Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalburg

Opiniërende vergadering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOpiniërende vergadering
CiteertitelVerordening opiniërende vergadering
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het reglement van orde opiniërende vergaderingen van 25 mei 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-201001-02-2013Wijziging

26-10-2010

Onbekend

Geen
01-06-2010Nieuwe regeling

25-05-2010

Het Kontakt, 16-06-2010

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Opiniërende vergadering

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      lid: lid van de opiniërende vergadering;

    • b.

      voorzitter: voorzitter van de opiniërende vergadering of diens vervanger;

    • c.

      griffier: griffier van de opiniërende vergadering en de gemeenteraad of diens vervanger;

    • d.

      vergadering: vergadering van de opiniërende vergadering.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling

  • 1

    De gemeenteraad stelt een opiniërende vergadering in.

Artikel 3 Taken

  • 1

    De opiniërende vergadering heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad op eigen initiatief;

    • c.

      voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur;

    • d.

      het college om nadere informatie vragen of verzoeken een onderwerp in een bepaalde richting nader uit te werken en met aanvullende of gewijzigde voorstellen te komen;

    • e.

      het bepalen of een onderwerp voor besluitvorming of voor debat naar de eerstvolgende raadsvergadering kan worden doorgeleid. Op verzoek van ten minste twee leden wordt een onderwerp als debatstuk doorgeleid naar de eerstvolgende raadsvergadering.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De opiniërende vergadering bestaat uit minimaal één en maximaal drie leden per fractie.

  • 2.

    Indien een fractie meer dan 3 leden in de gemeenteraad heeft vertegenwoordigd, bestaat deze fractie uit ten hoogste het aantal leden dat gelijk is aan het aantal raadsleden dat zitting neemt in de gemeenteraadsvergadering.

  • 3.

    Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid, niet zijnde een raadslid, van de opiniërende vergadering.

  • 4.

    De in het derde lid genoemde niet-raadsleden, worden door de gemeenteraad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 5.

    Om als lid van een opiniërende vergadering benoemd te worden dienen de leden bij de laatste verkiezingen van de gemeenteraad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de fractie waarvoor zij als burgerlid worden benoemd.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    Het voorzitterschap rouleert per vergadering volgens een vooraf vastgesteld schema onder de fractievoorzitters.

  • 2.

    De voorzitter blijft voorzitter tot de eerstvolgende opiniërende vergadering.

  • 3.

    De voorzitter is geen lid van de opiniërende vergadering.

  • 4.

    De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b. het handhaven van de orde; c. het doen naleven van deze verordening; d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 2.

    Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van de opiniërende vergadering indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De gemeenteraad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    Een lid en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de gemeenteraad. Het ontslag gaat in, in de maand die volgt na ontvangst van de schriftelijke mededeling, of zoveel eerder als in de opvolging is voorzien.

  • 5.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de gemeenteraad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 6.

    Indien een fractie, zoals blijkt uit een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de gemeenteraad, niet langer vertegenwoordigd is in de gemeenteraad, vervalt het lidmaatschap van het lid van de opiniërende vergadering dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1.

    Het secretariaat van de opiniërende raad wordt opgedragen aan de griffier. De griffier kan deze taak overdragen aan een door het college aangewezen ambtenaar of een externe organisatie, nadat de opiniërende raad hierover is gehoord.

  • 2.

    De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad en het college aangewezen ambtenaar of externe organisatie.

Artikel 8 Vergoedingen niet-raadsleden

  • 1.

    De niet-raadsleden zoals bedoeld in artikel 4 van deze verordening ontvangen voor het bijwonen van een opiniërende vergadering een vergoeding zoals genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Door middel van ondertekening van de voor iedere vergadering beschikbaar gelegde presentielijsten zoals genoemd in artikel 16 van deze verordening, maakt het niet raadslid duidelijk, recht te hebben op een vergoeding per vergadering.

  • 2.

    De vergoedingen voor het bijwonen van iedere vergadering worden per kwartaal uitbetaald.

  • 3.

    De griffier draagt zorg voor de registratie van de aanwezigheid van de niet-raadsleden en geeft de opdrachten voor de betalingen.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de bijeenkomsten van de opiniërende vergaderingen plaats op de dinsdag 2 weken voorafgaand aan de gemeenteraadsvergadering.

  • 2.

    De vergaderingen van de opiniërende vergadering vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis te Wijk en Aalburg.

  • 3.

    De vergadering wordt in de regel uiterlijk om 23.00 uur door de voorzitter beëindigd of geschorst. Bij schorsing wordt de vergadering voortgezet op de donderdag direct volgend op de opiniërende vergadering.

  • 4.

    De opiniërende vergadering vergadert voorts indien de agendacommissie het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 5.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendacommissie.

  • 2.

    De agendacommissie bestaat uit de fractievoorzitters.

  • 3.

    De plaatsvervangende voorzitter van de gemeenteraad is voorzitter van de agendacommissie.

  • 4.

    De agendacommissie heeft tot taak het voorlopig vaststellen van de agenda’s van de opiniërende vergadering.

  • 5.

    De conceptagenda en de daarbij behorende stukken van de opiniërende vergaderingen worden door de griffier per mail aan de leden toegezonden.

  • 6.

    De leden berichten de griffier voor aanvang van de eerstvolgende raadsvergadering of met de conceptagenda kan worden ingestemd.

  • 7.

    Indien twee leden daarom verzoeken vindt een vergadering van de agendacommissie plaats.

  • 8.

    De voorzitter van de gemeenteraad kan de vergaderingen van de agendacommissie bijwonen.

  • 9.

    De griffier of zijn vervanger is in elke vergadering van de agendacommissie aanwezig.

  • 10.

    De leden van de agendacommissie wijzen elk een raadslid als plaatsvervanger aan.

  • 11.

    De leden van de agendacommissie hebben elk één stem in de agendacommissie.

Artikel 11 Aanwezigheid leden college

  • 1.

    De agendacommissie kan de leden van het college uitnodigen in de opiniërende vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien een lid van het college of de gemeentesecretaris bij een opiniërende vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek bij de griffier die dit verzoek zo spoedig mogelijk ter kennisname brengt aan de agendacommissie.

  • 3.

    De agendacommissie neemt zo spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek.

Artikel 12 Oproep

  • 1.

    Indien een lid hierom vraagt, zendt de griffier ten minste zeven dagen voor een vergadering van de agendacommissie de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13 eerste lid, wordt deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 13 De agenda van de opiniërende vergadering

  • 1.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de opiniërende vergadering de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter, kan de opiniërende vergadering bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de opiniërende vergadering de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een opiniërende vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 4.

    Wanneer de opiniërende vergadering een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan deze aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De agendacommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in de leeskamer van het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan in een openbare kennisgeving mededeling gedaan aan de leden.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

  • 4.

    Het onder lid 3 genoemde geldt ook voor vertrouwelijke stukken.

Artikel 15 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen, in het gemeentelijke informatieblad of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt: a. de datum, aanvangstijd en plaats, evenals de voorlopige agenda van de vergadering;b. de wijze waarop een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien; c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 18.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

     

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 16 Presentielijst

  • 1

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 17 Opening vergadering en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien minimaal een derde van de leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat tenminste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De opiniërende vergadering kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien zoals blijkt uit de presentielijst, meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 18 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers aangeven dat zij het woord willen voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en/of beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, waar het gaat om onderwerpen vreemd aan de agenda, meldt dit tenminste 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord waarbij een maximale spreektijd van 30 minuten geldt voor alle insprekers. De voorzitter verdeelt zonodig de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. Eventueel kunnen de aanwezige leden van de opiniërende vergadering vragen stellen aan de inspreker.

  • 7.

    De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de verdere behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 19 Audioverslag en besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, een audioverslag en de besluitenlijst van de vergadering.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de opiniërende vergadering te doen, indien dit onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven wat besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.

  • 4.

    De besluitenlijst moet inhouden:

    • a.

      Een afzonderlijke vermelding van de namen van de voorzitter, de griffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de tijdens de bedoelde vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, evenals van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      desgevraagd een overzicht van de standpunten van de fracties;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      de naam en de hoedanigheid van de personen, bij het desbetreffende agendapunt, aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 25 door de opiniërende vergadering is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de opiniërende vergadering anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

  • 1

    Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3

    Over een voorstel van orde beslist de opiniërende vergadering direct.

Artikel 23 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp dat behandeld wordt, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel op andere wijze de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dat plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan, om de orde van de vergadering te handhaven, de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan de opiniërende vergadering voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5.

    Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24 Beraadslaging

  • 1.

    De opiniërende vergadering kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de opiniërende vergadering beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen om het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De opiniërende vergadering kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 26 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de opiniërende vergadering anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de opiniërende vergadering of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de opiniërende vergadering een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 27 Algemeen

  • 1

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 28 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de opiniërende vergadering een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 29 Geheimhouding

  • 1

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de opiniërende vergadering in overeenstemming met artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of over de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De opiniërende vergadering kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

  • 1

    Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de opiniërende vergadering die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de opiniërende vergadering overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

  • 1

    Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

  • 1

    In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, evenals het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg verordening

  • 1

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de opiniërende vergadering op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Citeerartikel

  • 1

    Deze verordening kan worden aangeduid als “Verordening opiniërende vergadering ”.

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze wijziging van de verordening voor de opiniërende vergadering treedt met ingang van 1 november 2010 in werking.