Organisatie | Oldambt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening gemeente Oldambt |
Citeertitel | marktverordening gemeente oldambt |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2015 | vernieuwde regelgeving | 16-03-2015 | niet van toepassing | ||
01-01-2010 | 01-04-2015 | - | 04-01-2010 Streekblad | nieuwe regelgeving |
De raad van de gemeente Oldambt;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 februari 2015 2014, corsanummer 14.00311;
Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van alle ingestelde wa-renmarkten;
Gezien het advies van de Marktcommissie van 9 september 2014;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
B E S L U I T : vast te stellen de volgende: Marktverordening gemeente Oldambt 2015, luidende als volgt:
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.
b. de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaats-vergunning;
c. voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, het maximum aantal vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;
d. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;
e. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.
Hoofdstuk 2 Vaste-standplaatsvergunningen
Artikel 5 Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst
Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de houders van een vaste- standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).
Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.
Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het wachtlijststelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende:
1. Burgemeester en wethouders houden een wachtlijst bij van de kandidaten voor een vaste- standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn.
2. Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:
a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;
c. de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;
d. informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.
3. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.
4. De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
a. als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend,
b. als de kandidaat heeft afgezien van een vaste-standplaatsvergunning waarvoor hij over-eenkomstig het volgende lid in aanmerking kwam,
c. op schriftelijke aanvraag van de kandidaat,
e. als hij onder curatele is gesteld of
f. als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.
5. Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die verder voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning moet daarvoor binnen vier weken een ontvankelijke aanvraag indienen.
Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toe-kenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende:
1. Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-stand-plaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.
2. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in het elektronisch gemeenteblad.
3. Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:
a. of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (
20); b. de uitstraling van de uitstalling (20);
c. het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);
d. of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).
4. Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.
5. Burgemeester en wethouders leggen de aanvragen om advies voor aan een door hen te benoemen Marktcommissie.
Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het lotingsstelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen. Op de bekendmaking is artikel 7, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9 Overschrijven vaste-standplaatsvergunning
Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.
Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 3 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of ten minste 3 jaren heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.
Artikel 10 Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:
a. als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;
b. als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;
c. als van de vergunning gedurende ten minste twee maanden achtereen of gedurende een ka-lenderjaar in totaal meer dan 8 weken geen gebruik is gemaakt; of
d. als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 11 Persoonlijk innemen standplaats en vervanging
In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat gedurende maximaal 8 weken per kalenderjaar de toegekende standplaats en uitstalling wordt ingenomen door een vervanger. In de aanvraag moet vermeldt worden de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en naam en adres van de beoogde vervanger. Bij de aanvraag moet een kopie van een geldig legitimatiebewijs worden overlegd.
Artikel 12 Dagplaatsvergunning
Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging in overeenstemming met artikel 11.
Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste, aan wie gedurende de voorafgaande 3 maanden niet vaker dan 2 maal een dagplaatsvergunning is verleend en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande zes marktdagen:
a. zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of
b. niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 13 Standwerkvergunning
Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 12, tweede, derde en vijfde lid. De standwerkvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.
Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders
De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.
Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.
Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op en inname van zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het markt-terrein daardoor niet wordt verontreinigd, de doorgang voor het publiek niet wordt belemmerd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester(s) en de overige door hen aangewezen toezichthouders.
Artikel 20 Onmiddellijke verwijdering
Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.
Artikel 22 Intrekking oude verordening en overgangsrecht
De krachtens de Marktverordening gemeente Oldambt gehanteerde wachtlijsten gelden als wacht-lijsten krachtens deze verordening. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende een half jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.
Een krachtens de Marktverordening gemeente Oldambt verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt op 16 maart 2015
de griffier, P. Norder.
de voorzitter, Mr. M. Zijlstra.
Bijlage Toelichting Marktverordening gemeente Oldambt 2015
Het doel van deze verordening is in principe meervoudig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden. Ten tweede dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden. Ten derde dat de markten een aanvulling geven op het levendig houden van een plaats en een bijdrage leveren aan de toeristische aantrekkingskracht. En voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen: dat op de weekmarkt een divers aanbod van waren wordt aangeboden en dat deze van goede kwaliteit is. Als laatste heeft deze verordening tot doel de markten op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.
Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen, afschaffen of veranderen. Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden. Het gaat hierbij om de twee bestaande weekmarkten in Scheemda en Winschoten als ook eventueel nieuw in te stellen markten.
De regulering van andere ambulante handel anders dan waar deze verordening op van toepassing is, is te vinden in de Algemene plaatselijke verordening (APV). Artikel 2:25 van de APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals de voorjaarsmarkt, Duitse markten, kerstmarkt en braderieën. De Allerheiligenmarkt (Adrillen) valt ook onder genoemd artikel tenzij het college hiervoor een instellingsbesluit maakt met een eigen inrichtingsplan. Verder bevat hoofdstuk 5 van de APV bepalingen over collecteren (afdeling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet ingestelde markten.
Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast moeten stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de marktdag en markttijd is. Welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten. Elk inrichtingsplan moet worden voorzien van een kaart waarop dit is vermeld. In het inrichtingsplan staat ook op welke wijze vergunningen worden verleend.
Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.
Een (standwerk)vergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.
In bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, feestdagen en bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).
Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en de beperking tot één vergunning per persoon per markt wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Het kan zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de eigenaar of bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.
Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om deze minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten. Bij het overlijden van de beide ouders kunnen de kinderen het bedrijf voortzetten.
Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ voorziet in het bijzonder op vreemdelingen die een vergunning op grond van de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.
Artikel 5. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst in verhouding met artikel 6. Wachtlijststelsel
In de gemeente Oldambt is bij de start van de gemeente gekozen voor een uitgifte van standplaatsen op basis van aanmelding. De aanmeldingen komen op een wachtlijst en vervolgens wordt een vrijgekomen staanplaats toegekend op basis van anciënniteit.
De keuze voor handhaving van het anciënniteitsstelsel ligt bij het college. Het college kan ook kiezen voor toekenning van een vrijgekomen standplaats voor een systeem van loting of selectie. Welk stelsel wordt gekozen blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt.
Als bij een markt waarvoor een anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, een vaste standplaats vrijkomt, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hooggeplaatste op de door burgemeester en wethouders bijgehouden anciënniteitslijst. Artikel 5 ziet dus niet op de verlening van nieuwe vergunningen maar alleen op een wijziging van een al verleende vergunning vanwege de toewijzing van een andere (veelal) betere vaste standplaats. Bij vertrek van een vaste-standplaatshouder wordt eerst aan de overige standplaatshouders gevraagd de vrijgekomen standplaats in te nemen. Indien deze geen belangstelling tonen komen de vermeldingen op de wachtlijst in desbetreffende artikelgroep aan de beurt. Bij het wachtlijststelsel gaat het dus om nieuwe marktkooplieden die graag een standplaats op de markt willen. Dit in tegenstelling tot het anciënniteitsstelsel waar gaat het om de verdeling van een vrijgekomen standplaats onder de huidige marktkooplieden. Kan aan iemand die vermeldt is op de wachtlijst geen vergunning worden verleend wordt via een uitvraag een kandidaat gezocht.
De ‘uitstalling’ (artikel 6, derde lid, onder d) is de kraam of ander onderkomen van waaruit de verkoop plaatsvindt.
Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, krijgt deze een schriftelijk bewijs van zijn inschrijving op de wachtlijst (artikel 6, vierde lid). Wel moet de aanvrager jaarlijks (vóór 1 januari) zijn inschrijving verlengen. Deze jaarlijkse verlenging is wenselijk om controle te houden op het systeem, opschonen van de wachtlijst en om de gegadigden gemotiveerd te houden.
In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste-standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Of de verlening via een selectiestelsel plaatsvindt, blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt. De Marktcommissie adviseert op basis van dit stelsel de vrijgekomen standplaatsen uit te geven. Aan de hand van dit stelsel wordt een evenwichtige markt opgebouwd. In Winschoten staan van een paar branches twee marktkooplieden opgesteld. Aan de van het selectiestelsel kan worden bepaald dat bij vertrek van een van de twee marktkooplieden er geen nieuwe vergunning voor die branche wordt verleend. Er is dan de mogelijkheid de markt uit te breiden met een marktkoopman die artikelen uit een andere branche verkoopt. Dat komt de verscheidenheid in aanbod te goede.
In dit artikel is een stelsel voor verlening van nieuwe vaste standplaatsen op basis van loting uitgewerkt. Of de verlening op basis van loting plaatsvindt, blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt. De tekst van het artikel gaat ervan uit dat alleen degenen die voldoen aan de vereisten voor vergunningverlening van een vaste-standplaatsvergunning aan de loting deelnemen.
Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning
Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.
Artikel 12. Dagplaatsvergunning
De afgifte van een dagplaatsvergunning kan zich voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat bijvoorbeeld de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 10, vierde lid of zich tijdig heeft afgemeld.
Het in aanmerking nemen van een termijn ex artikel 12, derde lid, betekent dat langer dan een paar marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.
Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering
In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 van de verordening geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.
Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.
Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude marktverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch.