Organisatie | Oldambt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ligplaatsenverordening van de gemeente Oldambt |
Citeertitel | ligplaatsenverordening van de gemeente oldambt |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 30-11-2017 | - | 04-01-2010 Streekblad | nieuwe regelgeving |
De raad van de gemeente Oldambt;
gelet op artikel 149 en artikel 156, lid 3, van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;
gelet op het besluit van Provinciale Staten van Groningen van 4 november 1998 inhoudende dat burgemeester en wethouders zijn aangewezen als bevoegd gezag in de zin van artikel 2, derde lid, van de Scheepvaartverkeerswet, over de in de betreffende gemeente gelegen aanlegplaatsen, ligplaatsen en woonschepenconcentraties, één en ander voor zover deze zich in scheepvaartwegen in beheer bij waterschappen bevinden;
overwegende dat het wenselijk is om voor het gebruik van het openbaar water in de gemeente Oldambt regels te stellen aan de ligplaatsen voor schepen uit oogpunt van het nautisch beheer, voor zover het betreft de ligplaatsen die zijn gelegen in binnen de gemeente gelegen wateren die in beheer zijn bij het waterschap, het ordelijk gebruik van de ligplaatsen, openbare orde, veiligheid, gezondheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;
overwegende dat deze verordening uitsluitend ziet op het openbaar water in de gemeente Oldambt en op de in de gemeente gelegen aanlegplaatsen, ligplaatsen en woonschepenconcentraties voor zover deze zich in scheepvaartwegen in beheer bij het waterschap bevinden;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
a. Openbaar water : alle wateren in de gemeente Oldambt, die al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;b. Ligplaats : een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om bij verblijf voor korte of langere duur door een woon-, bedrijfs-, recreatie-, of beroepsschip of een schip voor bijzondere of representatieve doeleinden te worden ingenomen;c. Vaartuig : naast het begrip vaartuig in de gebruikelijke zin van het woord een vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een vaartuig in aanbouw en een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren. d. Schip : elk vaartuig, met inbegrip van een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water;e. Woonschip : een schip dat vanwege zijn bestemming in de regel niet wordt verplaatst en uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebruikt wordt of tot woning bestemd is, alsmede een niet geregistreerd beroepsschip dat uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebruikt wordt of tot woning bestemd is, niet zijnde een bouwwerk als bedoeld in de Woningwet;f. Bedrijfsschip : een schip dat geheel of grotendeels wordt gebruikt ten behoeve van de uitoefening- ter plaatse en op of vanaf het schip – van een beroep of bedrijf, niet zijnde een schip als bedoeld onder h of i.g. Recreatieschip : een schip, uitsluitend bestemd en in gebruik voor recreatiedoeleinden, niet zijnde een woonschip dat dient als recreatieverblijf;h. Beroepsschip : een schip, uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor beroepsgoederenvervoer, alsmede sleep- en duwboten;
i. Schip voor bijzondere : een schip, uitsluitend bestemd of in gebruik voor doeleinden bijzondere doeleinden, waaronder in ieder geval worden begrepen passagiersschepen en rondvaartboten.j. Bijbehorende voorziening : zaken zonder welke het gebruik van het woonschip of bedrijfsschip niet goed mogelijk is zoals een bijboot, steiger en loopplank.k. Bijboot : een licht schip dat bij een groter schip behoort en waarvan de bovenkant niet hoger is dan 1 meter boven de waterlijn en de oppervlakte niet groter is dan 10 m²;l. Verwaarloosd schip : een schip waarvan casco en/of opbouw zodanig onvoldoende zijn beschermd tegen water- en weersinvloeden dat de instandhouding van het schip, zonder daarvoor ingrijpender maatregelen dan het normaal te verrichten onderhoud te treffen, in gevaar komt.
Artikel 2 Aangewezen gedeelten/nadere regels
Burgemeester en wethouders kunnen aan het innemen of hebben van een ligplaats met een schip nadere regels stellen uit het oogpunt van ordelijk gebruik van de ligplaatsen, openbare orde, veiligheid, gezondheid, milieuhygiëne, het aanzien van de gemeente. Tevens kunnen zij nadere regels stellen uit het oogpunt van het nautisch beheer voor zover het betreft de ligplaatsen die zijn gelegen in binnen de gemeente gelegen wateren die in beheer zijn bij het waterschap.
Burgemeester en wethouders stellen een aanwijsbesluit en een ligplaatsenkaart vast waarin is vastgelegd op welke gedeelten van openbaar water het met welk aantal van welk type schip -met inachtneming van de overige bepalingen in deze verordening- is toegestaan ligplaats in te nemen, te hebben danwel beschikbaar te stellen.
Artikel 3 Ligplaats innemen buiten aangewezen gedeelten
Het is verboden met een schip een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een schip beschikbaar te stellen buiten de in het aanwijsbesluit en de ligplaatsenkaart -als bedoeld in artikel 2, lid 2 voor dat type schip aangewezen gedeelten van openbaar water.
Artikel 5 Voorschriften en beperkingen
Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen burgemeester en wethouders voorschriften verbinden in het belang van:a. ordelijk gebruik van ligplaatsen;b. openbare orde;c. veiligheid;d. gezondheid; e. milieuhygiëne;f. het aanzien van de gemeente;g. nautisch beheer als bedoeld in artikel 2, lid 1.
Artikel 6 Vergunningplicht woonschepen
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid vervalt van rechtswege: a. indien in geval van nieuwbouw van een woonschip niet binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning ligplaats wordt ingenomen. Deze termijn kan op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder met ten hoogste een half jaar worden verlengd door burgemeester en wethouders;b. indien in geval van een bestaand woonschip niet uiterlijk binnen twaalf weken na het onherroepelijk worden van de vergunning met het betreffende woonschip ligplaats is ingenomen op de daartoe bestemde ligplaats. Deze termijn kan op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder met ten hoogste twaalf weken worden verlengd door burgemeester en wethouders.
Bij een woonschip waarvoor een vergunning als bedoeld in het eerste lid is verleend, is uitsluitend één bij het woonschip behorende bijboot of een recreatieschip, tot een maximum van 10 m² toegestaan, tenzij naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartegen bezwaren bestaan die verband houden met de belangen die deze verordening beoogt te beschermen.
Artikel 7 Ontheffingsplicht voor bedrijfsschepen
Een ontheffing als bedoeld in het eerste lid vervalt van rechtswege: a. indien in geval van nieuwbouw van een bedrijfsschip niet binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van de ontheffing ligplaats wordt ingenomen. Deze termijn kan op schriftelijk verzoek van de houder van de ontheffing met ten hoogste een half jaar worden verlengd door burgemeester en wethouders;b. indien in geval van een bestaand bedrijfsschip niet uiterlijk binnen twaalf weken na het onherroepelijk worden van de ontheffing met het betreffende bedrijfsschip ligplaats is ingenomen op de daartoe bestemde ligplaats. Deze termijn kan op schriftelijk verzoek van de houder van de ontheffing met ten hoogste twaalf weken worden verlengd door burgemeester en wethouders;
Bij een bedrijfsschip waarvoor een ontheffing als bedoeld in het eerste lid is verleend, is uitsluitend één bij het schip behorende bijboot, niet zijnde een recreatieschip, tot een maximum van 10 m² toegestaan, tenzij naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartegen bezwaren bestaan die verband houden met de belangen die deze verordening beoogt te beschermen.
Artikel 8 Weigeringsgronden vergunning woonschip of ontheffing bedrijfsschip
Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval geweigerd worden indien:a. in geval van een woonschip: de aanvrager niet is een natuurlijke persoon van tenminste 18 jaar, en tevens eigenaar en gebruiker van het woonschip;b. in geval van een bedrijfsschip: de aanvrager niet is een natuurlijke persoon van tenminste 18 jaar dan wel de rechtsgeldige vertegenwoordiger (directeur) van een rechtspersoon en tevens eigenaar van het schip; c. de aanvrager zich niet deugdelijk kan legitimeren als eigenaar van het woon- of bedrijfsschip en/of het woon- of bedrijfsschip niet kan identificeren;d. voor de ligplaats al vergunning of ontheffing is verleend;e. het woonschip of bedrijfsschip het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer belemmert;f. het woonschip of bedrijfsschip langer is dan 25 meter, breder dan 5 meter, een hoogte heeft boven de waterlijn van meer dan 3,5 meter of een diepgang heeft van meer dan 1,10 meter; g. het uiterlijk van het woonschip of bedrijfsschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;h. het woonschip of bedrijfsschip niet voldoet aan eisen van openbare orde, veiligheid, gezondheid, milieuhygiëne en nautisch beheer als bedoeld in artikel 2, lid 1;i. het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip of bedrijfsschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning of –ontheffing is aangevraagd kan innemen;j. de aanvrager al een vergunning of ontheffing voor een andere ligplaats heeft binnen het grondgebied van de gemeente;k. verzocht wordt om toepassing te geven aan artikel 11 (overdragen ligplaatsenvergunning of -ontheffing) maar de aanvrager niet kan aantonen dat voor het te vervangen woon- of bedrijfsschip waarvoor de ligplaatsvergunning of –ontheffing geldt, een andere vergunning of ontheffing kan worden verkregen dan wel het schip blijvend buiten het openbaar water wordt gebracht;l. verzocht wordt om toepassing te geven aan artikel 11 maar de aanvrager zijnde de koper van het woon- of bedrijfsschip waarvoor de ligplaatsvergunning of -ontheffing geldt, niet middels overlegging van een koopovereenkomst kan aantonen dat hij de nieuwe eigenaar van het schip is;m. de aanvraag niet in overeenstemming is met de door burgemeester en wethouders gestelde regels op het gebied van de bijbehorende voorzieningen;n. het woonschip of het bedrijfsschip waarvoor vergunning of ontheffing wordt gevraagd, verwaarloosd is;o. er sprake is van een samenstel van meerdere schepen;p. de afstand tot de naastgelegen schepen minder dan 5 meter bedraagt.
Artikel 10 Intrekking vergunning of ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning of ontheffing intrekken indien:a. de vergunning of ontheffing ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;b. de gegevens in de vergunning of ontheffing niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;c. niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;d. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd in het belang of de belangen van het ordelijk gebruik van ligplaatsen, de openbare orde, veiligheid, gezondheid, milieuhygiëne, aanzien van de gemeente of het nautisch beheer als bedoeld in artikel 2, lid 1;e. het woon- of bedrijfsschip waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft zonder toestemming van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;f. op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld in de vergunning of ontheffing;g. indien het woon- of bedrijfsschip uitsluitend of hoofdzakelijk voor andere doeleinden wordt gebruikt dan in de betreffende begripsbepalingen van artikel 1 is vastgelegd;h. indien sprake is van een onbewoond woonschip, dan wel van een klaarblijkelijk onbewoond woonschip gedurende een aaneengesloten periode van langer dan 12 maanden;i. bij vergroting of substantiële wijziging van het woon- of bedrijfsschip zonder daarvoor verkregen vergunning of ontheffing.
Indien één van de voor woonschepen of bedrijfsschepen aangewezen ligplaatsen vrijkomt, stellen burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste in de gelegenheid een nieuwe aanvraag voor een ligplaatsvergunning of –ontheffing in te dienen. In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning of –ontheffing slechts worden geweigerd op basis van de gronden, vermeld in artikel 8.
Artikel 13 Inzage vergunning of ontheffing
De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering van een ambtenaar belast met de zorg voor de naleving van één of meer bepalingen van deze verordening, ter inzage af te geven aan deze ambtenaar.
Artikel 14 Aansluiting aan nutsvoorzieningen en riolering
In delen van de gemeente waarin geen openbare riolering aanwezig is of in gevallen waar het schip op een grotere afstand dan 40 meter van het openbaar riool is gelegen, kunnen burgemeester en wethouders van het in het eerste lid bepaalde ontheffing verlenen, indien afvoer op een andere wijze zonder verontreiniging van water, bodem of lucht mogelijk is.
Uitgezonderd de in het derde lid genoemde wateren is het in artikel 3 gestelde verbod niet van toepassing op: a. ten hoogste één recreatieschip voor eigen gebruik, met uitzondering van schepen als bedoeld in onderdeel b van dit lid, waarmee ligplaats wordt ingenomen evenwijdig aan het perceel en één rij breed langs het perceel waarop de eigen woning of recreatiewoning is gelegen, binnen het grondgebied van de gemeente op voorwaarde dat de doorvaart niet wordt belemmerd, het innemen van ligplaats niet in strijd is met het toepasselijke bestemmingsplan en geen ligplaats wordt ingenomen in een rietkraag/ecologische zone;b. ten hoogste twee kleine open schepen die zijn gebouwd en bestemd om uitsluitend of hoofdzakelijk door spierkracht te worden voortbewogen tot maximaal 10m² aan het perceel waarop een woning of recreatiewoning is gelegen op voorwaarde dat de doorvaart niet wordt belemmerd, het innemen van ligplaats niet in strijd is met het toepasselijke bestemmingsplan en geen ligplaats wordt ingenomen in een rietkraag/ecologische zone;c. Het in de aanhef en onder lid a en b gestelde geldt niet voor zover de belangen die deze verordening beoogt te beschermen zich daartegen verzetten.
Van het verbod bedoeld in artikel 3 kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor het met een recreatieschip voor eigen gebruik ligplaats innemen of hebben, aan een perceel waarop de eigen woning is geplaatst, dat is gelegen aan het Beersterdiep, het Blauwediep, het Reiderdiep, de Oostereinderplas of in woongebied Het Riet, woongebied Het Park, woongebied De Wei of woongebied Het Dorp mits naar genoegen van burgemeester en wethouders een zodanige steiger is of wordt gerealiseerd op voorwaarde dat de doorvaart niet zal worden belemmerd als aan die steiger ligplaats wordt ingenomen.
In de in het aanwijsbesluit als bedoeld in artikel 2, lid 2, daartoe aangewezen gedeelten van openbaar water mag niet langer dan voor een aaneengesloten periode van 6 maanden ligplaats worden ingenomen met een beroepsschip, waarbij deze termijn op schriftelijk verzoek van de eigenaar van het beroepsschip met ten hoogste 6 maanden kan worden verlengd.
Artikel 18 Het nakomen van aanwijzingen
Ieder is verplicht terstond te gehoorzamen aan de mondelinge aanwijzingen, gegeven door een ambtenaar door burgemeester en wethouders belast met de uitvoering van deze verordening.
Artikel 20 Verwaarloosde schepen
Het is in het belang van het aanzien van de gemeente verboden om een ligplaats in te nemen of ingenomen te houden met een schip dat in verwaarloosde toestand verkeert.
Overtreding van ge- of verbodsbepalingen, bij of krachtens deze verordening gesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een schip zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 25 Overgangsbepalingen
Vergunningen of ontheffingen verleend voor inwerkingtreding van deze verordening blijven – indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – van kracht en worden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening geacht te zijn vergunningen of ontheffingen verleend krachtens deze verordening.
Voor recreatieschepen die zich voor inwerkingtreding van deze verordening buiten de op grond van artikel 2, lid 2, van deze verordening vastgestelde gedeelten van openbaar water bevinden, kunnen burgemeester en wethouders, na een daartoe, binnen 6 maanden na inwerkingtreding van deze verordening, ingediende aanvraag een ontheffing verlenen, overeenkomstig artikel 15, lid 2, van deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd voor inwerkingtreding van deze verordening blijven- indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden geacht voorschriften en beperkingen te zijn, opgelegd krachtens deze verordening.