Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Algemene Subsidieverordening voor professionele instellingen 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening voor professionele instellingen 2003
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening voor professionele instellingen 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene Subsidieverordening voor professionele instellingen 2003

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200301-01-2014Nieuwe regeling

18-12-2002

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidieverordening voor professionele instellingen 2003

DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,

 

Overwegende, dat het in het belang van de gemeente is om op eenduidige wijze om te gaan met subsidie-ontvangers die het gemeentebestuur subsidieert;

 

Gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende

 

Algemene subsidieverordening voor professionele instellingen2003

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

Accountantsverklaring: een verklaring omtrent een onderzoek van een accountant naar de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de verstrekte informatie en de gedeclareerde subsidie. Deze verklaring strekt zich niet alleen uit tot de rechtmatigheid, maar ook tot een doelmatige en doeltreffende besteding van het toegekende subsidie.

 

Activiteit: de activiteit die door de instelling kan worden uitgevoerd en door het gemeentebestuur kan worden gesubsidieerd. Zo mogelijk worden de activiteiten als prestaties in meetbare (telbare) termen gedefinieerd.

 

Activiteitenplan: een plan dat een overzicht geeft van door de rechtspersoon voorgenomen activiteiten, zo mogelijk vertaald naar meetbare prestaties en beoogde effecten, alsmede de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid. Burgemeester en wethouders kunnen beleidsregels vaststellen met betrekking tot de inhoud van een activiteitenplan. De planverplichting geldt alleen voor de instellingen die door burgemeester en wethouders zijn aangewezen.

 

Awb: Algemene wet bestuursrecht.

 

Gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten.

 

Investeringssubsidie: een subsidie in de kosten van aankoop, nieuwbouw, uitbreiding of verbouwing van een accommodatie en/of de inrichting van die accommodatie.

 

Professionele instelling: de rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van zo’n rechtspersoon, die zich tot doel stelt zonder winstoogmerk één of meer activiteiten te verrichten ten behoeve van de bevolking van Gemert-Bakel en die als zodanig door het gemeentebestuur is erkend.

 

Projectevaluatie: inhoudelijke en financiële rapportage van de uitgevoerde activiteiten in relatie tot de inhoud van het projectplan op basis waarvan subsidie is verleend.

 

Projectplan: een plan met een omschrijving van de doelstelling van het voorgestelde project, de aard en inhoud van de activiteiten en de beoogde resultaten, de tijdsduur en –planning van het project alsmede het daarvoor benodigde budget.

 

Projectsubsidie: een subsidie welke betrekking heeft op een samenhangend geheel van activiteiten, welke gedurende een bepaalde tijdsperiode worden uitgevoerd teneinde een nader omschreven specifiek doel te bereiken.

 

Reserves: het totale eigen vermogen waarover de rechtspersoon kan beschikken. Met betrekking tot reserves en voorzieningen worden in het overleg tussen het gemeentebestuur en de instelling nadere afspraken gemaakt. Burgemeester en wethouders kunnen ter zake beleidsregels vaststellen.

 

Subsidie: de aanspraak op financiële middelen die door het gemeentebestuur worden verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, zijnde een instelling, groep van natuurlijke personen of een natuurlijke persoon, anders dan als betaling voor aan het gemeentebestuur geleverde goederen of diensten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de jaarlijks verstrekte reguliere subsidies enerzijds en anderzijds de bijzondere vormen van subsidie zoals geregeld in hoofdstuk 6, namelijk, de projectsubsidie en de investeringssubsidie.

 

Subsidiecontract: de overeenkomst die door de instelling en het gemeentebestuur kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking. Daarin worden in elk geval aangegeven: de looptijd van het subsidie, de maximale hoogte van het subsidiebedrag, de te verrichten activiteiten, de doelgroep met betrekking tot de te leveren activiteiten en de wijze waarop de activiteiten en de besteding van de subsidiegelden verantwoord moeten worden.

 

Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaalde post van de begroting van de gemeente Gemert-Bakel.

 

Subsidievaststelling: een schriftelijk besluit op grond waarvan een instelling een definitief recht op subsidie verkrijgt. De vaststelling vindt als regel plaats na uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, op basis van de door de instelling verstrekte inhoudelijke en financiële rapportage.

Subsidieverlening: een schriftelijk besluit op grond waarvan een instelling een voorwaardelijk recht op subsidie verkrijgt. Het besluit omvat een omschrijving van de te verrichten activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend, de maximale hoogte van de subsidie en de eventuele bijzondere subsidievoorwaarden.

Artikel 2 Reikwijdte verordening en bevoegdheden

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op alle subsidies die door het gemeentebestuur van de gemeente Gemert-Bakel worden verstrekt aan erkende professionele instellingen op het terrein van welzijn.

  • 2.

    De bepalingen van deze verordening zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op aanvragen voor subsidies op andere beleidsterreinen dan welzijn, voor zover voor die subsidieaanvragen geen afzonderlijke verordening geldt en de aanvraag wordt ingediend door een professionele instelling.

  • 3.

    De besluiten betreffende de verlening en vaststelling van subsidie, alsmede de wijziging of intrekking daarvan, worden genomen door de gemeenteraad, behoudens wanneer daarvan wordt afgeweken, zoals bij de toepassing van hoofdstuk 6 voor de aldaar genoemde bijzondere vormen van subsidiëring.

  • 4.

    De gemeenteraad maakt van zijn bevoegdheid pas gebruik nadat met de instellingen overleg is gepleegd zoals bedoeld in artikel 8, behalve wanneer het handelt om een bijzondere vorm van subsidiëring zoals bedoeld in hoofdstuk 6.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot verlening en vaststelling van subsidie, alsmede tot wijziging of intrekking van genomen besluiten, indien:

    • a.

      de Algemene subsidieverordening dit bepaalt;

    • b.

      het college daartoe bij de vaststelling of de herziening van de gemeentebegroting dan wel anderszins krachtens delegatie of mandaat bevoegd is verklaard;

    • c.

      de toegekende subsidie een bedrag van € 10.000,00 niet te boven gaat.

  • 6.

    Het college van burgemeester en wethouders is eveneens bevoegd ter zake van het verlenen van voorschotten, de betaling van voorschotten en subsidiebedragen, betaling van subsidiebedragen in gedeelten, opschorting van de verplichting tot betaling van voorschotten of subsidiebedragen, terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten en subsidiebedragen en alle overige ter zake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen.

  • 7.

    Het gemeentebestuur verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift, tenzij het een subsidie betreft:

    • a.

      in afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogste een jaar;

    • b.

      in incidentele gevallen, mits de subsidie voor ten hoogste vier jaar wordt verstrekt.

  • 8.

    Bij wettelijk voorschrift of beleidsregel kan worden bepaald:

    • a.

      voor welke activiteit(en) subsidie mogelijk is;

    • b.

      welke verplichtingen aan de subsidieverstrekking te verbinden zijn;

    • c.

      welke overige criteria voor verstrekking van belang zijn.

Artikel 3 Democratisering en toegankelijkheid

  • 1.

    De instelling dient op zodanige wijze georganiseerd te zijn, dat de voor haar werkzame personeelsleden en vrijwilligers, alsmede degenen ten behoeve van wie zij activiteiten organiseert, in de gelegenheid zijn invloed uit te oefenen op het beleid van de instelling.

  • 2.

    Van de instelling wordt verwacht dat zij in haar personeelsbeleid bijzondere aandacht besteedt aan de kansen van vrouwen, leden van etnische minderheidsgroepen en gehandicapten.

  • 3.

    Indien activiteiten uitgevoerd worden in een accommodatie, wordt van de instelling verwacht dat deze accommodatie mede bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor lichamelijk gehandicapten.

  • 4.

    Behoudens voorzover er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit, dienen de activiteiten van de instelling open te staan voor alle groeperingen zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter zake nadere regels stellen.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    De gemeenteraad stelt jaarlijks, in het kader van de begrotingsbehandeling, het subsidieplafond vast, onderverdeeld in subsidies voor algemeen welzijnsbeleid, specifiek welzijnsbeleid en ontwikkelingsbeleid. Het jaarlijkse budget voor de professionele instellingen komt ten laste van het budget voor algemeen welzijnsbeleid. Het plafond wordt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het beschikbaar is bekend gemaakt.

    • 2.

      -

  • 2.

    Voorzover bij wettelijk voorschrift niet is voorzien in de verdeling van de beschikbare gelden kan het gemeentebestuur omtrent die verdeling beleidsregels vaststellen.

     

    Het gemeentebestuur houdt daarbij onder meer rekening met:

    • a.

      de te verachten effectiviteit van de subsidie

    • b.

      het tijdstip waarop de subsidie uiterlijk moet worden aangevraagd.

     

Hoofdstuk 2 Behandeling subsidieaanvraag

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie moet worden ingediend vóór 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar ten behoeve waarvan subsidie wordt gevraagd, tenzij bij wettelijk voorschrift of beleidsregels anders is bepaald.

  • 2.

    Bij indiening van de in het eerste lid bedoelde aanvraag dienen in ieder geval overgelegd te worden:

    • a.

      het activiteitenplan;

    • b.

      een gespecificeerde opgave van het bedrag dat de instelling denkt nodig te hebben voor het uitvoeren van de in het activiteitenplan opgenomen activiteiten (begroting):

    • c.

      een plan, waarin aangegeven wordt welke reserves en voorzieningen volgens de instelling nodig zijn, voor welke doeleinden deze moeten dienen en tot welk bedrag zij deze wenst te vormen;

    • d.

      de balans van het voorafgaande jaar met een toelichting daarop.

  • 3.

    Voorzover de aanvrager voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen modellen of richtlijnen vaststellen voor de stukken, zoals bedoeld in het tweede lid. Burgemeester en wethouders kunnen ter zake beleidsregels vaststellen.

  • 5.

    Bij een eerste subsidieaanvraag legt de instelling tevens over:

    • a.

      een afschrift van de statuten van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de organisatievorm en van de doelstelling;

    • c.

      een opgave van de bestuurssamenstelling.

  • 6.

    Een wijziging van de statuten wordt ter kennisneming gebracht van burgemeester en wethouders.

  • 7.

    Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend, kan het gemeentebestuur besluiten deze buiten behandeling te laten. Voorafgaande aan het besluit wordt de aanvrager daarover gehoord.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd, als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente Gemert-Bakel of niet aanwijsbaar ten goede komen aan inwoners van de gemeente Gemert-Bakel;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • d.

      de subsidieverstrekking niet past binnen het op het betreffende beleidsterrein gevoerde beleid, dan wel de betreffende activiteiten in dat kader onvoldoende prioriteit hebben;

    • e.

      de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden;

  • 2.

    De subsidie die op een wettelijk voorschrift berust wordt voorts geweigerd, als het verstrekken van het gevraagde subsidie tot gevolg heeft dat het subsidieplafond wordt overschreden.

Artikel 7 Voorschriften, begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Het gemeentebestuur kan aan een beschikking tot subsidieverlening voorschriften verbinden.

  • 2.

    De voorschriften kunnen onder meer verplichtingen bevatten met betrekking tot de verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3.

    Een subsidie kan worden verleend onder de voorwaarde dat de aanvrager meewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening, het subsidiecontract.

  • 4.

    Voorzover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan het voorbehoud worden gemaakt, dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

  • 5.

    Het voorbehoud vervalt, indien het gemeentebestuur niet binnen vier weken na vaststelling of goedkeuring van de begroting op het voorbehoud een beroep heeft gedaan.

Artikel 8 Overleg

  • 1.

    Burgemeester en wethouders treden met de instelling in overleg, om tot overeenstemming te komen omtrent de van de instelling te verlangen activiteiten, de te leveren prestaties, de beoogde effecten en de overige subsidievoorwaarden zoals bedoeld in artikel 14.

  • 2.

    Leidt dit overleg tot overeenstemming, dan stellen burgemeester en wethouders de gemeenteraad voor te besluiten tot subsidiëring overeenkomstig hetgeen met de instelling overeen is gekomen.

  • 3.

    Leidt dit overleg niet tot overeenstemming, dan maken burgemeester en wethouders in het voorstel aan de gemeenteraad in ieder geval melding van de afwijkende opvatting van de instelling en geven zij gemotiveerd aan waarom zij die opvatting niet delen.

Hoofdstuk 3 Subsidieverlening

Artikel 9 Beschikking tot het verlenen van subsidie

  • 1.

    De beschikking op de subsidieaanvraag wordt uiterlijk op 15 november van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar genomen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken het besluit inzake het al dan niet toekennen van subsidie uiterlijk binnen vier weken nadat het is genomen aan de instelling bekend.

  • 3.

    In de in het eerste lid bedoelde beschikking wordt aangegeven:

    • a.

      voor welke activiteiten subsidie wordt verleend, met - indien nodig - de vermelding dat de omschrijving van de activiteiten later kan worden uitgewerkt in een subsidiecontract;

    • b.

      het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 4.

    Als de subsidie wordt verleend in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen, wordt in de beschikking tot subsidieverlening het tijdvak vermeld waarvoor de subsidie wordt verleend.

  • 5.

    Indien subsidie wordt verleend door de gemeenteraad en over de met de subsidie of een deel daarvan te leveren prestaties nog geen overleg zoals bedoeld in artikel 8 heeft plaatsgevonden, vindt alsnog overleg plaats.

Artikel 10 Meerjarige subsidie

  • 1.

    Het gemeentebestuur kan voor een langere periode dan een jaar subsidie verlenen.

  • 2.

    Indien van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, wordt bij beleidsregel aangegeven op welk bedrag de instelling voor ieder jaar recht heeft dan wel op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt.

  • 3.

    Indien het subsidie voor twee of meer kalenderjaren wordt verleend, wordt aan de subsidie de verplichting verbonden tot het periodiek aan het bestuursorgaan verstrekken van de gegevens die voor de vaststelling van het subsidie van belang zijn.

  • 4.

    De beschikking tot subsidieverlening vermeldt welke gegevens de subsidieontvanger krachtens het derde lid moet verstrekken, alsmede op welke tijdstippen de gegevens moeten worden verstrekt.

  • 5.

    Indien een meerjarige subsidie is verleend, behoudt het gemeentebestuur de bevoegdheid om tot een tussentijdse vermindering van het subsidie over te gaan onder gelijktijdige aanpassing van de verlangde prestaties. Van deze bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt, indien de budgettaire positie van de gemeente daar dringend aanleiding toe geeft.

Artikel 11 Subsidiecontract

Ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening kan door het gemeentebestuur een subsidiecontract worden gesloten. In het contract wordt in ieder geval zo concreet mogelijk aangegeven welke prestaties de instelling met het ter beschikking gestelde subsidie moet verrichten, alsmede welke effecten daarmee beoogd worden, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet.

Artikel 12 Uitbetaling

  • 1.

    Het gemeentebestuur geeft in de subsidiebeschikking aan op welke wijze tot uitbetaling van het subsidie zal worden overgegaan.

  • 2.

    Tot uitbetaling van een verleende subsidie wordt niet overgegaan dan nadat de instelling schriftelijk heeft aangegeven met de gestelde voorwaarden in te stemmen.

  • 3.

    Het in het tweede lid gestelde lijdt tot uitzondering, indien door de instelling tegen de subsidiebeschikking bezwaar wordt gemaakt. Alsdan kunnen burgemeester en wethouders toch tot gehele of gedeeltelijke uitbetaling overgaan, niettegenstaande het feit dat de instelling nog niet schriftelijk zoals bedoeld in het tweede lid heeft aangegeven in te stemmen, zolang nog niet onherroepelijk op het bezwaar is beslist.

  • 4.

    Het subsidie kan in gedeelten worden betaald.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger voorschotten verlenen. Bij de subsidievaststelling worden betaalde voorschotten verrekend met het bedrag van de subsidie.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de instelling

Artikel 13 Prestaties

De instelling is gehouden de prestaties te leveren zoals deze zijn opgenomen in de voor akkoord verklaarde subsidievoorwaarden en/of zijn neergelegd in het subsidiecontract zoals bedoeld in artikel 11.

Artikel 14 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Uiterlijk op 1 augustus van het subsidiejaar brengt de instelling verslag uit omtrent de voortgang van haar activiteiten in de eerste zes maanden van het jaar en geeft zij een prognose voor de tweede zes maanden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aangeven in welke vorm deze rapportage dient plaats te vinden.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet:

    • a.

      indien een subsidie is toegekend van minder dan € 10.000,00;

    • b.

      indien omtrent de wijze en het tijdstip van rapporteren andere voorwaarden zijn gesteld;

    • c.

      in de gevallen die burgemeester en wethouders bepalen.

Artikel 15 Financiële en inhoudelijke rapportage

  • 1.

    Artikel 4:76 van de Awb is van toepassing op het financiële verslag.

  • 2.

    De financiële en inhoudelijke rapportage dient uiterlijk op 1 april van het jaar volgend op het subsidiejaar te worden ingediend, conform daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde richtlijnen.

  • 3.

    Indien de instelling personeel in dienst heeft, wordt tevens aandacht besteed aan de mate waarin door de instelling een doelgroepgericht personeelsbeleid is gevoerd, als bedoeld in artikel 3.

Artikel 16 Accountantsverklaring

  • 1.

    Indien de jaarlijks in zijn totaliteit aan de instelling toegekende subsidie de grens van € 50.000,00 overschrijdt, dient het in artikel 15 genoemde financieel verslag voorzien te zijn van een getrouwheidsverklaring van een daartoe wettelijk bevoegd accountant.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ten aanzien van de in lid 1 bedoelde verklaring nadere regels stellen.

Artikel 17 Controle

  • 1.

    Bij het onderzoek, bedoeld in artikel 4:78 Awb, onderzoekt de accountant tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen en in het bijzonder de daadwerkelijke verrichting van de opgegeven prestaties.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd controle uit te oefenen op de getrouwheid van de in artikel 15 bedoelde rapportages.

  • 3.

    De administratie van de instelling dient zodanig ingericht te zijn, dat deze controle op eenvoudige wijze mogelijk is.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kan één of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van verplichtingen die de ontvanger van het subsidie zijn opgelegd.

  • 5.

    De instelling is verplicht de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren inzage te geven in haar boeken en andere zakelijke bescheiden en deze desgewenst te verstrekken en toegang te verlenen tot haar gebouwen voorzover de in het tweede lid genoemde controle dat vereist.

Artikel 18. Toestemmingsvereiste.

  • 1.

    De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college van burgemeester en wethouders voor de handelingen, bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, van de Awb.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van de bedoelde toestemming voorwaarden verbinden.

Hoofdstuk 5 Wijziging, intrekking en terugvordering

Artikel 19 Wijziging, intrekking

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:48 en 4:50 Awb kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, het gemeentebestuur de subsidieverlening ten nadele van de instelling wijzigen c.q. intrekken indien:

    • a.

      de instelling aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorwaarden, niet of slechts in gebrekkige mate voldoet;

    • b.

      de instelling onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • c.

      de subsidietoekenning anderszins onjuist was en de instelling dit wist of behoorde te weten;

    • d.

      er sprake is van opheffing, faillissement of surseance van betaling van de instelling;

    • e.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

  • 2.

    Alvorens het gemeentebestuur een besluit als bedoeld in het eerste lid neemt, treden burgemeester en wethouders in overleg met de instelling.

  • 3.

    De wijziging of intrekking werkt terug tot en met het tijdstip waarop het subsidie is verleend, tenzij bij de wijziging of intrekking anders is bepaald.

  • 4.

    Van het voornemen tot opheffing, faillissement of surseance van betaling van de instelling, dient de instelling onverwijld schriftelijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Het gemeentebestuur kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen op de in artikel 4:49 Awb vermelde gronden.

Artikel 20 Afrekening, terugvordering.

  • 1.

    De definitieve subsidievaststelling geschiedt door het bestuursorgaan dat de subsidie heeft verleend.

  • 2.

    Het gemeentebestuur kan besluiten over te gaan tot terugvordering van reeds betaalde subsidie, ook na de periode waarvoor deze is verleend, indien zich een van de in artikel 19 genoemde omstandigheden voordoet. Alsdan is de instelling verplicht het teruggevorderde subsidie onverwijld terug te betalen.

  • 3.

    Alvorens het gemeentebestuur een besluit neemt als bedoeld in het tweede lid, treden burgemeester en wethouders in overleg met de instelling.

Hoofdstuk 6 Bijzondere vormen van subsidie

Artikel 21 Inleidende bepalingen

  • 1.

    Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt verleend per boekjaar, voor een bepaald aantal boekjaren, of per project. Een boekjaar is gelijk aan een kalenderjaar.

  • 2.

    Het gemeentebestuur stelt een subsidieplafond vast, gespecificeerd naar de onderdelen algemeen welzijnsbeleid, specifiek beleid en ontwikkelingsbeleid. Het subsidieplafond geldt voor het tijdvak van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond dreigt te worden overschreden geeft het gemeentebestuur bij de verdeling van de beschikbare gelden die aanvragen voorrang, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:

    • a.

      van meer belang is voor het beleid waarvoor het gemeentebestuur verantwoordelijkheid draagt en

    • b.

      meer zal bijdragen aan verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 4.

    Bijzondere subsidievormen zijn:

    6.1 Projectsubsidies

    6.2 Investeringssubsidies

6.1. PROJECTSUBSIDIES
  •  

Artikel 22 Inleidende bepalingen

  • 1.

    Het gemeentebestuur kan een subsidie als projectsubsidie aanmerken als het een subsidie betreft welke betrekking heeft op een samenhangend geheel van activiteiten, welke gedurende een bepaalde tijdsperiode wordt uitgevoerd, teneinde een nader omschreven specifiek doel te bereiken.

  • 2.

    Projectsubsidies zijn in principe eenmalige incidentele subsidies buiten de budgetcontracten van de professionele instellingen om, ten behoeve van activiteiten die door het gemeentebestuur nader wordt beoordeeld op hun waarde en effectiviteit voor het welzijn in de gemeente Gemert-Bakel.

  • 3.

    Projectsubsidies zijn bestemd voor:

    beleidsintensiverende of vernieuwende activiteiten;

    startende activiteiten of organisaties;

    eenmalige evenementen;

    garantiesubsidies.

Artikel 23 Subsidie-aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een projectsubsidie dient uiterlijk zestien weken voor aanvang van het project te worden ingediend.

  • 2.

    Voor projectsubsidies gelden geen vaste aanvraagdata.

  • 3.

    De aanvraag zoals bedoeld in het eerste lid dient vergezeld te gaan van een projectplan zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening.

  • 4.

    Voorzover de aanvrager voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen modellen of richtlijnen vaststellen voor de stukken, zoals bedoeld in het tweede lid. Burgemeester en wethouders kunnen ter zake beleidsregels vaststellen.

  • 6.

    Bij een eerste subsidieaanvraag legt de instelling tevens over:

    • a.

      een afschrift van de statuten van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de organisatievorm en van de doelstelling;

    • c.

      een opgave van de bestuurssamenstelling.

  • 7.

    Een wijziging van de statuten wordt ter kennisneming gebracht van burgemeester en wethouders.

  • 8.

    Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend, kan het gemeentebestuur, na de instelling daarover gehoord te hebben, besluiten de aanvraag buiten behandeling te laten.

Artikel 24 Weigeringsgronden

Het gemeentebestuur kan het verzoek om een projectsubsidie weigeren wanneer:

  • a.

    een van de gronden vermeld in artikel 6 van deze verordening of artikel 4:35 van de Awb zich voordoet;

  • b.

    de beoogde activiteit geen lacune vormt in het door de gemeente gewenste voorzieningenaanbod;

  • c.

    voor de beoogde activiteit al een subsidie is toegekend op grond van hoofdstuk 2 van deze verordening;

  • d.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd geen directe relatie heeft met de doelstelling van de betreffende instelling.

Artikel 25 Subsidieverlening en subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieverlening geschiedt in beginsel door de gemeenteraad.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot verlening en vaststelling van subsidie, alsmede tot wijziging of intrekking van genomen besluiten, indien:

    • a.

      het gevraagde subsidie een bedrag van € 10.000,00 niet te boven gaat;

    • b.

      of het college daartoe bij de vaststelling of de herziening van de gemeentebegroting dan wel anderszins krachtens delegatie of mandaat bevoegd is verklaard.

       

      Het college van burgemeester en wethouders maakt van deze bevoegdheid als volgt gebruik:

        • -

          als het gaat om een subsidie tot € 2.500,00 zonder mededeling aan de commissie;

        • -

          als het gaat om een subsidie tussen € 2.500,00 en € 5.000,00 met mededeling aan de commissie;

        • -

          als het gaat om een subsidie tussen € 5.000,00 en € 10.000,00 na advies van de commissie.

  • 3.

    Uiterlijk twaalf weken na het indienen van de aanvraag wordt daarop beslist.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders maakt de beslissing uiterlijk binnen vier weken nadat deze is genomen aan de instelling bekend.

  • 5.

    In de beslissing wordt aangegeven welk bedrag voor welke activiteiten ter beschikking wordt gesteld en voor welke periode.

     

  • 6.

    Bij projectsubsidies vindt vaststelling van het subsidie plaats op basis van de werkelijke kosten, voorzover deze van tevoren subsidiabel zijn verklaard.

  • 7.

    Een projectsubsidie kan maximaal voor een periode van 4 jaar worden toegekend.

Artikel 26 Ontheffing

De bepalingen van de hoofdstukken 1 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de projectsubsidies. De volgende artikelen worden buiten toepassing verklaard: artikel 5 over de aanvraag, artikel 8 over het overleg, artikel 9 over de subsidiebeschikking en artikel 10 over meerjarige subsidie.

6.2 INVESTERINGSSUBSIDIES

 

Artikel 27 Inleidende bepalingen

Het gemeentebestuur kan een subsidie als investeringssubsidie aanmerken, indien het subsidie betrekking heeft op de kosten van aankoop, nieuwbouw, uitbreiding of verbouwing van een accommodatie en/of de inrichting van een accommodatie.

Artikel 28 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag dient uiterlijk zestien weken voor aanvang te worden ingediend, vergezeld van een gespecificeerde begroting met toelichting en een beschrijving van de geplande activiteiten.

  • 2.

    Artikel 5, lid 2 tot en met 7, is onverkort van toepassing.

Artikel 29 Subsidieverlening en subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieverlening geschiedt in beginsel door de gemeenteraad.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot verlening en vaststelling van subsidie, alsmede tot wijziging of intrekking van genomen besluiten, indien:

    het gevraagde subsidie een bedrag van € 10.000,00 niet te boven gaat;

    het college daartoe bij de vaststelling of de herziening van de gemeentebegroting dan wel anderszins krachtens delegatie of mandaat bevoegd is verklaard.

     

    Het college van burgemeester en wethouders maakt van deze bevoegdheid als volgt gebruik:

      • -

        als het gaat om een subsidie tot € 2.500,00 zonder mededeling aan de commissie;

      • -

        als het gaat om een subsidie tussen € 2.500,00 en € 5.000,00 met mededeling aan de commissie;

      • -

        als het gaat om een subsidie tussen € 5.000,00 en € 10.000,00 na advies van de commissie.

  • 3.

    Uiterlijk twaalf weken na het indienen van de aanvraag wordt daarop beslist.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders maakt de beslissing uiterlijk binnen vier weken nadat deze is genomen aan de instelling bekend.

  • 5.

    Aan de toekenning van een investeringssubsidie zijn in ieder geval de volgende voorwaarden verbonden:

    • a.

      de accommodatie mag zonder de toestemming van het college niet worden vervreemd, verhuurd, met hypotheek of andere zakelijke rechten bezwaard;

    • b.

      de instelling is verplicht een verzekering tegen brand- en stormschade af te sluiten op basis van de herbouwwaarde van de accommodatie.

  • 6.

    Na realisatie van de investering, dient de instelling binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn een financiële en inhoudelijke verantwoording in te dienen.

  • 7.

    Bij investeringssubsidies vindt vaststelling van het subsidie plaats op basis van de werkelijke kosten, voorzover deze van tevoren subsidiabel zijn verklaard.

Artikel 30 Ontheffing

De bepalingen van de hoofdstukken 1 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de investeringssubsidies. De volgende artikelen worden buiten toepassing verklaard: artikel 5 over de aanvraag, artikel 8 over het overleg, artikel 9 over de subsidiebeschikking en artikel 10 over meerjarige subsidie.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 31 Ontheffing

Het gemeentebestuur kan in individuele gevallen, steeds gemotiveerd, van een of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening vervangt de “Algemene Subsidieverordening voor professionele instellingen 2003” en treedt in werking per 1 januari 2003.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als “Algemene Subsidieverordening voor professionele instellingen 2003”.

 

DE RAAD VOORNOEMD,

 

De secretaris,                                        De voorzitter,

mr. R.A.L. Severijns                               mr. J.H.A.G. van Maasakkers