Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling beoordelingsgesprekken 2009 |
Citeertitel | Regeling beoordelingsgesprekken 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Regeling beoordelingsgesprekken 2017.
Ambtenarenwet art. 125; Gemeentewet art. 160; CAR/UWO art. 15:1:15
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2009 | 01-09-2017 | nieuwe regeling | 04-08-2009 De Nieuwsbode d.d. 20-10-2010 | Geen |
Regeling beoordelingsgesprekken 2009
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
ontwikkelingsgesprek:het gesprek waarin de leidinggevende en de medewerker in een open gesprek het functioneren en prestaties van de medewerker evalueren en resultaatgerichte werkafspraken maken over de ontwikkeling en ontplooiing van de medewerker in de toekomst en de (opleidings)faciliteiten die daarvoor nodig zijn.
De doelstelling van de personeelsbeoordeling is het vastleggen van een oordeel over het functioneren van de medewerker gedurende het beoordelingstijdvak.
De beoordeling geschiedt op basis van de functie-eisen, de resultaatgebieden en de competenties en betreft de kwaliteit van het functioneren van de medewerker met in achtneming van eventueel op het functioneren van de medewerker van invloed zijnde in- en externe factoren en de afspraken die in het ontwikkelingsgesprek zijn gemaakt.
De beoordeling wordt in elk geval éénmaal per jaar opgemaakt.De beoordeling wordt verder opgemaakt indien:
Een beoordeling wordt gemaakt over een tijdvak van tenminste zes maanden.
Dit tijdvak strekt zich niet uit over een periode waarover reeds een beoordeling is opgemaakt.
De beoordeling geschiedt aan de hand van het door de gemeentesecretaris vastgestelde formulier beoordelingsgesprek.
De medewerker wordt beoordeeld door de beoordelaar en de eventuele medebeoordelaar.
De gemeentesecretaris wordt beoordeeld door het College.
Bij het opstellen van de voorlopige beoordeling kan de personeelsconsulent worden geraadpleegd.
Indien het functioneren van de te beoordelen medewerker zich voor een belangrijk deel aan de directe waarneming van de beoordelaar(s) heeft onttrokken, kan een informant worden geraadpleegd.
Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd tussen de medewerker en de beoordelaar(s).
Op verzoek van de medewerker en/of de beoordelaar(s) wordt het gesprek bijgewoond door de personeelsconsulent en/of door een door de medewerker aangewezen derde. De aanwezigheid van de personeelsconsulent en/of een derde zal uiterlijk 3 dagen voor aanvang van het gesprek worden gemeld.
De voorlopige beoordeling wordt minimaal één week en maximaal drie weken voor het gesprek aan de medewerker uitgereikt.
Het beoordelingsgesprek vindt plaats aan de hand van de voorlopige beoordeling. Per onderdeel wordt aangegeven welke redenen tot de voorlopige beoordeling hebben geleid.
De voorlopige beoordeling wordt binnen 14 dagen na het beoordelingsgesprek definitief door de beoordelaar(s) opgesteld en ondertekend.
Indien de medewerker kan instemmen met de inhoud van het beoordelingsformulier tekent hij voor akkoord, uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst van de beoordeling Daarmee is de beoordeling definitief vastgesteld.
Indien de medewerker niet kan instemmen met de voorlopige beoordeling, dient de medewerker het beoordelingsformulier binnen 14 dagen na ontvangst voor gezien te tekenen. De medewerker kan zijn zienswijze kenbaar maken aan de gemeentesecretaris binnen 14 dagen na uitreiking van de voorlopige beoordeling.
Naar aanleiding van de zienswijze worden de medewerker en de beoordelaar gehoord door een afdelingsmanager en/of afdelingshoofd van het Service Centrum van een andere afdeling dan waar de medewerker werkzaam is. Deze geeft een advies hierover aan de gemeentesecretaris. Bij een zienswijze van afdelingsmanager, afdelingshoofd van het Service Centrum of directeur, hoort de gemeentesecretaris.
Door de gemeentesecretaris wordt, naar aanleiding van de zienswijze en het advies daarover van de afdelingsmanager en/of afdelingshoofd, de voorlopige beoordeling definitief vastgesteld. Bij een zienswijze van de gemeentesecretaris hoort een lid van het College en stelt het College de voorlopige beoordeling definitief vast.
Op grond van de bepalingen uit de Algemene Wet Bestuursrecht kan binnen 6 weken na verzending of uitreiking van de definitief vastgestelde beoordeling bezwaar worden ingesteld.
Het beoordelingsformulier en alle daarop betrekking hebbende stukken zijn vertrouwelijk.
Het beoordelingsformulier kan alleen worden ingezien door de medewerker, zijn direct leidinggevende en de medewerkers van de afdeling organisatieadvies die uit hoofde van hun functie betrokken zijn bij de totstandkoming van de beoordeling of de (administratieve) afhandeling of (juridische) behandeling van de beoordeling. In bijzondere situaties kunnen ook hogere leidinggevenden van de betrokken medewerker het beoordelingsformulier inzien.
Het originele beoordelingsformulier en alle daarop betrekking hebbende stukken worden bewaard in het persoonsdossier van de medewerker en wordt digitaal opgeslagen in Pims.
In gevallen waarin deze regeling niet, niet voldoende of niet naar redelijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere voorziening.
Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling beoordelingsgesprekken 2009".
De Regeling beoordelingsgesprekken 2009 treedt in werking op 1 september 2009.
De “Regeling beoordelingsgesprekken 2006", zoals vastgesteld op 7 maart 2006 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Regeling beoordelingsgesprekken 2009.
De Regeling beoordelingsgesprekken 2009 is vastgesteld door het College met het Collegebesluitnummer 09cv.00389 op 4 augustus 2009.
Bij brief van 26 mei 2009 (met kenmerk 09uit04457) heeft de ondernemingsraad ingestemd met deze regeling.