Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2011 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | intrekking | 20-11-2012 Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 24-12-2012 | 201203181 | |
01-01-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 07-12-2010 Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 15-12-2010 | BOB/2970 |
Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget
Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget en deze problemen niet door zijn/haar netwerk worden of zullen worden opgevangen.
De controle van de besteding van het persoonsgebonden budget door het college vindt steekproefsgewijs plaats waarbij de steekproef minimaal een omvang heeft van 5% van de verstrekte persoonsgebonden budgetten. Het college controleert de door de budgethouder verstrekte gegevens binnen één jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de budgetten zijn verstrekt.
Hoofdstuk 2 Hulp bij het huishouden
Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 17,80 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen, als bedoeld in de Algemene Maatregel van Bestuur maatschappelijke ondersteuning, meer bedraagt dan € 22.636 per jaar het bedrag van € 17,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 22.636.
Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 17,80 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 15.838 per jaar het bedrag van € 17,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 15.838.
Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 25,40 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 27.902 per jaar het bedrag van € 25,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 27.902.
Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 25,40 per vier weken, met dien verstande dat indien het verzamelinkomen meer bedraagt dan € 22.100 per jaar het bedrag van € 25,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van15% van het verschil tussen het verzamelinkomen en € 22.100.
3.1 De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp in de huishouding vindt plaats door het beschikbaar stellen van een bedrag dat per klasse per jaar bedraagt:
Klasse 1 (0 t/m 1,9 uur per week): € 1.075,00
Klasse 2 (2 t/m 3,9 uur per week): € 3.115,00
Klasse 3 (4 t/m 6,9 uur per week): € 5.900,00
Klasse 4 (7 t/m 9,9 uur per week): € 9.135,00
Klasse 5 (10 t/m 12,9 uur per week): € 12.360,00
Klasse 6 (13 t/m 15,9 uur per week): € 15.585,00
Voor additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 34 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning worden toegekend wordt een uurbedrag gehanteerd van € 20,65.
Hoofdstuk 4 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud en reparatie van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 5 jaar.
De grens waarboven een auto, de met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 23 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, bedraagt anderhalf maal het relevant sociaal minimum zoals periodiek wordt gepubliceerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Hoofdstuk 5 Verplaatsen in en rond de woning.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud en reparatie van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 5 jaar. Indien maatwerk nodig is, wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget bepaald aan de hand van een offerte van een erkende leverancier van rolstoelen.