Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dalfsen

Beheersverordening begraafplaatsen Dalfsen 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDalfsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening begraafplaatsen Dalfsen 2003
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Dalfsen 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de Lijkbezorging, artikel 35
  2. Gemeentewet, artikel 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regels voor de grafbedekkingen

Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200316-06-2010Nieuwe regeling

25-11-2002

KernPUNTEN, 2008-04-15

2002-11-14, nummer 1240

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening begraafplaatsen Dalfsen 2003

 

De raad van de gemeente dalfsen;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2002, nummer 1240;

 

Overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;

 

Gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 150 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de “Beheersverordening begraafplaatsen Dalfsen 2003”

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen Ruitenborgstraat en Welsum te Dalfsen en de algemene begraafplaats Nieuwleusen te Nieuwleusen;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen en een urnentuin, waarvoor aan een natuurlijk of een rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • d.

    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van één overledene;

  • g.

    urnentuin: een plaats waar een urn bovengronds wordt bijgezet;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • j.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • k.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • l.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder "eigen graf” mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis en eigen gedenkplaats.

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang voor een ieder toegankelijk. Kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar hebben uitsluitend toegang onder begeleiding.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen Burgemeester en Wethouders toestaan, dat in bijzondere gevallen de begraafplaats ook op andere uren toegankelijk is.

  • 3.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 4.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    • a.

      anders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het eerste lid.

  • 3.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 4.

    Degenen die zich niet aan de in het derde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5
  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder, onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen anderepersonen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Op de begraafplaats aan de Ruitenborghstraat worden geen graven uitgegeven, noch is het mogelijk op deze begraafplaats as te (doen) verstrooien.

  • 2.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 36 uur voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bezetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Het lijk danwel het omhulsel en de asbus of de urn moeten zijn voorzien van een identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 4.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8 Gebouwen

Het gebruik van de aula op de begraafplaats Welsum moet uiterlijk 36 uur voorafgaand aan de dag

waarop van de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Begraving of bezetting in een eigen graf kan alleen plaatsvinden vóór afloop van de uitgiftetermijn en dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 16.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

1.De tijd van begraven is met uitzondering van erkende feestdagen: op maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur;

op zaterdag van 10.00 tot 14.00 uur.

  • 2.

    Het bezorgen van as en het bijzetten van asbussen is met uitzondering van erkende feestdagen: op maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de algemene begraafplaats Welsum kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en eigen urnengraven;

    • b.

      eigen urnennissen;

    • c.

      eigen gedenkplaatsen.

    Op de algemene begraafplaats Nieuwleusen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en eigen urnengraven;

    • b.

      eigen urnennissen.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders stellen nadere regels voor het gestelde in lid 2.

Artikel 13 Categorieën

Burgemeester en Wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14 Termijnen eigen graven

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van dertig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 15 Grafkelder

Burgemeester en Wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner danwel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner danwel een bloed of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan Burgemeester en Wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen,

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen Burgemeester en Wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 17 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen Burgemeester en Wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 18 Sluiting van graven

  • 1.

    Op aanvraag van de rechthebbende kunnen Burgemeester en Wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet danwel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk V Grafbedekkingen

Artikel 19 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van Burgemeester en Wethouders.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen Burgemeester en Wethouders nadere regels vaststellen.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Burgemeester en Wethouders kunnen de vergunning intrekken indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20 Grafbeplanting

Grafbeplanting kan slechts in overleg met de beheerder worden aangelegd. Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze dit mondeling of schriftelijk aan de beheerder heeft verzocht.

Artikel 21 Verwiidering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door Burgemeester en Wethouders worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door Burgemeester en Wethouders bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij Burgemeester en Wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij Burgemeester en Wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • -

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken;

    • -

      de grafbedekking niet binnen drie maanden, nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 22 Onderhoud grafbedekking

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de zelf aangebrachte grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2.

    Indien hij nalaat de zelf aangebrachte grafbedekking behoorlijk te onderhouden, kunnen Burgemeester en Wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4.

    Wanneer het onderhoud niet naar genoegen van Burgemeester en Wethouders plaatsvindt kunnen Burgemeester en Wethouders dit onderhoud van gemeentewege (laten) verrichten.

Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van Burgemeester en Wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op één van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

  • 4.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze gedurende maximaal 1 jaar ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5.

    De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen danwel om deze elders opnieuw te doen begraven.

  • 6.

    De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus gedurende maximaal 1 jaar ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 24 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 13 en 19, tweede lid, van deze verordening.

  • 2.

    Het bestuur van het kerkgenootschap kan Burgemeester en Wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen Burgemeester en Wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis, dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

Hoofdstuk VIII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 25 Lijst

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken Burgemeester en Wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk IX Inrichting register

Artikel 26 Voorschriften

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk X Slotbepalingen

Artikel 27 Overgangsbepalingen

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 29 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 28 Strafbepaling

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met artikel 3, lid 4, of artikel 4, lid 1 en 2, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Overtreding van artikel 3, lid 4, of artikel 4, lid 1 en 2, van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003, met ingang van welke datum de bestaande verordeningen:

  • 1.

    Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Dalfsen 1995, inclusief alle daaropvolgende wijzigingen;

  • 2.

    Beheersverordening begraafplaats (Nieuwleusen), inclusief alle daaropvolgende wijzigingen, vervallen.

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordeningkan worden aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsenDalfsen2003.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadeing van 25 november 2002

De secretaris, de voorzitter,

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen graf

HOOFDSTUK II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

Artikel 4 Ordemaatregelen

Artikel 5

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

HOOFDSTUK III Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

Artikel 8 Gebouwen

Artikel 9 Over te leggen stukken

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

HOOFDSTUK IV Indeling en uitgifte der graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

Artikel 13 Categorieën

Artikel 14 Termijnen eigen graven

Artikel 15 Grafkelder

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

Artikel 17 Afstand doen van graven

Artikel 18 Sluiting van graven

HOOFDSTUK V Grafbedekkingen

Artikel 19 Vergunning grafbedekking

Artikel 20 Grafbeplanting

Artikel 21 Verwiidering grafbedekking

Artikel 22 Onderhoud grafbedekking

HOOFDSTUK VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

HOOFDSTUK VII Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 24 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

HOOFDSTUK VIII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 25 Lijst

HOOFDSTUK IX Inrichting register

Artikel 26 Voorschriften

HOOFDSTUK X Slotbepalingen

Artikel 27 Overgangsbepalingen

Artikel 28 Strafbepaling

Artikel 29 Inwerkingtreding

Artikel 30 Citeertitel