Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement commissie beeldende kunst en vormgeving gemeente Veenendaal |
Citeertitel | Reglement commissie beeldende kunst en vormgeving gemeente Veenendaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuurlijke organisatie |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-11-2003 | 31-08-2016 | nieuwe regeling | 28-10-2003 Onbekend | - |
Artikel 1 Doelstelling en taken
De Kunstcommissie Veenendaal heeft als taak om Burgemeester en Wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over beeldende kunstzaken. Daarbij is de doelstelling "het bevorderen van het beeldende kunstklimaat in Veenendaal, op grond van het idee dat kunst een extra dimensie toevoegt aan de leefomgeving van mensen en aan de beeldkwaliteit van de gemeente".
Artikel 4 Benoemingen, zittingsperiode
De leden, uitgezonderd de projectgebonden en de ambtelijke leden, worden benoemd voor een periode van 4 jaar. In voorkomende gevallen en bij instemming kunnen deze leden worden herbenoemd voor een periode van 2 jaar. Voorwaarde hiervoor is dat het lid hiertoe zelf een schriftelijk verzoek indient bij de secretaris van de kunstcommissie en de meerderheid van de overige leden instemt met die kandidatuur.
Degene die ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature tot lid is benoemd van de Kunstcommissie treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij of zij is benoemd zou hebben moeten aftreden. Indien dit een periode betreft korter dan vier jaar dan kan dit lid bij instemming van de overige leden worden herbenoemd tot een zittingsperiode van vier jaar met inbegrip van genoemde onder lid 1 van dit artikel.
Artikel 6 Werkwijze, inzetbaarheid en vergaderingen
Naast plenaire vergaderingen worden indien nodig de volgende bijeenkomsten belegd: selectiebijeenkomsten, locatiebezoeken en ad-hoc: werkgroepvergaderingen ten behoeve van nieuwe opdrachten. Tevens wordt regelmatige aanwezigheid verwacht bij representatieve bijeenkomsten, als oplevering van kunstwerken en opening van tentoonstellingen.
De kunstcommissie kan ad hoc een werkgroep instellen bestaande uit minimaal een lid van de Kunstcommissie aangevuld met externe adviseurs en de ambtelijk secretaris, voor de periode van een project. De selectieprocedure en advisering is daarbij gedelegeerd aan deze werkgroep. De werkgroep dient de Kunstcommissie op de hoogte te houden van de ontwikkelingen.
artikel 1 Taken en bevoegdheden
Het college heeft zich uitgesproken om over zaken als verwerving van beeldende kunst een artistieke en inhoudelijke toetsing te laten plaatsvinden door de kunstcommissie alvorens tot besluitvorming over te gaan. Deze adviesfunctie geldt ook voor stedenbouwkundige aanpassingen en schenkingen van kunst in het openbare domein. Ook voor ontwikkeling van beleid rond beeldende kunst wordt de kunstcommissie in het voortraject voor advies betrokken vanuit oogpunt van integrale beleidsvorming en verhoging van draagvlak.
artikel 3 Samenstelling en werving
De huidige commissie bestaat uit de volgende leden:
Johan Huibers - architect Veenendaal.
George Bakker - voorzitter/vertegenwoordiger culturele veld Veenendaal.
Nout Visser - beeldend kunstenaar.
Mary Schoonheyt - beeldend kunstenaar.
Anke van Offeren - beeldend kunstenaar.
De samenstelling van de commissie wordt enigszins gewijzigd en wordt teruggebracht naar vijf kernleden. De vacature van kunsthistoricus wordt opgevuld, een van de drie plekken voor beeldend kunstenaarsleden wordt opgeheven. Hiermee wordt de samenstelling als volgt.
Het commissielid genoemd in lid c is woonachtig in Veenendaal of directe omgeving en heeft aantoonbare affiniteit met het lokale culturele veld. Deze kan verbinding leggen tussen de lokale kunstdisciplines. De bepaling dat deze afkomstig moet zijn uit de Culturele Raad is met instemming van haar bestuur losgelaten. Deze functie wordt doorgaans gecombineerd met het voorzitterschap. Daarom worden ook aantoonbare kwaliteiten op gebied van besturen gevraagd.
Niet stemgerechtigd maar wel structureel aan de commissie toegevoegd zijn een adviseur van de afdeling SOB/Stadsontwikkeling en een medewerker van de afdeling MO/Regie en Beleid als secretaris.
Ten behoeve van een goede selectieprocedure bij diverse kunstprojecten worden structureel ad-hoc leden toegevoegd, waaronder de betreffende (landschaps)architect/stedebouwkundige (stemgerechtigd), een ambtenaar belast met begeleiding van het bouwtraject (adviseur), en een of meerdere gebruikers of bewoners (stemgerechtigd). De ervaring leert dat dit het draagvlak voor de uiteindelijke kunsttoepassing verhoogt. Tijdens het selectieproces levert de aanwezigheid van deze leden wezenlijke informatie op die de keuze van een kunstenaar c.q. ontwerp ten goede komt.
artikel 4 Benoemingen, zittingsperiode
Leden worden voor een periode van 4 jaar aangesteld. De herbenoemingsmogelijkheid is gewijzigd van 4 naar 2 jaar, daarbij wordt een kritische gedragslijn voorgesteld. Voor een optimale werking van de commissie is het van belang dat de artistiek inhoudelijke input regelmatig wordt geactualiseerd. Bij het rooster van aftreden geldt voor de jaren 2003 en 2004 een overgangsperiode; in deze periode wordt soepeler met de herbenoemingsperiode van een tot twee leden omgegaan om continuïteit in kennis van de Veenendaalse situatie en de kunstinhoudelijk component te realiseren. In deze periode zullen tijdelijk nog 6 leden zitting hebben in de commissie. In 2005 wordt definitief overgegaan naar 5 leden.
artikel 5 Taken voorzitter, secretaris, leden
Een onafhankelijk voorzitter krijgt nadrukkelijk een taak in de voorbereiding, organisatie van de vergadering, het samenvatten van standpunten en adviezen en het delegeren van taken. Dit komt de advieskwaliteit van de commissie ten goede. De leden dienen goed op de hoogte te zijn van de vergaderstof. Ook wordt beoogd dat de leden actiever worden ingezet bij taken als begeleiden c.q. informeren van kunstenaars, pr en communicatie, redactionele werkzaamheden, het incidenteel opstellen van verslagen en het vervullen van logistieke taken/gastheerschap tijdens vergaderingen. Dit komt de betrokkenheid bij het werk van de commissie ten goede. Ook ontlast het de secretaris waardoor deze tijd kan steken in nieuwe projecten. Bij werving van nieuwe leden zal de mate van mogelijke actieve inzet worden meegewogen.
artikel 6 Werkwijze, inzetbaarheid, vergaderingen
Door het grote aantal kunstopdrachten is een opvallende toename in het aantal vergaderingen geconstateerd. Het aantal selectievergaderingen, twee of meer per opdracht, is toegenomen; vaak beslaan deze meer dan een dagdeel. Ook het aantal locatiebezoeken, representatieve bijeenkomsten en bewonersavonden neemt toe. Er komt grote druk op de frequentie van vergaderen, en daarmee wordt meer verwacht van de mate van inzetbaarheid, beschikbaarheid en flexibiliteit van de commissieleden.
Een vaste vergaderdag volstaat niet. Daarom wordt nu gesteld dat leden op meerdere dagdelen per week beschikbaar dienen te zijn. Bij het werven van nieuwe leden zal hier nadrukkelijk rekening mee gehouden worden.
Jaarlijks wordt een excursiebezoek of bijscholingsbijeenkomsten in het kader van ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening en kunst in de openbare ruimte aan de commissieleden aangeboden. Hiervoor wordt geen dagdeelvergoeding verleend; reis- en deelnamekosten worden wel vergoed.
Periodiek wordt een verslag openbaar gemaakt, zodat men ook binnen en buiten de gemeente kennis kan nemen van de activiteiten van de kunstcommissie. Dit verhoogt het draagvlak voor en de bekendheid met kunst in de gemeente Veenendaal. Ook kan het een wervende werking hebben op mogelijk externe belangstellenden, bijvoorbeeld Veenendaalse bedrijven, die een project met beeldende kunst willen opzetten. De kunstcommissie kan bij externe projecten onder bepaalde voorwaarden worden ingezet.
artikel 7 Besluiten en adviseren
Bij handhaving van het aantal aanwezige stemgerechtigde leden wordt de kwaliteit van de advisering gewaarborgd. De procedure bij afwijkende situaties - als persoonlijke betrokkenheid van leden, bij stakende stemmen of besluitvorming in werkgroepen - is in dit artikel vastgelegd.
Bij het aantrekken van het aantal kunstopdrachten is het soms werkzamer om het adviesproces of een gedeelte daarvan door een delegatie van de kunstcommissie te laten begeleiden. Dit versnelt de procedure, verkleint de bureaucratie, vergroot de betrokkenheid van leden bij het eigen project en helpt de vergaderkosten drukken. Ook kunnen werkgroepen worden geformeerd die een speciale taak gaan behartigen, bijvoorbeeld pr en communicatie, fondswerving of samenwerking met marktpartijen.
Hiermee wordt de secretaris ontlast waardoor deze beter de continuïteit in de lopende werkzaamheden kan waarborgen en tijd kan steken in nieuw op te pakken projecten.
Het beschikbare budget voor de kunstcommissie komt onder aanzienlijke druk te staan. In 2002 en naar verwachting in 2003 en 2004 worden overschrijdingen geconstateerd.
In 2001 en 2002 is een grote toename in het aantal vergaderingen geconstateerd tot 21 dagdelen per commissielid per jaar. Dit is direct veroorzaakt door het aantrekken van het aantal kunstprojecten waarover de commissie adviseert (2001: 5 projecten, 2002: 6 projecten, 2003: 8 projecten, 2004/2005: ca. 8 tot 10 projecten). Deze ontwikkeling zet zich de komende jaren voort waardoor het huidige representatiebudget (ingeschat op 10 dagdelen per jaar) voor de kunstcommissie niet meer voldoet. Wel wordt gestreefd naar een efficiëntere verdeling van vergaderingen over het jaar tot 18 dagdelen per jaar per lid.
Het huidige presentiegeld sluit niet aan bij wat landelijk en provinciaal gebruikelijk is voor kunstadvieswerkzaamheden. Door de hoge vergaderfrequentie, de mate van deskundigheid en de gevraagde inzet zal het tarief enigszins tegemoet moeten komen aan gederfde inkomsten. Derhalve wordt voorgesteld het tarief van het presentiegeld te verhogen van € 72 naar € 90 per dagdeel, aansluitend bij het gebruikelijke tarief in de provincie en in gemeenten van een vergelijkbare grootte.
Ook de post diverse kosten is niet meer toereikend, bijvoorbeeld vanwege het doorberekenen van lunch- en vergaderkosten door Faclitaire Dienstverlening. Door de toename van projecten is er ook een toename in het aantal advertenties geconstateerd. Toch zal worden gestreefd om deze kosten gedeeltelijk te verhalen op de kunstprojecten zelf. Twee advertenties per jaar zal echter minimaal noodzakelijk blijven. Deze advertenties bedragen inmiddels gemiddeld 1500 euro per stuk. Daarnaast blijft een budget nodig voor representatieve kosten, beurs of excursiebezoek, cadeaubonnen bij afscheid etc.
De voorziene overschrijdingen van 2003 kunnen worden opgevangen binnen de begrotingspost 654101000 in de categorie onderhoud kunstwerken. Ook vanaf 2004 wordt gestreefd om eventuele overschrijdingen in het kader van intensivering bestaand beleid toch binnen deze begrotingspost op te vangen. Daarnaast zal per direct met ingang van elk nieuw kunstproject € 500 tot € 1000 uit het betreffende kunstkrediet opzij gezet worden voor advieskosten, als extra garantie voor het opvangen van deze overschrijdingen bij de kunstcommissie.
Met de voorgestelde oplossingen bevat dit advies geen sectoroverschrijdende budgettaire consequenties. Derhalve is advies van financiën en control niet noodzakelijk.
Gesteld wordt dat het reglement na vaststelling door het college en direct na publicatie in werking treedt. Aangezien het hier om een reglement gaat en niet een verordening kan worden volstaan met een collegebesluit.
ONTWIKKELINGEN EN TOEKOMSTVISIE
De komende jaren zijn er ontwikkelingen te voorzien in en rond het werk van de kunstcommissie. Een goed geoutilleerde kunstcommissie kan adequaat bij de diverse processen optreden. De commissie zal naar meer samenhang in de verwerving van beeldende kunst zoeken. Dit geldt voor aankopen voor de gemeentelijke collectie, de wijze waarop burgers daarvan kunnen kennis nemen en het ontwikkelen van meer visie op verwerven van kunst in de openbare ruimte door middel van een beeldenplan of masterplan. Ook zal meer worden ontwikkeld binnen provinciale kaders, betrekken van middelen uit op de Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving en het Actieplan Cultuurbereik, het zoeken naar verbindingen met andere kunstdisciplines en het uitbouwen van samenwerking met marktpartijen.
Door toename van het aantal en de reikwijdte van projecten zal vaker worden geopteerd voor een werkgroepconstructie en minder plenair worden vergaderd. Deze en zaken als het actualiseren van de percentageregeling, het lokaal kunstenaarsbeleid, ateliervoorzieningen, burgerparticipatie, nieuwe media etc. zullen in 2004 in een startnotitie beeldende kunst, voorafgaand aan de uiteindelijke Kunstnota, verder worden uitgewerkt.