Organisatie | Zwijndrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende het zich ontdoen van:huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet milieubeheer, art. 10.23 lid 1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-06-2011 | Onbekend | 17-05-2011 Stadsnieuws, 2011-06-08 | 2011/9883 |
De raad van de gemeente Zwijndrecht
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 17 mei 2011 (bijlagennummer 2011/9883);
gelet het bepaalde in artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
Besluit vast te stellen de volgende verordening, regelende het zich ontdoen van:
huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 3 Afzonderlijke inzameling
Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college nadere regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Paragraaf 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de verordening reinigingsrechten gemeente Zwijndrecht of beschikt over een contract met de inzameldienst waarin geregeld is dat gebruik mag worden gemaakt van de gemeentelijke voorzieningen voor huishoudelijk restafval.
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Op het verlenen van ontheffing, zoals bedoeld in lid 2, is paragraaf 4.1.3.3. Awb (lex silencio positivio) om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde, de openbare veiligheid en volksgezondheid en de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, niet van toepassing verklaard.
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Op het verlenen van ontheffing, zoals bedoeld in lid 2, is paragraaf 4.1.3.3. Awb (lex silencio positivio) om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde, de openbare veiligheid en volksgezondheid en de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, niet van toepassing verklaard.
Een gedraging in strijd met het bepaalde bij of krachtens de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtaangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.
Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zwijndrecht op 17 mei 2011
De griffier, De burgemeester,
Artikelgewijze toelichting op de Afvalstoffenverordening
Deze afvalstoffenverordening heeft betrekking op bepalingen die worden gesteld voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen. We zijn als gemeente verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen in het belang van de bescherming van het milieu. De Wet Milieubeheer bepaalt wat we hierin moeten opnemen en wat facultatief kan worden meegenomen.
Naast deze verordening zijn wat betreft het afvalbeheer ook andere wetten en verordeningen van belang. Wij noemen naast de Wet milieubeheer (milieuvergunning), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning) en de APV (plaatsen voorwerpen op of aan de openbare weg).
Hieronder volgt een beknopte toelichting op de artikelen uit de verordening.
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
Hierin zijn de relevante begrippen omschreven die we in deze verordening hanteren. Daarbij sluiten we aan bij de begrippen uit de Wet milieubeheer en het Landelijk afvalbeheerplan (LAPII)
Paragraaf 2. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars.
De gemeente is op basis van de Wet milieubeheer verplicht bij of krachtens de verordening een inzameldienst aan te wijzen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Hoewel we de inzameldienst ook direct in de verordening kunnen aanwijzen - zoals we in de vorige verordening hebben gedaan - is er nu voor gekozen de aanwijzing in het uitvoeringsbesluit op te nemen. Indien de inzameldienst wordt gewijzigd hoeft slechts dit besluit te worden aangepast en niet de hele verordening. Wij hebben in het uitvoeringsbesluit HVC/Netwerk NV als inzameldienst aangewezen.
Dit artikel maakt het ook mogelijk om bepaalde bestanddelen van het huishoudelijk afval door anderen dan de inzameldienst te laten inzamelen. In Zwijndrecht hebben we bijvoorbeeld Opnieuw & Co aangewezen voor het inzamelen van textiel.
De raad is verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen. De regels worden vastgesteld in het belang van het milieu. Dat is ruimer dan de doelmatige verwijdering van afvalstoffen. Ook regels die beogen de milieuaspecten van handelingen met afvalstoffen te beperken, zijn daardoor mogelijk. Bijvoorbeeld het verbod om ter voorkoming van (geluids-)overlast afvalstoffen in te zamelen voor zeven uur ’s ochtends.
Artikel 3. Afzonderlijke inzameling
De Wet Milieubeheer bepaalt dat we in de verordening rekening dienen te houden met het geldende landelijke afvalbeheersplan. Het LAPII benoemt de door de consument te scheiden afvalstoffen. Deze zijn in de verordening overgenomen. Deze lijst kan naar behoefte met andere categorieën afvalstoffen worden uitgebreid als de raad daartoe besluit.
Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen
In dit artikel geven we de niveaus van inzameling aan. In het afvalbeleidsplan zijn deze niveaus uitgewerkt in paragraaf 3.5 e.v.
Inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
Het gaat hier bijvoorbeeld om de minicontainer voor papier of restafval of de plastic zak voor kunststof verpakkingsafval.
Inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen
De ondergrondse container is een inzamelvoorziening voor gebruikers van een aantal percelen.
Inzamelvoorziening op wijkniveau
Bij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan glas- en textielbakken. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen.
Brengdepot op lokaal of regionaal niveau
Het gaat hier bijvoorbeeld om de milieustraat.
Artikel 5. Frequentie van inzamelen
Dit artikel regelt de frequentie van inzameling. Huishoudelijk restafval en groente,- fruit,- en tuinafval (gft) dat wordt aangeboden via bijvoorbeeld een minicontainer zamelen we afwisselend 1 keer per 2 weken in. Restafval dat we verzamelen via de ondergrondse containers zamelen we minstens een keer per week in. De inzamelplicht geldt uitdrukkelijk niet voor grof huishoudelijk afval.
Indien wordt besloten GFT-afval in een deel van de gemeente niet gescheiden in te zamelen, dient dit het uitvoeringsbesluit behorende bij het vierde lid (is 8e lid van de modelverordening) geregeld te worden. Momenteel zamelen we bij de hoogbouw nog via ( een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen ) een verzamelcontainer gft in. Helaas wordt deze voorziening niet alleen gebruikt voor gft. Er wordt van alles ingegooid waardoor dit afval niet meer kan worden gecomposteerd maar moet worden verbrand als restafval. Dit kost veel tijd en geld. Bovendien ondermijnt dit de motivatie van de goedwillende burger die wel zijn afval goed wil scheiden. Via dit artikel kunnen we de goedwillende burger tegemoet komen door een vorm van gft-abonnement te introduceren mocht dit ook aan de orde zijn.
Artikel 6. Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
Wij zijn belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Daarmee hebben we ook het recht om te bepalen dat het verboden is aan andere dan de door ons aangewezen inzameldienst en instanties om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Het inzamelverbod mag echter niet gelden voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid van de minister een inzamelplicht hebben gekregen zoals bijvoorbeeld bij wit en bruingoed e.d..
Paragraaf 3. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Burgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de door ons aangewezen inzameldienst en personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid een inzamelplicht hebben. Zo mag de burger zijn elektrische en elektronische apparatuur, ook aan deze personen of instanties (witgoedzaak) aanbieden.
Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Alleen diegene die binnen onze gemeente afvalstoffenheffing betalen mogen huishoudelijke afvalstoffen aanbieden. Achtergrond van dit artikel is het (illegaal) aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen, tegen te gaan.
Artikel 9. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
We vinden het belangrijk of noodzakelijk (asbest) dat deze afvalstoffen vanwege milieu of gezondheidsschade, het realiseren van afvalscheidingsdoelstellingen, besparen op kosten dat deze afvalstoffen afzonderlijk en gescheiden worden aangeboden.
Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In dit artikel leggen we vast hoe en met welk inzamelmiddel de burger zijn afval moet aanbieden.
Bij inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel kan worden gedacht aan vaste inzamelmiddelen, zoals minicontainers maar ook aan zakken voor plastic verpakkingsafval.
Artikel 11. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Hiermee leggen we vast wanneer wel/niet de burger zijn afval ter inzameling kan aanbieden of gebruik kan maken van de vaste afvalvoorzieningen en milieustraat.
Artikel 12. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Dit artikel biedt de grondslag voor een door ons (het college) vast te stellen calamiteitenregeling. Een dergelijke (eventueel tijdelijke) regeling zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn in geval van stakingen, storingen of schade etc. Ook kan worden gedacht aan een regeling voor het aanbieden van huishou-delijke afvalstoffen bij wegopbrekingen.
Paragraaf 4. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 13. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Wij kunnen bepalen dat de aangewezen inzameldienst naast huishoudelijke afvalstoffen bijvoorbeeld ook gelijktijdig bedrijfsafvalstoffen mag inzamelen en verwerken. Bijvoorbeeld afval afkomstig uit de kantoren/winkels/dienstensector. De gemeente heeft met betrekking tot bedrijfsafvalstoffen geen zorgplicht en kan niet bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen het geval is.
Artikel 14. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Alleen die bedrijven die voldoen aan de belastingplicht mogen, voor zover artikel 13 daartoe de moge-lijkheid biedt, hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Wij kunnen, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen dan ter inzameling moeten worden aangeboden.
Artikel 15. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
De Wet Milieubeheer geeft de gemeente uitdrukkelijk de bevoegdheid om regels te stellen over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in het belang van de bescherming van het milieu. Dit artikel is de uitwerking hiervan. Wij kunnen in het belang van de bescherming van het milieu regels stellen omtrent bijvoorbeeld de dagen, tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.
Artikel 16. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Dit artikel heeft primair een milieubeschermende functie en beoogt ons een instrument te geven om illegale dumpingen, voor zover er geen hogere wet- of regelgeving van toepassing is, of het ontstaan van zwerfafval tegen te gaan. Uiteraard zal in een aantal gevallen het brengen van stoffen op of in de bodem zodanig kunnen gebeuren dat een hogere wet, zoals de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing is.
Met opzet worden ook de termen "stof" en "voorwerp" gebruikt en niet alleen de term "afvalstof", omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn.
Artikel 17. Achterlaten van straatafval
In artikel 1 van deze verordening wordt een definitie gegeven van straatafval. Bij het begrip straatafval gaat het in feite om afval ‘dat onderweg ontstaat’, buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor je de burger (in dit geval ook toeristen) de mogelijkheid wilt bieden om zich ter plekke ervan te ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is uitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.
In de definitie van straatafval wordt gesproken over "buiten een perceel ontstaan". Een huishoudelijke afvalstof, ontstaan op of binnen het perceel, moet worden aangeboden volgens de daarvoor geldende bepalingen uit paragraaf 3.
Artikel 18. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
We beogen hiermee paal en perk te stellen aan het doorzoeken en verwijderen van ter inzameling aangeboden afvalstoffen voordat de medewerkers van de inzameldienst ter plaatse zijn. Vaak immers heeft dit doorzoeken tot gevolg dat het huisvuil over de hele straat verspreid ligt en de inzameldienst zijn werk niet meer kan verrichten. Het aldus ontstane zwerfafval veroorzaakt een zware belasting van de veegdienst.
Artikel 19. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Inrichtingen waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht zijn bijvoorbeeld een winkel, hal of kraam. Het afval dat hierbij kan vrijkomen zijn bijvoorbeeld papier, etensresten, verpakkingsmateriaal of ander afval.
Artikel 20. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Niet alleen reclamebiljetten, maar ook promotiemateriaal worden aan het publiek uitgereikt. Bijvoorbeeld samplings, monsters of miniverpakkingen, waarin ter promotie een product in een kleine hoeveelheid wordt aangeboden. Wij kunnen op grond van dit artikel degene die dergelijk promotiemateriaal uitreikt, verplichten het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan op te ruimen of te laten opruimen.
Paragraaf 6. Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 21. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Hiermee beogen we het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te voorkomen. De opname van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg (toepassen bestuursdwang).
Artikel 22. Verbod opslag van afvalstoffen
Dit artikel beoogt het belang van het milieu te beschermen.
Artikel 23. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Dit artikel is een uitwerking van artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken. Hierin is de afgifte van autowrakken door huishoudens geregeld. Op grond van artikel 6 BBA moeten wij in onze afvalstoffenverordening bepalen dat een autowrak, zijnde een huishoudelijk afvalstof, slechts mag worden afgegeven aan autodemontagebedrijven, garages en autoschadeherstelbedrijven of aan een persoon die in een ander land dan Nederland is gevestigd (onder strikte voorwaarden). Op grond van artikel 7 BBA worden autowrakken, afkomstig van huishoudens uitdrukkelijk uitgezonderd van de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval.
In dit artikel worden de bepalingen opgesomd die als strafbaar feit worden aangeduid om strafrechtelijk te kunnen worden gehandhaafd. De strafbaarstelling van artikel 10.23 Wm over de gemeentelijke afvalstoffenverordening is geregeld in de Wet op de economische delicten (Wed). Aangezien niet alle bepalingen in de afvalstoffenverordening zich voor strafrechtelijke handhaving lenen, is de strafbaarstelling geclausuleerd.
Aanwijzing van de toezichthouder in de afvalstoffenverordening is noodzakelijk, indien een toezichthouder tevens opsporingsbevoegdheden dient te krijgen. Alleen voor de aanwijzing van toezichthouders is een bepaling opgenomen in de afvalstoffenverordening. Opsporingsambtenaren worden namelijk aangewezen in de artikelen 141 en 142 Wetboek van Strafvordering.