Organisatie | Sluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende het verstrekken van instandhoudings- en/of onderhoudssubsidiesvoor molens en kerken. |
Citeertitel | Verordening onderhoudssubsidies molens en kerken |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Onderhoudssubsidies molens en kerken |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | Nieuwe regeling | 19-05-2011 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 8 juni 2011 | Onbekend |
HOOFDSTUK II. Bepalingen inzake subsidie voor het onderhoud van een kerkelijk monument, waarvoor nog geen subsidie kan worden aangevraagd in het kader van het Brim
HOOFDSTUK III. Bepalingen inzake subsidie voor de instandhouding van molens en kerken
De subsidie bedraagt over een periode van 6 jaar ten hoogste 20% van de door de minister op grond van het Brim vastgestelde subsidiabele kosten met een maximum van € 1.702 per jaar voor de instandhouding van een molen en € 2.269 per jaar voor de instandhouding van een kerkelijk monument.
De aanvraag wordt ingediend voor 1 januari van het eerste kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, danwel, indien de aanvrager het in artikel 6 onder 3 genoemde besluit niet tijdig heeft ontvangen, binnen 4 weken na ontvangst van dat besluit.
HOOFDSTUK IV Aanvullende bepalingen inzake subsidie voor de instandhouding, het onderhoud of de exploitatie van molens
Onverminderd het bepaalde in artikel 5 kan het college een jaarlijkse bijdrage verlenen in de exploitatiekosten van molens van maximaal € 1.500. Subsidiabel zijn onder meer kosten met betrekking tot verwarming, verlichting, snoeiwerk en de verzekeringskosten van de molen, de molenaar(s) en de bezoekers van de molen, alsmede die onderhoudskosten voor zover die niet op grond van andere regelingen subsidiabel zijn. Ook het gedeelte van de instandhoudingskosten, dat resteert na aftrek van de subsidie, verleend door de minister, de provincie Zeeland of de gemeente Sluis, als bedoeld in Hoofdstuk III van deze verordening, komt voor subsidie in aanmerking.