Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit individuele voorzieningen Wmo Veldhoven 2011 |
Citeertitel | Besluit individuele voorzieningen Wmo Veldhoven 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening individuele voorzieningen WMO gemeente Veldhoeven 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2013 | 01-01-2015 | Wijziging, art. 2.1, art. 4.1, art. 6.3 | 18-12-2012 De Ahrenberger, 02-01-2013 | Onbekend | |
09-06-2011 | 03-01-2013 | Nieuwe regeling | 15-03-2011 | Onbekend |
Verstrekking van een toegekende individuele voorziening kan in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) plaatsvinden op verzoek van de persoon met beperkingen.
Het persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor de compenserende maatregel(en) en naar de eisen zoals omschreven in de beschikking.
Het persoonsgebonden budget kan eenmalig, in één bedrag, betaalbaar worden gesteld of in termijnen.
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen, roerende woonvoorzieningen en rolstoelen, inclusief reparatie, onderhoud en verzekeringen, wordt verleend overeenkomstig de economische tegenwaarde die de gemeente aan haar leverancier verschuldigd zou zijn voor de goedkoopst compenserende voorziening, inclusief standaardaanpassingen. Voor individuele aanpassingen aan de vervoersvoorziening of rolstoel wordt een eenmalig pgb verstrekt.
Bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming verantwoordt de persoon met beperkingen na aanschaf van de voorziening, of bij een woningaanpassing na afronding van de werkzaamheden, door overlegging van de nota.
Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp bij het huishouden wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld dat gelijk is aan de loonontwikkeling in de zorgsector. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de vorm van hulp bij het huishouden waarvoor de indicatie is gesteld.
De volgende bedragen worden daarvoor in 2011 gehanteerd:
Deze normbedragen worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd aan de hand van de CAO-loonontwikkelingen (netto per uur inclusief bijzondere beloningen) in de sector gezondheids- en welzijnszorg over de periode van december tot en met november van het voorgaande jaar zoals deze gepubliceerd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De kosten die een dienstverlener voor ondersteunende diensten in rekening brengt zijn voor eigen rekening. Er kan gratis gebruik gemaakt worden van ondersteunende diensten via de SVB.
Het bedrag voor de tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten genoemd in artikel 4.2 onder a en artikel 4.12 van de verordening bedraagt voor een alleenstaande € 2.659,77,-,
voor een echtpaar € 3.191,72 en voor een meeverhuizend gezinslid € 531,95
Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt voor het bezoekbaar maken van een woning als genoemd in artikel 4.7 van de verordening bedraagt € € 3.723,57.
De maximaal aanvaardbare kosten van de jaarlijkse onderhoudsbeurt van een standaard traplift als bedoeld in artikel 4.2 lid 1 sub d van de verordening kunnen voor het jaar 2011 worden vastgesteld op € 205,03
Wanneer het een traplift met een uitschuifbaar raildeel betreft, mag dit bedrag met 50% worden verhoogd naar € 307,55.
Deze bedragen zijn inclusief btw en worden jaarlijks geïndexeerd.
Indien een voorziening aan een woonwagen niet verleend kan worden gelet op de in artikel 4.8 van de verordening gestelde extra voorwaarden, kan een financiële tegemoetkoming voor de aanpassingskosten worden verstrekt tot een maximum van € 2.127,81.
Een persoonsgebonden budget voor roerende woonvoorzieningen wordt verstrekt ter hoogte van het aanschafbedrag van de goedkoopst compenserende voorziening. Dit bedrag is inclusief de standaard en individuele aanpassingen.
Indien een persoon met beperkingen in aanmerking komt voor deelname aan het collectief vraagafhankelijk vervoer, maar in het bezit is van een eigen, in goede staat verkerende auto kan hij in plaats van deelname aan het collectief vervoer in aanmerking komen voor een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming voor de aanpassing van zijn auto tot een maximum bedrag van € 2.127,81.
Indien aanvrager in aanmerking komt voor een voorziening op grond van artikel 5.2 lid 1 onder c van de verordening, dan heeft de aanvrager in beginsel de keuze tussen een voorziening op declaratiebasis tot het maximum genoemd in het voorgaande lid of een jaarlijkse forfaitaire bijdrage van € 1.063,90 welke is vrijgesteld van verantwoording.
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 7.4 van de verordening indien van toepassing aandacht besteed aan:
In situaties waarin de Verordening, het Besluit en de Beleidsregels individuele voorzieningen gemeente Veldhoven niet voorzien, kan het college met inachtneming van de uitgangspunten en doelstellingen van de regels een aangepaste voorziening toekennen of de vorm van voorziening nader vaststellen.