Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
Citeertitel | Treasurystatuut Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Treasurystatuut 2005.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2011 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 29-03-2011 Geen | MID 11/005 |
De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en wethouders van 8 februari 2011;
Gehoord de commissie Raadsvoorbereiding d.d. 8 maart 2011;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden;
Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 maart 2011.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in de Handreiking Treasury van begin 2000 gewezen op de diverse ontwikkelingen die in dat kader van belang zijn. De Wet financiering decentrale overheden (FIDO), die met ingang van 1 januari 2001 in werking is getreden, maakt daar onderdeel van uit. Als gevolg hiervan hebben de Nederlandse gemeenten hun treasuryfunctie geprofessionaliseerd en zijn er treasurystatuten vastgesteld, die de taken en bevoegdheden van alle in het treasuryproces actieve gemeentelijke onderdelen en functionarissen vastleggen en borgen.
Ook de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude heeft een treasurystatuut. De huidig vigerende versie is in 2005 door de raad vastgesteld. Thans is een nieuwe actualisatie aan de orde op grond van enkele aanpassingen in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) en de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo). Deze aanpassingen vinden grondslag in de onrust op de financiële markten als gevolg van de financiële crisis die in de tweede helft van 2008 is ontstaan.
De wijzigingen in de Wet Fido en in Ruddo zijn door middel van een publicatie in de Staatscourant van 9 april 2009 per die datum van kracht geworden. Verder is aanpassing van het treasurystatuut noodzakelijk vanwege de aan de gemeenteraad voorgelegde nieuwe verordening ex artikel 212 Gemeentewet.
Doel van het treasurystatuut is en blijft om de raad met behulp van deze geactualiseerde versie en de
Treasuryparagrafen in de Planning- en Control documenten de mogelijkheid te bieden invulling te geven aan haar verordenende en controlerende bevoegdheid. Daarnaast blijft duidelijk naar voren komen wat de uitvoerende taken van het college van burgemeester en wethouders zijn en de daarbij passende verantwoording. Het resultaat is een duidelijke bestuurlijke verantwoordingsstructuur en een grote transparantie bij de uitvoering van de treasuryfunctie.
Het treasurystatuut versie 2011 beslaat een twintigtal artikelen. In die artikelen zijn een aantal "vaktechnische" termen gebruikt. In de bijlage zijn die termen in de vorm van een verklarende woordenlijst nader toegelicht.
Doelstellingen, aandachtsgebieden en strategie 4
artikel 4, treasury als bedrijfsproces
artikel 5, verdeling van taken
Begrotings- en rapportagevereisten wet FIDO 8
artikel 9, rapportage renterisiconorm
artikel 10, rapportage kasgeldlimiet
artikel 13, uitlenen van gelden aan instellingen
artikel 14, aantrekken van middelen
artikel 15, afdekken van financiële risico's d.m.v. derivaten
artikel 16, criteria voor het afsluiten van derivaten
artikel 17, rekening-courantovereenkomsten
artikel 18, afsluiten van contracten in uitsluitend de Euro
artikel 19, het handboek treasury
artikel 20, buiten werking stellen van treasurystatuut 2005
Samenvatting verantwoordelijkheden, bevoegdheden en informatievoorziening 12
Het treasurystatuut gaat artikelsgewijs in op de doelstellingen en de randvoorwaarden van het financierings en beleggingsbeleid van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Elk artikel wordt gevolgd door een in cursief weergegeven toelichting. Deze toelichting maakt een integraal onderdeel uit van het artikel.
De formele werking van de bevoegdhedenregeling tussen raad en het college van B&W is in separate besluitvorming - te weten de Verordening ex artikel 212 Gemeentewet - vastgelegd.
In dit treasurystatuut wordt verwezen naar het handboek treasury. Het handboek treasury bevat een verdere uitwerking van wat in dit treasurystatuut formeel is vastgelegd. In het handboek zijn in ieder geval geregeld:
Het handboek treasury wordt door het college van B&W vastgesteld.
De doelstelling van de treasury van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude wordt als volgt gedefinieerd:
"Het via financiële activiteiten en de inzet van financiële instrumenten zodanig bijdragen aan de optimale financiële positie van de organisatie, dat:
Het streven naar een optimale financiële positie mag nimmer overschrijding van de voorwaarden zoals deze in de overige artikelen van dit treasurystatuut zijn vastgelegd, tot gevolg hebben. Hierbij wordt onderkend dat deze limitering in handelen dat een prudent treasurybeleid tot gevolg heeft, een tegenwerkend effect ten aanzien van een optimaal resultaat kan betekenen.
Bij het nastreven van de optimale financiële positie heeft de treasury vanuit haar professionele expertise te maken met diverse onderling samenhangende financiële vraagstukken, waarbij zij -afhankelijk van haar procuratie (bevoegdheden)- de rol van beslisser, adviseur of uitvoerder heeft. Betreffende vraagstukken kunnen als volgt worden gegroepeerd in een drietal aandachtsgebieden waarop de treasury van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude zich richt:
- financiering van tijdelijke tekorten/uitzetten van tijdelijke overschotten | |
Vermogensmanagement heeft betrekking op het, tegen zo laag mogelijke kosten, voorzien in de benodigde lange-termijn liquiditeiten voor de realisatie van voorgenomen investeringen en overige activiteiten. Het balansmanagement en de toegang tot de vermogensmarkt spelen hierin een belangrijke rol. Een financieel instrument dat de treasury hier ter beschikking staat is onder meer: het aantrekken van langlopende geldleningen.
De algemene doelstelling van het middelenmanagement is het optimaliseren van de liquiditeitspositie door afstemming van de beschikbare liquiditeiten met de, uit hoofde van de bedrijfsactiviteiten, benodigde liquiditeiten. Door gebruik te maken van financiële instrumenten kunnen afwijkingen ten aanzien van omvang en tijd worden gecorrigeerd. Bovendien kan op deze wijze een rendementsverbetering dan wel een kostenverlaging worden gerealiseerd. Beschikbare financiële instrumenten zijn onder andere: deposito’s en kasgeldleningen met looptijden > 6 maanden, renteopties, renteswaps.
Cashmanagement heeft betrekking op het dagelijks kasbeheer. Algemene doelstelling is hier het actief beheren en optimaal renderend maken van de dagelijkse geldvoorraden die voortvloeien uit de dagelijkse betalingen en ontvangsten uit hoofde van enerzijds de bedrijfsactiviteiten en anderzijds (autonome) financiële activiteiten.
De belangrijkste financiële instrumenten bij het cashmanagement zijn: (ook weer) kasgeld en deposito’s met looptijden < 6 maanden, daggeld, afromingen van subrekeningen.
Ten aanzien van het te voeren treasurybeleid dient vast te staan welke strategie wordt gevolgd bij het beheersen van renterisico's. De gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude kiest op grond van de in onderstaande toelichting opgesloten motivatie voor de offensieve strategie.
Er kunnen in dit verband verschillende invalshoeken worden gekozen:
De keuze voor het type strategie is afhankelijk van een analyse van:
Gegeven het door de wet Fido voorgeschreven prudente treasury-beleid aangevuld met de wetenschap dat in een complexe (politieke) organisatie als een gemeente de informatiestromen, zeker op middellange en lange termijn, een bepaalde mate van onnauwkeurigheid in zich hebben wordt voor de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude gekozen voor een offensieve strategie. Een defensieve strategie is toepasbaar bij een hoge mate van betrouwbaarheid van de informatiestromen terwijl een agressieve strategie in strijd is met het door de wet Fido voorgeschreven prudente treasurybeleid.
De verwachte omvang van de renteposities alsmede de in dit verband te hanteren financiële instrumenten en limieten worden in de formele ijkmomenten (begroting, rapportages, jaarrekening) binnen de Planning en Controlcyclus van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude ter vaststelling door de raad gepresenteerd.
Om het intern risicomanagement te kunnen uitvoeren moet de treasury als een bedrijfsproces worden gezien. Immers, management betreft het besturen en beheersen van bedrijfsprocessen, waarbij de risico’s vooral betrekking hebben op de effectiviteit van de treasury (de inzet van de juiste instrumenten), de kwaliteit van de treasury (het voorkomen van fouten) en de rechtmatigheid van de treasuryhandelingen (het tegengaan van fraude).
Het hoofdproces bestaat uit het management van de financiële activiteiten van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, die de financiële positie van A (inputsituatie) naar B (outputsituatie) brengen. De input van dit proces bestaat uit begroting, rapportages in het kader van de Planning- en Controlcyclus, besluiten, het meerjareninvesteringsplan (M.I.P.) etc. alsmede uit de financiële informatie over de normale operationele processen en de informatie uit de financiële markten.
Op basis van deze input worden de treasuryparagrafen van begroting en rapportages in het kader van de Planning- en Controlcyclus voorbereid, vastgesteld door de raad en vervolgens op beheerste wijze uitgevoerd (treasury-management). De output van het proces is de uitvoering van dit alles en wordt gerapporteerd d.m.v. tussentijdse rapportages (zie art. 9 en art 10) en in de financieringsparagraaf van het jaarverslag, dat ook weer wordt vastgesteld door de raad.
Het totale proces heeft een cyclisch karakter doordat het oorspronkelijke beleidsplan zoals dat in de begroting is opgenomen periodiek updates ondergaat mede door wijziging van de inputvariabelen.
De organisatiestructuur betreft de formele verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden over de diverse bestuurlijke lagen en over de personeelsorganisatorische functies. Deze verdeling wordt afgeleid uit het treasuryproces waarbij rekening wordt gehouden met functiescheiding.
In het treasurybeleidsproces van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude worden de volgende drie fases onderscheiden:
Voorbereiden van het treasurybeleid
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het in de treasuryparagrafen van begroting en rapportages in het kader van de Planning- en Controlcyclus op te nemen treasurybeleid alsmede de in dit verband te hanteren financiële instrumenten en limieten.
Vaststellen van het treasurybeleid
De formele vaststelling van het te voeren treasurybeleid is een verantwoordelijkheid van de raad op basis van
Tussentijdse beleidsbijstellingen (binnen de kaders van het treasurystatuut) worden door middel van vaststelling van de genoemde Planning en Controldocumenten door de raad bekrachtigd (bevoegdheid).
Uitvoeren van het treasurybeleid
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde treasurybeleid.
Het renterisico op de vaste schuld van deze gemeente dient te allen tijde te voldoen aan de
renterisiconorm zoals deze is vastgelegd in de wet Fido.
Onder "vaste schuld" wordt verstaan het saldo van leningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Het effect van eventueel aanwezige derivaten op de rentetypische looptijd dient hierbij te worden meegenomen.
Het renterisico op vaste schuld is het gedeelte van de vaste schuld dat in het betreffende jaar een nieuwe rente zal kennen. Het renterisico bestaat derhalve uit twee componenten: de renteherziening en de verplichte aflossingen. Het renterisico mag niet meer dan een bepaald percentage van het begrotingstotaal van het betreffende jaar, de norm zoals vastgelegd in de wet Fido, bedragen. Momenteel is dit percentage 20 %.
De netto vlottende schuld dient te allen tijde te voldoen aan de kasgeldlimiet zoals deze is vastgelegd in de wet Fido.
Onder "netto vlottende schuld" wordt verstaan het saldo van leningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar. Rekening-courant en gelden in kas zijn hierbij inbegrepen. Het effect van eventueel aanwezige derivaten op de rentetypische looptijd dient hierbij te worden meegenomen. In een kwartaal dient het gemiddelde netto vlottende schuld -dit is het gemiddelde van de netto vlottende schuld op de eerste dag van iedere maand van het betreffende kwartaal- niet boven een bepaald percentage van het begrotingstotaal, de kasgeldlimiet zoals vastgelegd in de wet Fido, uit te komen. Onder begrotingstotaal wordt verstaan de totale geautoriseerde lasten van de begroting.
Transacties vallend binnen het bereik van dit treasurystatuut, dienen op voor de gemeente zo gunstig mogelijke condities te worden afgesloten.
Onder "condities" wordt hier nadrukkelijk niet alleen het rentepercentage bedoeld, maar ook de bijkomende zaken als provisies, zekerheden en alle andere soorten mogelijke kosten.
Het college van B&W draagt zorg voor het voldoen aan de rapportagevereisten met betrekking tot de renterisiconorm, zoals deze zijn vastgelegd in de wet Fido en het B.B.V. Tevens draagt het college van B&W zorg voor de begrotingsvereisten met betrekking tot de renterisiconorm, zoals deze zijn vastgelegd in de wet Fido en het B.B.V. De raad ziet er op toe dat aan genoemde vereisten wordt voldaan.
De gegevens over de renterisiconorm worden één maal per jaar achteraf gerapporteerd in de treasuryparagraaf van het jaarverslag. Daarnaast wordt ook jaarlijks in de programmabegroting een financieringsparagraaf opgenomen, waarin een prognose van de ontwikkeling van de renterisiconorm is gemaakt voor minimaal de komende vier jaar.
Het college van B&W draagt zorg voor het voldoen aan de rapportagevereisten met betrekking tot de
kasgeldlimiet, zoals deze zijn vastgelegd in de wet Fido en het B.B.V. Tevens draagt het college van B&W zorg voor de begrotingsvereisten met betrekking tot de kasgeldlimiet, zoals deze zijn vastgelegd in de wet Fido en het B.B.V. De raad ziet er op toe dat aan genoemde vereisten wordt voldaan.
De rapportage over de ontwikkeling van de kasgeldlimiet maakt deel uit van de treasuryparagraaf van het jaarverslag. Daarnaast maakt een prognose van de ontwikkeling van de kasgeldlimiet voor minimaal het komende jaar jaarlijks deel uit van de financieringsparagraaf van de programmabegroting.
Het college van B&W is bevoegd om uitzettingen, zowel op lange als op korte termijn, te doen bij tegenpartijen die voldoen aan de kredietwaardigheideisen zoals die zijn vastgelegd in de wet Fido, in het bijzonder de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Indien de uitzetting een gevolg is van de aanwezigheid van tijdelijk overtollige middelen als gevolg van één of meerdere gesloten projectfinancieringen, dan vindt deze uitzetting plaats bij de financiële instelling waar de projectfinanciering mee is aangegaan.
Onder uitzettingen wordt in dit verband verstaan: "Het uitzetten van overtollige middelen die zijn ontstaan door het niet synchroon lopen van de uitgaven en de ontvangsten. Deze overtollige middelen worden tijdelijk buiten de publieke taak gehouden en in een latere fase voor de publieke taak aangewend".
Uitzettingen mogen worden gedaan bij kredietwaardige partijen. Onder "kredietwaardige partijen" wordt verstaan:
financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) onder toezicht van De Nederlandse Bank met minimaal een AA-rating van tenminste twee gezaghebbende rating-agencies (Moody's, S&P of Fitch). Indien de gelden worden uitgezet voor een periode van drie maanden of korter dienen de financiële instellingen minimaal een A-rating van tenminste twee gezaghebbende rating-agencies te hebben.
instellingen aan wiens papier door een bancaire toezichthouder in een EURO-lidstaat de solvabiliteitsvrije status is toegekend. Deze status houdt in dat een bank voor desbetreffend papier geen reserves behoeft aan te houden. In de praktijk betekent dit dat de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude middelen kan uitzetten bij andere Nederlandse overheden/openbare lichamen.
Het college van B&W is bevoegd om uitsluitend uitzettingen te doen in de vorm van financiële producten die voldoen aan de vereisten zoals die zijn vastgelegd in de wet Fido, in het bijzonder in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Indien de uitzetting een gevolg is van de aanwezigheid van tijdelijk overtollige middelen als gevolg van één of meerdere gesloten projectfinancieringen, dan vindt deze uitzetting plaats bij de financiële instelling waar de projectfinanciering mee is aangegaan.
Gelden kunnen uitsluitend worden uitgezet in:
Het uitzetten van gelden zal alleen plaatsvinden indien er geen mogelijkheden zijn om de kennelijk overtollige liquiditeiten aan te wenden ter vroegtijdige, rentetechnisch profijtelijke, aflossing van lopende leningen of ter investering in voor de gemeente binnen de publieke taak behorende zaken. Het op langere termijn beleggen van middelen is op zich geen taak voor de gemeente.
Conform artikel 8 wordt bij het uitzetten van gelden gestreefd naar de meest gunstige voorwaarden en condities, waarbij deze in ieder geval marktconform dienen te zijn.
Het college van B&W is bevoegd leningen te verstrekken tot een maximum van € 500.000, - aan instellingen met een maatschappelijke doelstelling onder de verplichting hiervan mededeling te doen in de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.
De betreffende leningen kunnen uitsluitend worden verstrekt:
Noot: Het gestelde in artikel 11 en 12 heeft betrekking op overtollige middelen. Dit zijn de overschotten die ontstaan uit het niet synchroon lopen van de uitgaven en de ontvangsten; het gaat hier om de feitelijke treasuryfunctie.
Het verstrekken van leningen als bedoeld in artikel 13 gaat om een vorm van instrumentering die met de uitvoering van de treasuryfunctie niets te maken heeft, maar die verband houdt met een ander beleidsonderwerp en tegen deze achtergrond in het kader van de wet FIDO wèl is toegestaan. Het verstrekken van geldleningen aan partijen die niet voldoen aan het criterium “instelling met een maatschappelijke doelstelling” is te allen tijde een bevoegdheid van de raad.
Het college van B&W is bevoegd om gelden aan te trekken in de vorm van leningen, dan wel door het uitgeven van schuldbewijzen. Deze gelden, mogen alleen betrokken worden van partijen die voldoen aan de in artikel 11 gestelde eisen.
Conform artikel 9 wordt bij het aantrekken van gelden gestreefd naar de meest gunstige voorwaarden en condities, waarbij deze in ieder geval marktconform dienen te zijn.
Het gebruik van derivaten (rente – instrumenten) is slechts toegestaan voor het verminderen of (ten behoeve van gewenste spreiding van renterisico) verschuiven van een renterisico. Vóór het afsluiten van een derivatentransactie wordt het advies van een onafhankelijk externe adviseur ingewonnen.
Financiële derivaten kunnen alleen worden afgesloten met een instelling die voldoet aan de criteria genoemd in artikel 11.
Conform artikel 9 wordt bij het afsluiten van dergelijke producten gestreefd naar de meest gunstige voorwaarden en condities, waarbij deze in ieder geval marktconform dienen te zijn.
Het college van B&W is bevoegd rekening-courantovereenkomsten aan te gaan met in Nederland gevestigde bancaire instellingen.
Onder in Nederland gevestigde bankinstellingen worden in dit statuut verstaan bankinstellingen met statutaire zetel in Nederland alsmede dochters/kantoren van banken met statutaire zetel in het buitenland. De bank dient onder toezicht te staan van De Nederlandse Bank NV als bedoeld in de Wet Toezicht Kredietwezen.
Indien er sprake zal zijn van uitzetting van gelden op de rekening-courant dan is het gestelde in artikel 11 onverkort van toepassing.
Het college van B&W zal in de praktijk een groot gedeelte van haar bevoegdheden doormandateren binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
Dit treasurystatuut vervangt de door de gemeenteraad van Haarlemmerliede en Spaarnwoude op 18 oktober 2005 vastgestelde versie die daarmede is komen te vervallen.
Wijzigingen in het door de raad vastgestelde treasurystatuut kunnen slechts worden aangebracht door de raad.
Bijlage Verklarende woordenlijst
Afkorting van Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
De Provinciewet en de Gemeentewet schrijven voor dat provincies respectievelijk gemeenten een begroting, meerjarenraming, jaarrekening en jaarverslag maken en geven enkele vereisten waaraan de genoemde documenten dienen te voldoen. In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten zijn nadere eisen gesteld aan genoemde documenten met als doelstelling te waarborgen dat de door diverse partijen benodigde informatie wordt geleverd.
Niet-verhandelbare belegging bij een bank, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast, vooraf afgesproken rentepercentage, wordt weggezet.
Derivaten zijn (afgeleide) financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. Deze onderliggende waarden kunnen reële producten zijn zoals grondstoffen, of financiële producten zoals effecten. Derivaten kennen een breed toepassingsgebied en kunnen onder andere worden gebruikt om valuta- of renterisico's te sturen/beheersen en financieringskosten te minimaliseren.
Een kasgeldlening is een overeenkomst tussen twee partijen om een bepaald bedrag tegen een bepaald tarief voor een vaste periode met elkaar uit te wisselen.
Ten aanzien van de financiering op korte termijn dient de zogenaamde kasgeldlimiet leidend te zijn. Deze kasgeldlimiet wordt op grond van de Wet FIDO bepaald op grond van een ministerieel vastgesteld percentage van de jaarbegroting per 1 januari van enig jaar. Kort gezegd geeft de kasgeldlimiet de grens aan tot welk bedrag de gemeente "rood" mag staan bij de bank. Komen we structureel boven die grens, dan dienen financieringsmiddelen met een rentetypische looptijd van > 1 jaar te worden aangetrokken.
Rating-agencies verzamelen informatie over ondernemingen. Op basis van die informatie zijn zij in staat de kredietwaardigheid van die ondernemingen te analyseren en daar een kwalificatie aan te verbinden.
Deze kwalificaties worden gepubliceerd, o.a. via het Internet en zijn voor vermogensverschaffers feitelijk een onmisbaar instrument bij het afwegen van partijen in geval van het uitzetten van middelen.
Het recht om een onderliggende waarde (in dit geval een hoofdsom) te kopen (calloptie), dan wel te verkopen (putoptie) tegen de in het optiecontract vermelde prijs (in dit geval het rentetarief) gedurende een bepaalde periode of op een bepaald moment.
Bij een renteswap wordt tussen twee partijen (waarvan er één een bank is) overeengekomen dat de
renteverplichtingen in de vorm van een vaste en een variabele rente met betrekking tot een afgesproken hoofdsom gedurende een bepaalde periode worden geruild.
Het nut van dit instrument kan bijvoorbeeld zijn dat een activum dat met lang vreemd vermogen is gefinancierd tegen de achtergrond van een verwachte daling van de korte rente, na afsluiting van de renteswap op goedkopere wijze is gefinancierd.
In relatie tot dit treasurystatuut wordt onder een transactie verstaan “een overeenkomst tussen de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en een andere partij op het gebied van de met name in het treasurystatuut vermelde producten”.
Wet FIDO staat voor: Wet financiering decentrale overheden. De wet bevordert een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Doel is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen, die mogelijk consequenties hebben voor hun financiële positie. Tevens beoogt de wet een bijdrage te leveren aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de (inter-)nationale kapitaalmarkten en tevens de ook in internationaal perspectief wenselijke continuïteit in het wet- en regelgevend karakter te realiseren.