Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Gelderland

Verordening Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid Gelderland, 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Gelderland
Officiële naam regelingVerordening Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid Gelderland, 2010
CiteertitelVerordening Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid Gelderland, 2010
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpruimtelijke ordening, water, natuur en landschap, stedelijke vernieuwing, milieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening is een besluit van zowel Provinciale Staten d.d. 30 juni 2010 als Gedeputeerde Staten d.d 11 mei 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, artikel 2.41 Wet ruimtelijke ordening, artikel 9.1 Provinciewet, artikel 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-201005-10-2012nieuwe regeling

30-06-2010

Provinciaal Blad nr. 2010/74

PS2010-442

Tekst van de regeling

Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 30 juni 2010, nummer PS2010-442 (Provinciaal Blad nr. 2010/74 van 20 juli 2010). In werking getreden op 21 juli 2010.

Artikel 1 Instelling

Er is een provinciale raad voor omgevingsbeleid Gelderland, hierna te noemen de raad. Deze raad is tevens de commissie als bedoeld in artikel 9.1 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.41 van de Wet milieubeheer.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1 De raad wordt vooraf door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten gehoord over visies,plannen, verordeningen en maatregelen die van wezenlijke betekenis zijn voor het provinciale beleid inzake de fysieke leefomgeving.

  • 2 De raad is bevoegd om Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten uit eigen beweging van advies te dienen omtrent wezenlijke vraagstukken betreffende het beleid inzake de fysieke leefomgeving.

Artikel 3 Samenstelling raad

  • 1 Provinciale Staten benoemen in de commissie:

    • a

      de regionaal VROM-Inspecteur Regio Oost;

    • b

      een vertegenwoordiger van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu;

    • c

      een vertegenwoordiger van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • d

      een vertegenwoordiger van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat;

    • e

      een vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken;

    • f

      een vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, regio Oost;

    • g

      een vertegenwoordiger van Land- en Tuinbouworganisatie-Noord;

    • h

      een vertegenwoordiger van de Gelderse Milieufederatie;

    • i

      een vertegenwoordiger van de Algemene Nederlandse Wielrijders Bond;

    • j

      een vertegenwoordiger van de Sociaal Economische Raad Gelderland;

    • k

      een vertegenwoordiger van particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties in Gelderland.

  • 2 Gedeputeerde Staten benoemen in de commissie:

    • a

      een vertegenwoordiger van de Gelderse waterschappen;

    • b

      drie vertegenwoordigers van de afdeling Gelderland van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

    • c

      een vertegenwoordiger van woningbouwcorporaties in Gelderland;

    • d

      een vertegenwoordiger van de Vereniging van recreatieondernemers Nederland (RECRON);

    • e

      een vertegenwoordiger van Gelderse waterleidingbedrijven;

    • f

      een vertegenwoordiger van bouw- en ontwikkelingsmaatschappijen op het gebied van vastgoed;

    • g

      ten hoogste drie onafhankelijke deskundigen, op het werkgebied fysieke leefomgeving.

  • 3 Een vertegenwoordiger van overige Ministeries kan, op uitnodiging van de voorzitter, op ad hoc-basis zitting hebben in de raad.

  • 4 De leden van de raad genoemd onder het eerste lid, sub 1 a tot en met k en het tweede lid sub a tot en met f, kunnen zich laten vervangen door een andere vertegenwoordiger.

  • 5  Een lid van een provinciaal bestuursorgaan of een persoon die is aangesteld in dienst van de provincie kan geen lid zijn van de raad.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1 Provincale Staten en Gedeputeerde Staten benoemen gezamenlijk de voorzitter van de raad op voordracht van de Commissaris van de Koningin.

  • 2 Gedeputeerde Staten benoemen op voordracht van de raad een plaatsvervangend voorzitter, die afkomstig is uit de raad.

  • 3 De benoeming van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter geldt voor de duur van vier jaar. Herbenoeming is mogelijk voor maximaal éen periode.

Artikel 5 Secretaris

Gedeputeerde Staten voorzien in een secretaris en het secretariaat van de raad. De secretaris is geen lid van de raad.

Artikel 6 Vergaderfrequentie

De raad vergadert zo vaak als de voorzitter dat nodig oordeelt, of indien ten minste drie leden van de raad de voorzitter daarom schriftelijk en met opgaaf van redenen hebben verzocht.

Artikel 7 Openbaarheid vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van de raad zijn openbaar.

  • 2 Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar in gevallen waarin de in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur genoemde belangen op de in dat artikel bedoelde wijze kunnen worden geschaad.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, worden de deuren gesloten wanneer de voorzitter of ten minste twee leden van de raad dit nodig achten. De vergadering besluit vervolgens of zij met gesloten deuren zal beraadslagen.

  • 4  Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten kunnen bij hun verzoek om advies de raad vragen om het desbetreffende onderwerp met gesloten deuren te behandelen.

Artikel 8 Advisering

  • 1 De adviezen van de raad worden uitgebracht overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de vergadering.

  • 2 Op verzoek van de leden, wordt een afwijkend standpunt in het advies vermeld.

  • 3 De commissie kan alleen adviseren in die gevallen waarbij meer dan de helft van de zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 4 De adviezen van de raad worden ondertekend door de voorzitter of namens deze door de secretaris.

Artikel 9 Nadere regels

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om nadere regels te stellen betreffende de taken en de werkwijze van de raad.

Artikel 10 Intrekking

  • 1 De Verordening Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving Gelderland 2007 en de Verordening Provinciale Commissie Landbouw en Natuurbeheer 2003 worden ingetrokken.

  • 2 Het reglement Provincie Commissie Stedelijke Vernieuwing en Wonen/Gelders Beraad Bouwen en Wonen, wordt ingetrokken.

  • 3 Totdat een voorzitter is benoemd op grond van artikel 4, voorzien Gedeputeerde Staten in benoeming van een voorzitter.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

De Verordening Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving 2007, blijft in stand voor zo lang en voor zover het betreft, de advisering van de subcommissie vastgestelde plannen, op grond van artikel 4a, achtste lid en artikel 53 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juncto artikel 9.1.4, tweede lid van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid Gelderland, 2010.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Ondertekening

Provinciale Staten van Gelderland