Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING DORPS- EN WIJKRADEN GEMEENTE HULST |
Citeertitel | Verordening Dorps- en wijkraden gemeente Hulst |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Welzijn |
Deze regeling vervangt de 'Verordening Wijk- en dorpsraden gemeente Hulst 2009'
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 01-07-2020 | Nieuwe regeling | 23-09-2010 | Rb2010/56B |
De raad van de gemeente Hulst;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouder;
gezien het advies van de commissie Samenleving van 8 september 2010;
gelet op de evaluatie van de Verordening wijk- en dorpsraden gemeente Hulst;
overwegende, de leefbaarheid van de bewoners van de gemeente Hulst optimaal te behartigen;
overwegende, dat het werkgebied van een dorps- of wijkraad zich uitstrekt tot de grenzen aangegeven in de statuten van elk van de dorps- en wijkraden.
Hoofdstuk 2 Erkenning dorps- en wijkraden
Een dorps- en wijkraad kan bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek tot erkenning indienen.
Een dorps- en wijkraad wordt door het college van burgemeester en wethouders erkend, indien:
Het college van burgemeester en wethouders kan de erkenning van een dorps- en wijkraad weigerenindien de statuten niet voldoen aan de in het tweede lid van dit artikel vermelde bepalingen of wanneer het door de dorps- en wijkraad bestreken (werk)gebied onderdeel uitmaakt van het (werk)gebied van een andere reeds erkende dorps- en wijkraad.
Het college van burgemeester en wethouders kan de erkenning intrekken indien de statuten van de dorps- en wijkraad niet meer voldoen aan de erkenningsvoorwaarden of wanneer de gedragingen van de bestuursleden niet langer overeenstemmen met het bepaalde in de statuten. Met intrekking van de erkenning vervallen de gevolgen die deze verordening aan een erkende dorps- en wijkraad toekent.
Hoofdstuk 3 Wederzijdse contacten
Ter verzekering van een wederzijdse goede en juiste communicatie, afstemming en terugkoppeling treedt namens de dorps- en wijkraad één verantwoordelijke contactpersoon (of zijn vervanger) op. Deze kerncontactpersoon onderhoudt de communicatie met de gemeente en fungeert als aanspreekpunt.
De jaarvergadering van de dorps- en wijkraad wordt bijgewoond door het college van burgemeester en wethouders, vergezeld van de kernencoördinator.
Omtrent de datum van de jaarvergadering heeft de dorps- en wijkraad minimaal drie maanden voor de beoogde datum overleg met de kernencoördinator in verband met de planning van de gemeente.
Tenminste veertien dagen voorafgaande aan de jaarvergadering voorziet de dorps- en wijkraad het college van burgemeester er wethouders en de bewoners van de betreffende kern van de agenda van de jaarvergadering.
Het verslag van de jaarvergadering wordt door de dorps- en wijkraad opgesteld en binnen één maand na de jaarvergadering aan het college van burgemeester en wethouders gezonden.
Actiepunten uit het verslag van de jaarvergadering worden door de kernencoördinator in overleg met de dorps- en wijkraad samengevat in het ‘actiepuntenoverzicht’. Na uiterlijk zes weken wordt de dorps- en wijkraad door de kernencoördinator op de hoogte gebracht van de stand van zaken. Actiepunten die zijn afgewerkt worden pas na de eerstvolgende jaarvergadering uit het ‘actiepuntenoverzicht’ verwijderd.
De dorps- en wijkraad wordt in de gelegenheid gesteld om overleg te voeren met zijn kernwethouder. Bij dit overleg is tevens de kernencoördinator aanwezig.
Tenminste drie weken voorafgaand aan het in artikel 3.3.1 bedoelde overleg voorziet de dorps- en wijkraad de kernencoördinator van de te behandelen gespreksonderwerpen.
Het verslag van het in artikel 3.3.1 bedoelde overleg wordt gemaakt door de kernencoördniator.
Actiepunten uit het verslag van het in artikel 3.3.1 bedoelde overleg worden door de kernencoördinator in overleg met de dorps- en wijkraad samengevat in het ‘actiepuntenoverzicht’. De behandeling van dit document alsmede de vervolgacties hierop vinden plaats als genoemd onder artikel 3.2.5.
Actiepunten die op een andere wijze dan op grond van artikel 3.3.1 en artikel 3.3.4 tussen de gemeente de dorps- en wijkraad worden bepaald, worden door de kernencoördinator in overleg met de wijk- en dorpsraad samengevat in het ‘actiepuntenoverzicht’. De behandeling van dit document als mede de vervolgacties hierop vinden plaats als genoemd onder artikel 3.2.5.
In het kader van het dualisme kan de gemeenteraad, dan wel een vertegenwoordiging hiervan, op eigen initiatief (georganiseerd) overleg voeren met de dorps- en wijkraad, dan wel met de dorps- en wijkraden gezamenlijk. In dit kader lopen de contacten tussen de gemeente en de dorps- en wijkraden via de raadsgriffier.
De dorps- en wijkraad is bevoegd bij het college van burgemeester en wethouders nadere informatie in te winnen over de ter advisering voorgelegde concrete beleidsvoornemens. Deze informatie kan bestaan uit het verstrekken van een toelichting.
De dorps- en wijkraad wordt aangemerkt als een “overlegpartner” (conform artikel 3.1.1 BRO). Hierdoor ontvangt de dorps- en wijkraad informatie over plannen met aanzienelijke ruimtelijke gevolgen voor de kern. De dorps- en wijkraad wordt tevens uitgenodigd om reacties op het ontwerp-plan te geven.
Hoofdstuk 5 Inspraak en Advisering
Paragraaf 4 Uitbrengen van advies
De dorps- en wijkraad brengt zijn advies binnen de daartoe gestelde termijn en zonodig vergezeld van een nadere toelichting uit aan het college van burgemeester en wethouders. Indien binnen het bestuur van de dorps- en wijkraad geen eenstemmigheid bestaat omtrent het uit te brengen advies, wordt daarvan in het advies gemotiveerd melding gemaakt.
Indien het college van burgemeester en wethouders omtrent het beleidsvoornemen waarover advies is uitgebracht een besluit neemt dat afwijkt van het advies, wordt daarvan aan de dorps- en wijkraad onder opgave van redenen melding gemaakt. In aangelegenheden die de bevoegdheid van de gemeenteraad betreffen, wordt in het betreffende raadsvoorstel gemotiveerd ingegaan op de uitgebrachte adviezen.
Hoofdstuk 6 Financiële middelen
Op grond van de ‘Algemene subsidieverordening Gemeente Hulst’ kan de dorps- en wijkraad jaarlijks in aanmerking komen voor een waarderingssubsidie ter tegemoetkoning in de kosten die gemaakt worden voor het functioneren als dorps- en wijkraad, zoals: vergader-, administratie- en kopieërkosten.
Tijdens de jaarlijkse evaluatie zullen het college van burgemeester en wethouders en de dorps- en wijkraden hun ervaringen met betrekking tot deze verordening bespreken. Deze evaluatie vindt plaats in het eerste kwartaal van het volgende kalenderjaar.
Conclusies met betrekking tot de werking van deze verordening kunnen leiden tot het adviseren aan de gemeenteraad om deze verordening aan te passen.