Organisatie | Oldambt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet Inburgering gemeente Oldambt |
Citeertitel | verordening wet inburgering gemeente oldambt |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Vernieuwde regelgeving | 04-01-2010 | nieuwe regelgeving | ||
01-01-2010 | - | 04-01-2010 Streekblad | nieuwe regelgeving |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;
b. de wet: de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012;
c. de wetswijziging: de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb.2012, 430);
d. inburgeringsplichtige: persoon, bedoeld in artikel X, 2e t/m 5e lid van de wetswijziging;
Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of
Het college biedt aan de inburgeringsplichtige, als bedoeld in artikel X, lid 3, van de Wet inburgering 2013, een inburgeringsvoorziening aan, te weten:
a. de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 en
b. de geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet, die geen oudkomer is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de wet, voor zover deze uiterlijk 31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden.
Artikel 6 Opleggen van verplichtingen
Het college kan een inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:
a. het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;
b. het deelnemen aan gesprekken;
c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken;
d. voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;
e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;
f. het tijdig melden van relevante wijzigen in de (woon)situatie (o.a. verhuizing).
Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod
Het niet aanvaarden van een aanbod ontslaat de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 3 niet van de verplichtingen als benoemd in artikel 7 van de wet. Wanneer de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 het aanbod niet aanvaardt, geeft het college een kennisgeving af waarin de termijn zoals bedoeld in artikel 7 van de wet wordt meegedeeld.
Artikel 8 De inhoud van de beschikking
Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:
a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;
b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 3;
c. de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;
d. de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.
Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete
Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
Het college kan de inburgeringsplichtige een bestuurlijke boete opleggen van:
a. ten hoogste €. 250,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtige is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid van de wet.
b. ten hoogste €. 500,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.
c. ten hoogste €. 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.