Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalorganisaties |
Citeertitel | Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalorganisaties |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Dit is gedelegeerde regelgeving van de Algemene Subsidieverordening Haaren.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-10-2003 | 01-02-2013 | Nieuwe regeling | 09-10-2003 Nieuwsbode, 15-10-2003 | B&W voorstel 02-09-2003 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Peuterspeelzaalorganisatie:een instelling die zich ten doel stelt één of meer ruimtelijke voorzieningen in stand te houden, waarin geregeld, gedurende een gedeelte van de dag onderdak, toezicht en verzorging gepaard gaande met begeleiding gericht op de ontwikkeling van het kind, wordt geboden aan kinderen in de leeftijd vanaf 2 jaar tot de leeftijd waarop zij normaliter de basisschool bezoeken;
Huisvestingslasten:1. kosten van groot onderhoud die voortvloeien uit door de burgemeester en wethouders goedgekeurde meerjarenonderhoudsplanningen; 2. het gebruiker- en eigenaardeel onroerende zaak belasting;3. premies die voortvloeien uit een afgesloten opstalverzekering;4. de aan derden verschuldigde huursom;5. de kosten van het gebruik van gas, water en elektriciteit.
De gemeenteraad bepaalt of een instelling op grond van deze beleidsregels in aanmerking komt voor subsidie. In ieder geval dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
Een aanvraag tot subsidievaststelling dient voor 1 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend te worden en omvat de volgende gegevens:
Artikel 4 Subsidievaststelling
De subsidievaststelling geschiedt door burgemeester en wethouders voorafgaand aan het tijdvak waarvoor subsidie is aangevraagd. Het door de raad bepaalde budget wordt daarbij, onder aftrek van 100% van de door alle aanvragers gespecificeerde huisvestingslasten onder artikel 3 sub e, naar rato van het aantal betaalde dagdelen per 1 maart van het jaar van indiening van de subsidieaanvragen over de aanvragers verdeeld.