Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING REKENKAMERCOMMISSIE DORDRECHT |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie Dordrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2011 | 10-03-2016 | Onbekend | 31-05-2011 Gemeentenieuws, 2011-06-08 | 2011, nr. 621758 |
De raad van de gemeente Dordrecht;
gelezen het voorstel van het Presidium van 21 april 2011, nr. 621758;
overwegende dat de raad op 22 maart 2011 heeft besloten de Rekenkamer per 1 september 2011 te vervangen door een rekenkamerfunctie bestaande uit een commissie van drie leden
De voorzitter en de leden leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de volgende eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot voorzitter/lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als voorzitter/lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”.
Artikel 5 Ontslag en non-activiteit
De raad ontslaat de voorzitter en de overige leden of stelt hen op non-actief:
Artikel 7 Ondersteuning van de rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie wordt ondersteund door ambtenaren, hierna te noemen het onderzoeksbureau, bestaande uit secretariële ondersteuning en onderzoekers, waarbij de formatie niet groter is dan waarmee het presidium heeft ingestemd en het budget niet hoger is dan hetgeen hiervoor in de begroting is opgenomen.
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
De rekenkamercommissie maakt jaarlijks op basis van de informatie genoemd in lid 1 en 2 een overzicht van maximaal 10 onderzoekswaardige onderwerpen en doet voor die onderwerpen een kort oriënterend onderzoek naar het belang en de uitvoerbaarheid en stuurt het overzicht jaarlijks in oktober naar de raad.
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten en jaarverslagen zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. Een verzoek daartoe van het college wordt aan de Wet openbaarheid van bestuur getoetst. Indien de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek tot geheimhouding van het college afwijst, stelt zij de openbaarmaking van het rapport met een week uit, teneinde het college de gelegenheid te geven de noodzaak of wenselijkheid tot het nemen van gerechtelijke stappen te overwegen.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen en in ieder geval het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.
Betrokkenen zijn degenen wier taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt ook wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Het presidium bespreekt deze begroting jaarlijks in april, waarna de (aangepaste) begroting aan het college wordt aangeboden. Het college neemt beleidswijzigingen mee in de Kadernota en verwerkt de gegevens in de begroting. Indien er sprake is van een door het presidium aangepaste begroting, informeert zij de rekenkamercommissie vóór de begroting naar het college wordt gestuurd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 31 mei 2011.
de wnd.griffier, de voorzitter,
M.J.W.T. Hendrickx A.A.M. Brok
Hieronder voor zover nodig een korte toelichting op de artikelen.
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
Hier is de samenstelling van de commissie geregeld.
De voorzitter is één van de drie leden.
De taak van de commissie is rechtstreeks gekoppeld aan hetgeen hierover in artikel 182 van de Gemeentewet staat, te weten onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.
Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt.
Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt.
Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.
Dit artikel regelt de benoeming van de voorzitter en de leden.
De raad heeft uitgesproken dat de commissie voor maximaal 2 tot 3 jaar wordt benoemd. In de verordening is uitgegaan van 4 jaar. Als de regionale samenwerking dan niet tot stand is gekomen, benoemt de gemeenteraad opnieuw een voorzitter en twee leden. Herbenoeming van de zittende
voorzitter en leden is mogelijk.
De rekenkamercommissie regelt de inrichting en de organisatie, met inbegrip van de inhoudelijke aansturing van het onderzoeksbureau.
Om de communicatie goed te laten verlopen is de voorzitter het aanspreekpunt van de rekenkamercommissie.
Om te voorkomen dat alleen een krappe meerderheid van de meerderheid van mening is dat de voorzitter of een lid niet langer geschikt zijn voor het uitoefenen van hun functie, is in dit lid voordeze vorm van ontslag een meerderheidsvereiste van 2/3e van de aanwezige leden opgenomen.
Naast de gebruikelijke redenen voor ontslag en non-activiteit is onder g de mogelijkheid opgenomen om de leden te ontslaan als de raad besluit de rekenkamerfunctie op een andere wijze in te vullen. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als de gewenste regionale samenwerking tot stand komt.
De vergoeding en onkostenvergoeding zijn gekoppeld aan de vergoeding en onkostenvergoeding van de raadsleden. De percentages zijn gelijk aan die voor de voorzitter en het dagelijskbestuur van de Sportraad.
In Dordrecht heeft de Rekenkamer een eigen onderzoeksbureau (secretariële ondersteuning en onderzoekers). Het personeel wordt namens de raad door de griffier benoemd. De zgn. werkgeversdelegatie uit het presidium wordt hierbij door de griffier betrokken.
De griffier maakt werkafspraken met de rekenkamercommissie over de aansturing van het personeel. De inhoudelijke aansturing is een zaak van de rekenkamercommissie. De overige aansturing van de griffier. De ondersteunde en coachende rol van het personeel wordt ondergebracht bij de seniormedewerker (zijn functie wordt hierop voor een beperkt aantal uren aangepast).
De rekenkamercommissie is onafhankelijk. Dit betekent dat zij zelf bepaalt welke onderwerpen worden onderzocht. De betrokkenheid van de raad is geregeld in de mogelijkheid onderwerpen aane van de aanwezige leden opgenomen.
Naast de gebruikelijke redenen voor ontslag en non-activiteit is onder g de mogelijkheid opgenomen om de leden te ontslaan als de raad besluit de rekenkamerfunctie op een andere wijze in te vullen. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als de gewenste regionale samenwerking tot stand komt.
De vergoeding en onkostenvergoeding zijn gekoppeld aan de vergoeding en onkostenvergoeding van de raadsleden. De percentages zijn gelijk aan die voor de voorzitter en het dagelijskbestuur van de Sportraad.
In Dordrecht heeft de Rekenkamer een eigen onderzoeksbureau (secretariële ondersteuning en onderzoekers). Het personeel wordt namens de raad door de griffier benoemd. De zgn. werkgeversdelegatie uit het presidium wordt hierbij door de griffier betrokken.
De griffier maakt werkafspraken met de rekenkamercommissie over de aansturing van het personeel. De inhoudelijke aansturing is een zaak van de rekenkamercommissie. De overige aansturing van de griffier. De ondersteunde en coachende rol van het personeel wordt ondergebracht bij de seniormedewerker (zijn functie wordt hierop voor een beperkt aantal uren aangepast).
De rekenkamercommissie is onafhankelijk. Dit betekent dat zij zelf bepaalt welke onderwerpen worden onderzocht. De betrokkenheid van de raad is geregeld in de mogelijkheid onderwerpen aan te dragen en zich via de Adviescommissie te mogen uitspreken over hun voorkeur voor de uit te
voeren onderzoeken. Ook het college en de inwoners kunnen onderwerpen aandragen.
Hier wordt de werkwijze beschreven.
Om de raad zicht te laten houden op de budgetten is hierin meegenomen dat de rekenkamercommissie in het jaarverslag aangeeft hoe de budgetten zijn besteed.
De griffier neemt hierbij het gedeelte voor het onderzoeksbureau voor zijn rekening.
Om te kunnen functioneren moet de rekenkamercommissie over een budget beschikken. Dit is hier geregeld, waarbij er een koppeling wordt gemaakt tussen de beschikbare budgetten en de te leveren prestaties.
Op het ogenblik wordt er samengewerkt met de rekenkamercommissies van Alblasserdam en Drimmelen. In dit artikel is geregeld op welke wijze het onderzoeksbureau ingezet kan worden voor het verrichten van werkzaamheden voor andere gemeenten. De griffier maakt voor de inzet van het personeel voor andere gemeenten afspraken met de rekenkamercommissies van de betreffende gemeenten.