Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) |
Citeertitel | Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Bedum, De Marne, Winsum |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
CARUWO
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2011 | Nieuwe regeling | 28-06-2011 De Wiekslag, 05-07-2011 | Onbekend |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bedum, De Marne en Winsum (BMW);
overwegende dat het, vanwege de verdere concretisering van deze samenwerking, gewenst is om te komen tot een vorm van Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO);
overwegende, dat de vakorganisaties gehoord zijn met betrekking tot de totstandkoming van deze regeling;
gelet op de bepalingen van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO van Bedum, De Marne en Winsum);
Degene, die als vertegenwoordiger of plaatsvervanger door de werkgever is aangewezen, houdt op dit te zijn, zodra hij geen lid meer van het college, dan wel gemeentesecretaris is, alsmede indien de werkgever hem doet weten dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen, conform artikel 2, lid 2.
Degene die als vertegenwoordiger of plaatsvervanger door een organisatie is aangewezen, houdt op dit te zijn, zodra hij geen lid van de organisatie of geen ambtenaar meer is, alsmede indien de organisatie schriftelijk aan de projectgroep doet weten, dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen, conform artikel 2, lid 3.
Besluiten omtrent de in artikel 5 bedoelde onderwerpen worden door de werkgever niet genomen, dan nadat in de commissie overeenstemming is bereikt.
Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaatshebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een, binnen veertien dagen, te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval worden behandeld.
Elk lid heeft het recht onderwerpen ter behandeling aanhangig te maken door deze schriftelijk op te geven aan de voorzitter. Deze stelt die onderwerpen zoveel mogelijk in de eerstvolgende vergadering aan de orde.
De vertegenwoordigers van de organisaties kunnen zich doen bijstaan door een vertegenwoordiger van het hoofdbestuur van hun organisatie. Zij zijn voorts bevoegd de onderwerpen van de agenda binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken aan een voorbespreking in eigen kring te onderwerpen.
De voorzitter kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van aan de commissie overlegde stukken geheimhouding voorstellen. Deze geheimhouding geldt niet ten opzichte van de werkgever, alsmede niet tegenover de (vertegenwoordigers van de) hoofdbesturen van de vertegenwoordigende organisaties.
De voorzitter kan op verzoek van tenminste twee leden of zo dikwijls als hij dit nodig acht, de vergadering schorsen voor een door hem te bepalen tijd.
De artikelen 19 tot en met 23 van deze regeling zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 5.
Indien één of meerdere deelnemers aan het overleg tijdens het overleg tot het oordeel komt dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van de meerderheid van de deelnemers aan het overleg zal hebben, brengen zij dit oordeel binnen zes dagen, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg.
Tenzij door de commissie wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat advies is ingewonnen van de advies- en arbitragecommissie dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.
Binnen zes dagen na de vergadering, bedoeld in artikel 19, wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de inhoud van het geschil.
Indien in de vergadering, bedoeld in artikel 19, geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie.