Organisatie | Geldermalsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belasting, heffing, invordering, toerist, toeristen, toeristenbelasting |
Deze verordening is vervangen door de VERORDENING op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Geldermalsen 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 16-12-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 22-12-2014 | 002 | |
31-12-2010 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 21-12-2010 Nieuwsblad Geldermalsen, 30-12-2010 | Raadsbesluit, 2010, 12.9b |
VERORDENING op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2011
Onder de naam ”toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente
Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats: a. het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen. b. het aantal malen dat, gedurende de periode van 9 maanden van het kalenderjaar, door personen als bedoeld onder a. is overnacht gesteld op 57.
Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt per standplaats: a. het aantal overnachtende personen, in een kampeermiddel bestemd voor verblijf van maximaal 3 personen, gesteld op 2 personen. b. het aantal overnachtende personen, in een kampeermiddel bestemd voor verblijf van meer dan 3 personen, gesteld op 3 personen. c. het aantal nachten gesteld op de gemiddelde bezetting per kalenderdag vermenigvuldigd met 365 dagen. De gemiddelde bezetting per kalenderdag is het gemiddelde van zes tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling binnen een afzonderlijke periode van twee maanden valt.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid moeten de voorlopige aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voorafgaand aan het bieden van de gelegenheid tot overnachting, daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaren.