Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidslijn onttrekking woonruimte |
Citeertitel | Beleidslijn onttrekking woonruimte |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Volkshuisvesting en woningbouw |
Geen.
Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 1994, art. 3:7 lid 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2005 | 15-07-2005 | Intrekking | 30-06-2005
| ||
03-09-2002 | 15-07-2005 | nieuwe regeling | 12-12-2002 Laarder Courant De BEL 19-12-2002 | Collegebesluit 12-12-2002 |
Indien vergunning tot onttrekking van woonruimte wordt verleend als bedoeld in artikel 3:2 van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 1994, zal de aanvrager naar keuze dienen zorg te dragen voor het creëren van gelijkwaardige andere woonruimte, die aan de bestaande woningvoorraad wordt toegevoegd, danwel een financiële compensatie dienen te bieden.
Van reële compensatie is sprake indien bedrijfsruimte wordt omgezet in woonruimte of nieuwe woonruimte wordt gecreëerd, die naar aard en ligging gelijkwaardig wordt geacht aan de te onttrekken woonruimte.
Indien geen andere woonruimte wordt gerealiseerd, zal een financiële bijdrage worden geëist overeenkomstig het in artikel 4 opgenomen tarief.
Bij het vaststellen van de bijdrage wordt geen onderscheid gemaakt tussen zelfstandige en niet-zelfstandige woonruimte of samenvoeging van woonruimte.
Wanneer de vergunning tot onttrekking in beginsel wordt verleend, voor woonruimte zoals genoemd in artikel 3, wordt een tarief berekend van 12% van de waarde van de woning die aan de woningvoorraad wordt onttrokken. Deze waarde is gebaseerd op de meest recente beschikking, ingevolge de Wet Waardering Onroerende Zaken die voor het betreffende pand van toepassing is.
De bijdragen zullen worden gestort in de Reserve Stedelijke Vernieuwing, hoofdstuk Volkshuisvesting.
Wanneer de aanvrager de onttrekking kan compenseren door het beschikbaar stellen van vervangende woonruimte, zal hem daartoe tot maximaal één jaar de gelegenheid worden geboden. Hij dient dan vooraf een waarborgsom te storten, gelijk aan de financiële bijdrage, welke op grond van artikel 4 verschuldigd is.