Organisatie | Geldermalsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING GELDELIJKE VOORZIENINGEN RAADS- EN COMMISSIELEDEN |
Citeertitel | Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Vergoeding, vergoedingen, vergoeding raadsleden, vergoeding commissieleden |
Externe bijlage | Bijlage 1 |
Vervangt Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden van 21-12-1999. Bijlage is categorie-indeling.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2002 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 26-11-2002 Nieuwsblad Geldermalsen, 5-12-2002 | Raadsbesluit, 2002, 11.8 |
De raad van de gemeente Geldermalsen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2002, nummer 110;
gelet op het advies van de Commissie Algemene Bestuurlijke en Juridische Zaken van 5 november 2002;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en Algemene wet bestuursrecht en het Rechtspositiebesluit
gelet op het Besluit van 22 maart 1994, Stb. 1994, 244, houdende regels betreffende rechtspositie van raadsen
commissieleden, zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;
vast te stellen de navolgende "VERORDENING geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2002".
Deze verordening verstaat onder:
commissie, genoemd in de bij deze verordening behorende bijlage;
c.Algemene Maatregel van Bestuur : het Besluit van 22 maart 1994, Stb 1994, 244, houdende de regels
betreffende de rechtspositie van raads- en commissieleden, zoals
laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415.
De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten, gelijk aan de bedragen, vermeld in de Algemene Maatregel van Bestuur behorende bij tabel I voor een gemeente in klasse 8 (gemeenten met 24.001 tot en met 30.000 inwoners) zoals die bedragen per 1 januari van elk jaar door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zijn of worden herzien.
De leden van een commissie –genoemd in de bijlage onder categorie 1- die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding gelijk aan het bedrag, vermeld in de bij de Algemene Maatregel van Bestuur behorende tabel IV voor een gemeente in klasse 3 (gemeenten met 20.001 tot en met 50.000 inwoners), zoals dat bedrag per 1 januari van elk jaar door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is of wordt herzien.
De bedragen voor de leden van de commissie als genoemd in het tweede lid, worden jaarlijks door het college aangepast, overeenkomstig de procentuele wijzigingen in de vergoedingen voor commissieleden die geen raadslid zijn -genoemd onder categorie 1- zoals vermeld in de bij de Algemene Maatregel van Bestuur behorende tabel IV voor een gemeente in klasse 3 (gemeenten met 20.001 tot en met 50.000 inwoners).
De leden van de raad en de leden van de commissie, als bedoeld in artikel 2, eerste lid en artikel 3 van deze
verordening, ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfskosten, gemaakt in verband met reizen buiten
het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het college van burgemeester en
wethouders of een gemeentelijke commissie, welke wordt vastgesteld in overeenstemming met de regels
voor de vergoeding, welke een rijksambtenaar ingevolge het Besluit van de minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijkrelaties van 1 maart 1993 (Stb. 1993, 144), houdende vaststelling van het Reisbesluit
binnenland voor het burgerlijk rijkspersoneel, sedertdien gewijzigd, voor dienstreizen ontvangt.
De uitbetaling van de in deze verordening bedoelde vergoedingen en tegemoetkomingen zal plaatsvinden als