Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eijsden-Margraten

De Planschadeverordening gemeente Eijsden-Margraten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEijsden-Margraten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDe Planschadeverordening gemeente Eijsden-Margraten 2011
CiteertitelPlanschadeverordening gemeente Eijsden - Margraten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpalgemeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de planschadeverordening van de gemeente Eijsden, vastgesteld op 9 september 2008 en de planschadeverordening van de gemeente Margraten, vastgesteld op 7 oktober 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Wet Bestuursrecht
  2. Wet ruimtelijke ordening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2011nieuwe regeling

24-05-2011

De Etalage, 01-06-2011

12IB000155

Tekst van de regeling

Intitulé

De Planschadeverordening gemeente Eijsden-Margraten 2011

De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;  

 

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen, Inwonerszaken en Grondgebiedzaken;

 

 BESLUIT VAST TE STELLEN:

De Planschadeverordening gemeente Eijsden-Margraten 2011

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;

  • b.

    aanvraagformulier: door het college vastgesteld formulier als bedoeld in artikel 4:4 Algemene wet bestuursrecht voor de aanvraag om tegemoetkoming in planschade.

  • c.

    adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon of commissie als bedoeld in artikel 6.1.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

  • d.

    Besluit: Besluit ruimtelijke ordening;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, Wet ruimtelijke ordening;

  • g.

    gemeente: gemeente Eijsden - Margraten;

  • h.

    planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening;

  • i.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening;

  • j.

    Wet: Wet ruimtelijke ordening;

  • k.

    wraking: het bezwaar maken tegen de aanwijzing van de adviseur vanwege vermeende partijdigheid van deze adviseur.

Artikel 2: Aanwijzing adviseur

  • 1.

    Tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het Besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht wijst het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag een adviseur aan die advies uitbrengt over de op de aanvraag te nemen beslissing.

  • 2.

    Indien de termijn als bedoeld in het eerste lid niet toereikend is voor het aanwijzen van een adviseur verlengt het college deze termijn met ten hoogste acht weken en wordt daarvan schriftelijk mededeling aan de aanvrager, eventuele andere bestuursorganen en belanghebbenden gedaan.

Artikel 3: Adviseur

  • 1.

    De adviseur beschikt over voldoende deskundigheid inzake de advisering op het gebied van planschade.

  • 2.

    De adviseur is niet werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het college en de gemeenteraad en is niet betrokken bij de planologische maatregel waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Indien behoefte bestaat aan extra deskundigheid kan het college meerdere adviseurs aanwijzen. De adviseurs vormen samen een commissie en benoemen uit hun midden een voorzitter.

Artikel 4: Wraking

Na de aanwijzing van de adviseur stelt het college de aanvrager, eventuele andere bestuursorganen en belanghebbenden in de gelegenheid om binnen twee weken nadat het college daarvan schriftelijk mededeling heeft gedaan een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs in te dienen.

Artikel 5: Horen en adviseren

  • 1.

    De adviseur organiseert een zitting waarin het college, de aanvrager eventuele andere bestuursorganen en belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich door de adviseur te laten horen.

  • 2.

    De adviseur kan van het horen afzien en doet daarvan schriftelijk mededeling, indien het college, de aanvrager, eventuele andere bestuursorganen en belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord dan wel hebben verklaard hun standpunt schriftelijk toe te lichten.

  • 3.

    De adviseur bepaalt het tijdstip waarop de adviseur de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt in ieder geval de aanvrager voor de plaatsopneming uit.

  • 4.

    Van de in het eerste lid bedoelde hoorzitting en de in het derde lid bedoelde bezichtiging wordt door de adviseur een verslag gemaakt dat onderdeel is van het advies.

  • 5.

    De adviseur brengt binnen 16 weken na de aanwijzing door het college een conceptadvies uit aan het college. Tegelijkertijd ontvangen de aanvrager, eventuele andere bestuursorganen en belanghebbenden een afschrift van het conceptadvies. Het college, de aanvrager eventuele andere bestuursorganen en belanghebbenden worden gewezen op de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzending van het conceptadvies een schriftelijke zienswijze in te dienen.

  • 6.

    Indien een verzoek tot wraking als bedoeld in artikel 4 van deze verordening is ingediend, wordt de in het vijfde lid bedoelde termijn opgeschort tot de dag waarop door het college op het verzoek om wraking is beslist.

  • 7.

    De adviseur brengt binnen acht weken na het verstrijken van de in het derde lid bedoelde termijn advies uit aan het college. Onverminderd het bepaalde in artikel 6.1.3.4 van het Besluit wordt in het advies ingegaan op de eventuele zienswijzen en de redelijkerwijs gemaakte kosten van rechtsbijstand en andere deskundige bijstand als bedoeld in artikel 6.5 van de Wet.

  • 8.

    Indien de termijnen als bedoeld in het vijfde en zevende lid niet toereikend zijn voor achtereenvolgens het uitbrengen van een conceptadvies en een advies doet de adviseur een schriftelijk en gemotiveerd verzoek bij het college de termijnen te verlengen. Het college kan de termijnen met ten hoogste acht weken verlengen en doet daarvan schriftelijk mededeling aan de aanvrager, eventuele andere bestuursorganen en belanghebbenden.

Artikel 6: Intrekking oude verordening

De planschadeverordening van de gemeente Eijsden, vastgesteld op 9 september 2008 en de planschadeverordening van de gemeente Margraten, vastgesteld op 7 oktober 2008, worden ingetrokken per 1 juni 2011.

Artikel 7: Slotbepalingen

  • 1.

    Aanvragen om planschade ingekomen voor inwerkingtreding van deze verordening, maar na inwerkingtreding van de Wet en het Besluit en waarop nog geen beslissing is genomen of waarop de beslissing is aangehouden, worden behandeld met in acht name van deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2011.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Planschadeverordening gemeente Eijsden - Margraten 2011”.

     

    Aldus besloten in de openbare vergadering van 24 mei 2011

     

    ­H.J. Waterborg, J.H.M. Bronckers

    Griffier, Voorzitter