Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wmo-voorzieningen gemeente Utrecht 2011 |
Citeertitel | Verordening Wmo-voorzieningen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | welzijn |
deze regeling wordt vervangen door de Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteunig 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | intrekking | 13-12-2012 Gemeenteblad van Utrecht, 2012, 93 | Raadsvoorstel jaargang 2013, nr. 146 | |
09-06-2011 | 01-06-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 26-05-2011 Gemeenteblad van Utrecht 2011, nr. 35 | Raadsvoorstel jaargang 2011, nr. 60 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
compensatiebeginsel: de algemene verplichting aan het college, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, om voor personen met aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek een situatie te creëren waardoor zij in staat worden gesteld tot het voeren van een huishouden, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Het college doet dit door te verwijzen naar algemene voorzieningen en/of het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet en deze verordening;
belanghebbende: een persoon met een beperking, chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zich zelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een verzoek kan doen voor een gesprek of een aanvraag doet of laat doen;
mantelzorger: een persoon, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep langdurige zorg verleent aan een hulpbehoevende persoon uit diens directe omgeving, welke zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijk zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt, als bedoeld in artikel 1, eerste lid , onder b, van de wet;
maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
algemene voorziening: een voorziening, niet specifiek gericht op personen met een beperking, die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. De algemene voorziening wordt niet door de gemeente verstrekt of beheerd. Het college kan ernaar verwijzen;
collectieve voorziening: een voorziening die is bestemd voor een specifieke doelgroep, die wordt geleverd met een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle en regelarme oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. De collectieve voorziening kan individueel verstrekt, er ook naar worden verwezen;
eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit individuele Wmo voorzieningen van toepassing zijn;
ergonomische beperking: een bouwkundige of woontechnische belemmering die aantoonbaar in de weg staat aan het normale gebruik van de woning, welke belemmering rechtstreeks ondervonden wordt als gevolg van lichamelijk functionele beperkingen, een en ander voor zover de belemmering niet voortvloeit uit de aard van de gebruikte materialen;
Geen voorziening wordt toegekend als:
de voorziening waarop de aanvraag betrekking heeft al eerder in het kader van enig wettelijke regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen en
Hoofdstuk 3 Verstrekkingen in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming.
Een voorziening wordt verstrekt in natura, als financiële tegemoetkoming of als persoonsgebonden budget. Het college legt in het Besluit Individuele Wmo Voorzieningen criteria vast wanneer keuzevrijheid niet wordt geboden.
Als een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsoverkomst van de gemeente Utrecht van toepassing.
Artikel 6 Persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
de omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Utrecht;
Het college behoudt zich het recht voor om steekproefsgewijs of bij vermoeden van onjuist of onbedoeld gebruik na te gaan of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Utrecht, op verzoek van het college per omgaande te verstrekken.
Hoofdstuk 5 Informatie, advies, vraagverheldering en het gesprek
Artikel 9 Verzoek om informatie en advies
Een verzoek om informatie en advies kan elektronisch, schriftelijk, mondeling of telefonisch worden gedaan in het Wmo loket door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die vragen heeft of advies nodig heeft over zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer.
Hoofdstuk 6 De te bereiken resultaten
Op basis van artikel 4, eerste lid van de wet worden compenserende maatregelen bereikt op de vier benoemde domeinen:
Artikel 14 Resultaten bij het voeren van een huishouden
Er wordt geen individuele voorziening verstrekt als:
het resultaat ook bereikt kan worden door binnen een door het college vast te stellen redelijke termijn te verhuizen naar een al bestaande geschikte woning, of een geschikt te maken woning. De kosten van de aan te passen woning moeten in verhouding staan tot eventuele aanpassingskosten van de andere woning;
Artikel 15 Resultaten bij het zich verplaatsen in en om de woning
Het resultaat is dat belanghebbende in staat is zijn woonkamer, het slaapvertrek en of slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon te bereiken en zich er zodanig kan redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Artikel 16 Resultaten bij lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het resultaat is dat belanghebbende zich zodanig kan verplaatsen dat hij in staat is dagelijkse boodschappen te doen, familie en kennissen kan bezoeken en andere gewenste activiteiten kan ondernemen, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.
Artikel 17 Resultaat bij de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Het resultaat is dat belanghebbende de mogelijkheid heeft mee te doen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Het kunnen afleggen van bezoeken hoort hier ook bij.
Hoofdstuk 7 Bepalingen rondom beslistermijnen, onderzoek, advies, beschikking, intrekking en terugvordering.
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden op een aanvraag is acht weken.
Een uitzondering is van toepassing als het gaat om aanvragen waarbij voor de beoordeling gebruik moet worden gemaakt van een bouwkundig advies.
De beschikking vermeldt op welke wijze de genomen beschikking bijdraagt aan het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale maatschappelijke participatie van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.
Een besluit tot het verlenen van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor het verlenen van de financiële tegemoetkoming heeft plaatsgevonden.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Utrecht geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het door het college gevoerde beleid wordt eenmaal per vier jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt het rapport van de evaluatie aan de gemeenteraad en de Wmo Cliëntenraad met een verslag over de doeltreffendheid en de effectiviteit van de verordening in de praktijk.
Artikel 27 Overgangs- en afbouwregelingen
In afwijking van de in deze verordening opgenomen bepalingen kan het college ten behoeve van doelgroepen afwijkende regels vaststellen. Het betreft dan overgangsbepalingen en afbouwregelingen voor cliënten die op grond van eerdere verordeningen rechten hebben verworven. Doel van de afwijkende bepalingen is het bieden van een redelijke termijn om vervolgens aan te sluiten bij de bepalingen van deze verordening.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wmo-voorzieningen 2011.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 26 mei 2011
Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen
Bekendmaking is geschied op 1 juni 2011.
Deze verordening is in werking getreden op 9 juni 2011, en werkt terug tot 1 juni 2011.