Organisatie | Oldambt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Oldambt |
Citeertitel | algemene subsidieverordening gemeente Oldambt |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2010 | 01-01-2015 | - | 04-01-2010 Streekblad | nieuwe regelgeving |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het college geleverde goederen of diensten.b. Subsidieontvanger: een rechtspersoon of een persoon die subsidie ontvangt op grond van deze verordening.c. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.d. Activiteitenplan: een overzicht van de door de subsidieontvanger voorgenomen activiteiten voor een bepaalde periode, zo veel mogelijk geformuleerd naar meetbare prestaties en beoogde effecten, alsmede de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid.e. Gemeente: de gemeente Oldambt.f. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt.g. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Oldambt.h. Beleidsregels: de beleidsregels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van deze verordening.i. Wet: de Algemene wet bestuursrecht.
Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten die het belang dienen van de gemeente en haar inwoners.
Artikel 4 Rechtspersoonlijkheid
In voorkomende gevallen kan het college beslissen dat deze verordening eveneens van toepassing is op het verstrekken van subsidies voor door personen of groepen van personen en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid ondernomen activiteiten op beleidsgebieden die het belang van de gemeente en /of inwoners dienen.
Deze verordening maakt een onderscheid in de volgende subsidies:a. incidentele subsidie: een subsidie voor in principe eenmalige en kortdurende activiteiten;b. structurele subsidie: een jaarlijkse subsidie voor activiteiten die van onbepaalde duur zijn;c. budgetsubsidie: een subsidie waarbij de subsidieontvanger een bedrag krijgt toegewezen om een van tevoren overeengekomen takenpakket, gekoppeld aan meetbare activiteiten en /of prestaties, uit te voeren;d. exploitatiesubsidie: een subsidie waarbij de gemeente de activiteiten die met de subsidie worden verricht tot stand laat brengen, dan wel in stand houdt door bij te dragen in de exploitatie;e. waarderingssubsidie: een subsidie ter stimulering van activiteiten dan wel ter erkenning en waardering hiervan;f. investeringssubsidie: een subsidie in de stichtingskosten of in de kosten ten behoeve van herstel, verbouwing en uitbreiding van gebouwen of terreinen.
Indien een subsidieplafond dreigt te worden overtreden, geeft het college onverminderd het bepaalde in artikel 8, bij de verdeling van het beschikbare bedrag die aanvragen voorrang waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:a. van meer belang is voor het door de raad of door het college vastgestelde beleid op dit terrein, enb. meer zal bijdragen aan verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Artikel 7 Begrotingsvoorbehoud
Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van de gemeentebegroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende financiële middelen door de raad ter beschikking worden gesteld.
Artikel 8 Weigeringsgronden voor subsidieverlening
De subsidieverlening kan naast de in de Wet genoemde situaties in ieder geval worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:a. de activiteiten van de aanvrager niet overwegend gericht zullen zijn op de gemeente en/of niet aanwijsbaar ten goede komen aan de inwoners van de gemeente;b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;d. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden - hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden - kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;e. de aanvrager niet zal voldoen aan één of meer aan de subsidie verbonden voorwaarden;f. subsidieverstrekking anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente.
Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag
Artikel 9 Bevoegd bestuursorgaan
Een aanvraag om subsidie wordt ingediend bij het college overeenkomstig artikel 4:1 van de wet.
Artikel 13 Vereisten aanvraag structurele subsidie
Een aanvraag om een structurele subsidie bevat ten minste de volgende gegevens:a. eventuele wijzigingen in de samenstelling van het bestuur ten opzichte van de vorige subsidieaanvraag;b. een activiteitenplan;c. een begroting van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven;d. een inhoudelijk en financieel verslag van het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;e. gegevens over de aard en omvang van het eigen vermogen van de aanvrager;f. een opgave van de subsidiemogelijkheden die de aanvrager bij het college of bij derden heeft openstaan en van de mate waarin hiervan gebruik is of zal worden gemaakt.
Artikel 15 Vereisten aanvraag waarderingssubsidie
Op een aanvraag om een waarderingssubsidie is het bepaalde in artikel 12 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16 Vereisten aanvraag exploitatiesubsidie
Op een aanvraag om een exploitatiesubsidie is het bepaalde in artikel 14 van overeenkomstige toepassing.
Een aanvraag om verlening van een investeringssubsidie bevat naast de in art. 4:2 lid 1 van de wet genoemde gegevens tenminste:a. een investerings- en financieringsplan;b. een kostenspecificatie of –raming van de voorgenomen investering;c. de raming van de gevolgen voor de exploitatie, die uit de investering voortvloeien.
Hoofdstuk 3 De subsidieverlening
Artikel 20 Beschikking tot subsidieverlening
De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de hoogte van het subsidiebedrag, de periode waarvoor het subsidiebedrag wordt verleend, de wijze van voorschotverlening, een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend alsmede de voorwaarden en verplichtingen die aan de verleende subsidie worden verbonden
Artikel 21 Uitvoeringsovereenkomst
Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan door het college met de subsidieontvanger een uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten, die als zodanig onderdeel uitmaakt van de beschikking.
Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling
Artikel 28 Ambtshalve vaststelling
Indien de subsidieontvanger niet binnen de in artikel 27 bedoelde indieningstermijn een aanvraag tot subsidievaststelling heeft ingediend, kan het college binnen twee maanden, gerekend vanaf het verstrijken van de termijn, de subsidie geheel of gedeeltelijk vaststellen.
Artikel 29 Intrekking of wijziging van de verleende subsidie
Het college kan door middel van een beschikking besluiten tot intrekking of wijziging van de subsidie indien:a. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;b. de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden voorwaarden;c. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste en volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;d. de aanvraag tot vaststelling niet of niet tijdig is ingediend.
Artikel 30 Intrekking of wijziging van de vastgestelde subsidie
Het college kan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening had kunnen worden vastgesteld:b. indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;c. de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Voor zover het verstrekken van een budgetsubsidie en /of een exploitatiesubsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger een vergoeding verschuldigd aan het college. De vergoeding is slechts verschuldigd indien:a. de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;b. de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor het verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;c. de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;d. de subsidieverlening of subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd, ofe. de rechtspersoon die de subsidie ontving wordt ontbonden.