkoop –en ook bij aankoop van verlofuren- staat één verlofuur gelijk aan het 1/156e deel van het voltijdsalaris (bruto) behorende bij de salarisschaal en periodiekindeling bij de aanvang van het kalenderjaar. De verrekening zal plaats hebben met de salarisbetaling van de maand februari van enig jaar.
Binnengekomen aanvragen worden in eerste aanleg voor akkoord door de direct leidinggevende ondertekend. Deze behoudt de vrijheid om in tweede instantie op grond van de formatieruimte en de bezetting (bij koop van vakantie-uren) dan wel op grond van het niet voorhanden zijn van voldoende werk (bij verkoop van vakantie-uren) een aanvraag af te wijzen of gedeeltelijk toe te wijzen. Dit is de eerste toets (toets bedrijfsvoering).
De reacties van leidinggevenden worden bij de afdeling Organisatieadvies verwerkt en daarna heeft een financiële toets plaats. Alle aanvragen van alle medewerkers van de Gemeente Zeist worden in geld gewaardeerd en indien mocht blijken dat de uitkomst voor de werkgever nadelige budgettaire gevolgen heeft, dan zal voor de aanvragers voor het verkopen van vakantieverlofuren een gedeeltelijke toewijzing op het aantal aangevraagde uren het resultaat zijn. Dit onder voorbehoud van de afweging dat de afdelingsbudgetten het meerwerken – bij de verkoop van vakantie-uren – rechtvaardigt en dergelijke aanvragen op deze budgetten kunnen worden verantwoord.
Voor (langdurig) zieke medewerkers geldt uiteraard de beperking dat het verkopen van verlofdagen eerst mogelijk is nadat bekend is hoeveel uren nog beschikbaar zijn in verband met de urencorrectie als gevolg van (ziekte)verzuim. Het keuzemodel arbeidsvoorwaarden biedt de mogelijkheid om uren te kopen dan wel op te hogen (artikel 6:2 CAR) waardoor de verplichting van nog in te leveren verlofuren in enig jaar als gevolg van dit verzuim in het lopende jaar, geheel of gedeeltelijk kan worden gecompenseerd.
Artikel A.5 Persoonsgebonden budget
De financiering van deze regeling kan ook plaatsvinden door het jaarlijks vast te stellen persoonsgebonden budget per medewerker (Zie bijlage 3 voor een overzicht van de jaarlijkse PGB bijdrage).Voor deeltijd medewerkers wordt het budget naar rato van de omvang van het dienstverband vastgesteld op basis van een 36-urige werkweek.
De peildatum voor het vaststellen van de omvang van het dienstverband in het kader van deze regeling is het aantal uren dat de medewerker per 1 januari werkt in dienst van de gemeente Zeist. Voor medewerkers die in de loop van het jaar in dienst treden van de gemeente Zeist geldt de in het aanstellingsbesluit vermelde omvang van het dienstverband.
Met de medewerker die gebruik heeft gemaakt van het persoonsgebonden budget én gedurende de looptijd van deze regeling de gemeentelijke dienst verlaat, wordt ten gunste van de werkgever een gedeelte van het budget terugbetaald. Dit deel is gelijk aan het aantal maanden gelegen tussen de eerste dag van de maand van ontslag en 1 januari van het betreffende jaar gedeeld door 12 maanden en wordt berekend over het ter beschikking gestelde budget voor het voorliggende jaar. De uitkomst hiervan wordt verrekend met de laatste salarisbetaling (netto salaris). Indien de laatste salarisbetaling ontoereikend blijkt om de uiteindelijke vereffening te doen plaatsvinden, zal aan de deelnemer een factuur worden verzonden.
Als bron kan de overwerkvergoeding, zoals omschreven in artikelen 3:2 en 3:2:1 CAR-UWO worden ingezet.
Artikel A.7 Levensloopbijdrage werkgever
De door de werkgever uit te betalen levensloopbijdrage, zoals bedoeld in artikel 6a:7 CAR-UWO kan worden ingezet als bron. Hiertoe dient tijdig een verzoek daartoe te zijn ingediend.
Artikel B.1 Voorwaarden voor vergoeding van reiskosten (openbaar vervoer) woon-werkverkeer
Ten behoeve van reiskosten openbaar vervoer geldt:
In het geval de OV-jaarkaart niet beperkt is tot een bepaald traject dient voor het verschil tussen de prijs van de OV-jaarkaart en de prijs van een jaartrajectkaart rekening te worden gehouden met bovenmatigheid in het geval de prijs van een jaartrajectkaart lager is dan de prijs van een OV-jaarkaart. Het bedrag van de bovenmatigheid kan niet worden uitgeruild en dient derhalve in mindering te worden gebracht op de vergoeding van de OV jaarkaart tenzij aannemelijk kan worden gemaakt dat de OV jaarkaart mede dient ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking of voor woon-werkverkeer.
Ten behoeve van reiskosten met eigen vervoermiddel geldt:
Artikel B.2 Voorwaarden voor levensloopArtikel B.2 Voorwaarden voor levensloop
Artikel B.3 Voorwaarden voor vergoeding van cursus of opleiding
Artikel B.4 Voorwaarden voor vergoeding van antirookcursus
Artikel B.5 Voorwaarden voor verstrekking van een fiets in het woon-werkverkeer
Het maximale vrijstellingsbedrag voor de fiets bedraagt € 749,-- (incl. BTW). Dit wil zeggen dat een duurdere fiets kan worden aangeschaft; echter het gedeelte uitstijgend boven de maximale vrijstellingswaarde is voor eigen rekening van de medewerker (fiscaal belast gedeelte). In aanvulling hierop kan een verzekering worden verstrekt. Voornoemde bedragen hebben betrekking op de cataloguswaarde (incl. BTW) waartegen de verstrekking plaats heeft.
Een aanvraag wordt afgewezen indien eerder door de werkgever aan de medewerker een fiets werd verstrekt/vergoed. Deze fiscale beperking geldt voor de duur van drie kalenderjaren, te weten het jaar van aanschaf cq van vergoeding van de fiets geldt als het eerste kalenderjaar en de twee daarop volgende kalenderjaren.
Artikel B.6 Voorwaarden voor vergoeding van vakliteratuur al dan niet in de vorm van abonnementen
Artikel B.7 Voorwaarden voor bijsparen voor pensioen
Artikel B.8 Voorwaarden voor invaliditeitsplan aanvullingsplan
Artikel B.9 Voorwaarden voor premie Algemene nabestaandenwet
Artikel B.10 Voorwaarden voor vergoeding van contributie vakbondslidmaatschap
De vergoeding van contributie kan plaats hebben door de medewerker die vervolgens een kopie nota, op diens naam gesteld, voor declaratie en bewijs van lidmaatschap overlegt aan de werkgever samen met het aanvraagformulier.
Artikel B.11 Voorwaarden voor vergoeding van bedrijfsfitness
Een medewerker kan op grond van het keuzemodel arbeidsvoorwaarden kiezen voor deelname aan bedrijfsfitness. De werkgever heeft Sport City (gevestigd te Zeist) aanwezen als vaste locatie waar deel kan worden genomen aan bedrijfsfitness. Uitsluitend bedrijfsfitness bij Sport City in Zeist komt voor vergoeding in aanmerking.
Bijlage 4 Overzicht anti rookcursussen
Onderstaande cursussen maken deel uit van het Arbo plan van de gemeente Zeist en komen derhalve voor vergoeding in aanmerking in kader van het keuzemodel arbeidsvoorwaarden gemeente Zeist.
Bovenstaande cursussen zijn vastgesteld bij Collegebesluitnummer 31912 d.d. 07-12-2004.