Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordwijkerhout

Verordening Cliëntenparticipatie Wsw gemeente Noordwijkerhout

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordwijkerhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Cliëntenparticipatie Wsw gemeente Noordwijkerhout
CiteertitelVerordening Cliëntenparticipatie Wsw gemeente Noordwijkerhout
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2008Onbekend

19-06-2008

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wsw gemeente Noordwijkerhout

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening;

  • b.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Regeling werkvoorzieningsschap Kust-, Duin- en Bollenstreek;

  • c.

    Regeling: de Regeling werkvoorzieningsschap Kust-, Duin- en Bollenstreek;

  • d.

    werkvoorzieningschap: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3 van de Regeling;

  • e.

    ingezetene: persoon die in de gemeente woonplaats heeft, als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

  • f.

    geïndiceerden: ingezetenen die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun wettelijk vertegenwoordigers, te weten:

    • -

      Wsw-gerechtigden op de wachtlijst

    • -

      Wsw-gerechtigden als werknemer van een Sw-bedrijf of

    • -

      Wsw-gerechtigden als werknemer bij een reguliere werkgever

    • -

      en /of hun vertegenwoordigers die als zodanig gerechtigd zijn;

  • g.

    periodiek overleg: de vorm waarin het Dagelijks Bestuur uitvoering geeft aan de wijze waarop geïndiceerden worden betrokken bij de uitvoering van de wet;

  • h.

    College: Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar de geïndiceerde of zijn wettelijk vertegenwoordiger woonachtig is.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1.

    De gemeenteraad beoogt, met het instellen van cliëntenparticipatie, geïndiceerden te betrekken bij de ontwikkeling van beleid op grond van de Wsw.

  • 2.

    Het doel van cliëntenparticipatie is, om vanuit verschillende klantinvalshoeken, te komen tot breed gedragen gemeentelijk Wsw beleid.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur geeft vorm aan de cliëntenparticipatie in de Wsw door het instellen van een periodiek overleg met een vertegenwoordiging van geïndiceerden.

Artikel 3 Taken

  • 1.

    Het periodiek overleg behartigt de belangen van geïndiceerden in algemene zin.

  • 2.

    Het periodiek overleg bevordert de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van mensen met een arbeidshandicap, in het bijzonder personen met een Wsw-indicatie.

  • 3.

    Het periodiek overleg geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het Dagelijks Bestuur. De advisering heeft betrekking op de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het Wsw-beleid als mede over nieuwe regelingen dan wel voornemens daartoe (zowel landelijk als lokaal) en organisatorische veranderingen voor zover deze gevolgen hebben voor de geïndiceerden. Een verzoek om advies wordt tijdig gevraagd.

  • 4.

    Indien het Dagelijks Bestuur afwijkt van het uitgebrachte advies, dan wordt het periodiek overleg van de reden hiervoor op de hoogte gesteld.

  • 5.

    Het periodiek overleg verschaft inzicht in hetgeen er onder geïndiceerden leeft.

  • 6.

    Het periodiek overleg fungeert als contactpunt tussen de geïndiceerden van de verschillende aan de Regeling deelnemende gemeenten, de gemeentelijke WMO-cliëntenraden en het werkvoorzieningschap.

  • 7.

    Het periodiek overleg is alert op ontwikkelingen en knelpunten op het gebied van de Wsw. Het periodiek overleg geeft daarover signalen af en wisselt ervaringen uit met overheden en andere instanties.

  • 8.

    Het periodiek overleg spreekt zich niet uit over individuele zaken tenzij deze zaken betrekking hebben op het functioneren van het werkvoorzieningschap in het algemeen.

  • 9.

    Van de leden van het periodiek overleg wordt verwacht dat zij vergaderingen bijwonen, de belangen van geïndiceerden vertegenwoordigen en zorgvuldig omgaan met de privacy van geïndiceerden en medewerkers.

Artikel 4 Periodiek overleg

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor het voorzitterschap en het secretariaat van het overleg.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor het minimaal 2-jaarlijks bijeenroepen van het periodiek overleg.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening aan de deelnemers ten behoeve van het periodieke overleg.

  • 4.

    Deelnemers aan het overleg kunnen onderwerpen voor de agenda bij de secretaris aanmelden.

  • 5.

    Specifieke doelgroepen kunnen op verzoek van geïndiceerden bij het overleg worden betrokken, indien dit voor de behandeling van actuele onderwerpen van belang is.

  • 6.

    Het College kan de ingezeten geïndiceerde of zijn wettelijk vertegenwoordiger verzoeken deel te nemen aan lokale participatieplatformen.

Artikel 5 Samenstelling

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de werving en selectie van een vertegenwoordiging van geïndiceerden.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een evenwichtige vertegenwoordiging van Wsw-werknemers, geïndiceerden op de wachtlijst en geïndiceerden uit de deelnemende gemeenten;

  • 3.

    Het periodiek overleg bestaat uit maximaal 9 leden en wordt ondersteund door een onafhankelijk voorzitter en een secretaris. Leden kunnen alleen geïndiceerden of hun wettelijk vertegenwoordigers zijn. Als de indicatie wordt beëindigd, kan hij/zij of diens vertegenwoordiger nog maximaal 3 maanden lid blijven.

  • 4.

    Bij een vacature wordt een geïndiceerde of zijn wettelijk vertegenwoordiger, met in achtneming van lid 2, door de leden of de secretaris voorgedragen. Voordracht vindt plaats vanuit een eventuele wachtlijst van kandidaten die hebben aangegeven belangstelling te hebben voor deelname aan het periodiek overleg, na actieve werving onder de geïndiceerden of na spontane melding.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur benoemt op voordracht van het periodiek overleg de voorzitter. De voorzitter van het periodiek overleg is een onafhankelijk persoon. De voorzitter is geen geïndiceerde en geen medewerker van een van de deelnemende gemeenten of het werkvoorzieningschap. Tot de taken van de voorzitter behoren het leiden van de vergaderingen, het ondertekenen van de uitgaande post en het vertegenwoordigen van het periodiek overleg naar buiten.

  • 6.

    Door het Dagelijks Bestuur wordt een ambtelijk secretaris beschikbaar gesteld.

  • 7.

    Tot de taken van de secretaris behoren het bijeenroepen voor de vergadering, het versturen van de relevante stukken en het opstellen van de agenda en het verslag. De leden, de secretaris en de voorzitter kunnen onderwerpen voor de agenda aandragen.

Artikel 6 Zittingsduur en schorsing van leden

  • 1.

    De leden van het periodiek overleg hebben in beginsel zitting voor de duur van 4 jaar. Deze zittingsduur wordt telkens met een periode van 2 jaar stilzwijgend verlengd, met een maximum van 8 jaar. De verlenging met twee jaar vindt niet plaats indien er geschikte kandidaten op de wachtlijst staan.

  • 2.

    Het lidmaatschap eindigt:

    • a.

      op verzoek van het lid dan wel de wettelijk vertegenwoordiger;

    • b.

      als de zittingsduur is verlopen en het lid niet voor verlenging in aanmerking komt;

    • c.

      indien het lid dan wel de wettelijk vertegenwoordiger wordt geschorst;

    • d.

      indien het lid 3 maanden of langer geen geïndiceerde meer is.

  • 3.

    Tot schorsing van een lid dan wel de wettelijk vertegenwoordiger wordt overgegaan indien het lid handelt in strijd met deze verordening, herhaaldelijk verwijtbaar verzuimt deel te nemen aan vergaderingen, spreekt namens het periodiek overleg zonder een machtiging daartoe, bij schending van de expliciet afgesproken geheimhouding of bij herhaaldelijke verstoring van de vergaderorde.

  • 4.

    Schorsing vindt plaats nadat het betreffende lid dan wel de wettelijk vertegenwoordiger in de gelegenheid is gesteld zijn of haar visie kenbaar te maken. Van het voornemen van het periodiek overleg een lid dan wel de wettelijk vertegenwoordiger te schorsen wordt het Dagelijks Bestuur vooraf in kennis gesteld.

  • 5.

    De voorzitter heeft zitting voor de duur van 4 jaar. Deze zittingsduur kan tweemaal worden verlengd.

Artikel 7 Facilitering en Informatie

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur voorziet de deelnemers van de benodigde informatie om naar behoren kunnen deelnemen aan het overleg. Het betreft hier de informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm aangeleverd.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur ondersteunt de deelnemers door het zonodig beschikbaar stellen van vergaderruimten en van benodigdheden die voor het vergaderen redelijkerwijs noodzakelijk zijn.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan een budget beschikbaar stellen voor het periodiek overleg, dit budget is bedoeld om het periodiek overleg te faciliteren bij haar taakuitoefening.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Het periodiek overleg publiceert jaarlijks een kort verslag over haar activiteiten en brengt dit ter kennis aan alle geïndiceerden, het Dagelijks Bestuur en de Colleges en gemeenteraden van de aan de Regeling deelnemende gemeenten.

  • 2.

    In geval van geschillen doet het periodiek overleg een beroep op het Dagelijks Bestuur voor advies.

  • 3.

    Iedere twee jaar wordt het functioneren van het periodiek overleg geëvalueerd door de voorzitter. Mede op basis daarvan wordt bepaald in welke vorm continuering van de werkzaamheden zal geschieden.

  • 4.

    Het lidmaatschap is op geen enkele wijze van invloed op de behandeling van de geïndiceerde door de medewerkers van het werkvoorzieningschap of de aan de Regeling deelnemende gemeenten.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Cliëntenparticipatie Wsw gemeente Noordwijkerhout”.

Algemene toelichting Verordening cliëntenparticipatie Wsw

De Wsw-geïndiceerde staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Om die reden vindt de wetgever cliëntenparticipatie belangrijk en onmisbaar. In de Wsw is daarom geregeld dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de manier waarop Wsw-gerechtigden door middel van periodiek overleg betrokken worden bij de uitvoering van de Wsw.

Bij cliëntenparticipatie gaat het om belangenbehartiging in algemene zin en de mogelijkheid om, gevraagd en ongevraagd, het Dagelijks Bestuur van adviezen te voorzien. Het gaat nadrukkelijk om de groep inwoners met een Wsw-indicatie en niet om individuele belangenbehartiging.

Het is de intentie om geïndiceerden te betrekken bij de voorbereiding van beleid, maar ook bij kaderstelling door de gemeenteraad. Het beleidsterrein voor advisering omvat in ieder geval de Wsw-inrichting en -uitvoering op lokaal niveau. Het advies kan gaan over de volgende onderwerpen:

  • -

    Begeleid werken; op welke manier kan invulling worden gegeven aan de opdracht om meer Wsw-gerechtigden begeleid te laten werken.

  • -

    Wachtlijstbeheer; wijze van inzichtelijk maken van de wachtlijst en volgorde van de instroom op de wachtlijst.

  • -

    Persoonsgebonden Budget (PGB); welke gemeentelijke voorwaarden gaan gelden voor een Wsw-arbeidsplek.

Daarbij is het van belang om bij de verwachtingen en de facilitering van de doelgroep rekening te houden met de (fysieke) capaciteit van de deelnemers aan het overleg.

Het doel van cliëntenparticipatie in de Wsw is om vanuit verschillende klantinvalshoeken tot breed gedragen adviezen te komen. De gemeente heeft alle ruimte om een vorm te kiezen die past bij de lokale situatie. Vanwege de Regeling werkvoorzieningsschap Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR KDB) sluit een regionale vorm van cliëntenparticipatie het best aan bij de lokale situatie. De collegebevoegdheid van de aan de Regeling deelnemende gemeenten is overgedragen aan de GR KDB.

De GR KDB zal de verordening verder nader uitwerken in een reglement. De verordening bevat de hoofdlijnen en de wettelijk vereiste artikelen. Omdat de advisering van cliëntenparticipatie zich richt op het Dagelijks Bestuur gaat een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen reglement nader in op zaken als de samenstelling van de deelnemers, de exacte wijze van werven en selecteren en de frequentie van overleg.

Artikelsgewijs toelichting

Artikel 3 – Taken

Cliëntenparticipatie in de Wsw moet vooral een medium zijn voor Wsw-geïndiceerden zelf. Het periodieke overleg geeft inhoud aan belangenbehartiging in algemene zin en de mogelijkheid om het Dagelijks Bestuur gevraagd en ongevraagd van adviezen te voorzien. Gezien het adviesrecht en de daarvoor vereiste capaciteiten van de leden zal de geschiktheid van deelnemers bij de werving en selectie een doorslaggevende rol spelen. Het in artikel 3 lid 3 genoemde begrip ‘tijdig’ betekent: dat het advies op een zodanig tijdstip moet worden gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

Artikel 4 – Periodiek overleg

Dit artikel regelt de gang van zaken met betrekking tot de overlegvergadering.

In lid 6 wordt geregeld dat het college de ingezeten geïndiceerde of zijn wettelijk vertegenwoordiger kan verzoeken deel te nemen aan lokale participatieplatformen. Het college kan van dit artikel gebruik maken wanneer er specifiek lokale beleidswijzigingen zijn, die niet door de GR KDB worden voorbereid. Het WMO of WWB platform zijn voorbeelden van participatieplatformen waarbij aangesloten kan worden.

Artikel 5 – Samenstelling

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de werving en selectie van geïndiceerden voor het voeren van periodiek overleg. Daarbij wordt gestreefd naar een evenwichtige afspiegeling van de aan de Regeling deelnemende gemeenten en de verhouding van werknemers en mensen op de wachtlijst. Deelname van wettelijke vertegenwoordigers van geïndiceerden mag de inbreng van geïndiceerden zelf niet overheersen. Zij zullen moeten kunnen aantonen dat ze een Wsw-geïndiceerde vertegenwoordigen en dat ze daarmee regelmatig contact hebben. Het Dagelijks Bestuur stelt zo nodig nadere regels met betrekking tot deelname.

Artikel 6 – Zittingsduur en schorsing van leden

Dit artikel is bedoeld om duidelijkheid te verschaffen over aftreden en zittingsduur.

Artikel 7 - Facilitering en informatie

Dit artikel draagt het Dagelijks Bestuur op om de deelnemers aan het overleg te voorzien van de voor hun taak benodigde informatie. Het Dagelijks Bestuur bepaalt zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien het Dagelijks Bestuur wordt verzocht om de informatie in speciale (lees)vorm aan te leveren dan zal zij, indien redelijkerwijs mogelijk, aan dit verzoek voldoen. Voorts regelt dit artikel dat middelen zodanig ter beschikking kunnen worden gesteld dat deelne-mers redelijkerwijs in staat kunnen worden geacht de algemene belangen van Wsw-geïndiceerden te behartigen.

Artikel 8 – Slotbepalingen

Dit artikel bepaalt dat jaarlijks verslag door het periodiek overleg moet worden uitgebracht en dat iedere twee jaar geëvalueerd wordt. Hiermee wordt het functioneren van het periodiek overleg transparant gemaakt en wordt periodiek bekeken of aanpassingen dan wel bijstellingen nodig zijn.

Met dit artikel wordt verder de bescherming van een lid van het periodiek overleg nog eens extra gewaarborgd en wordt bij geschillen voorgeschreven dat het Dagelijks Bestuur wordt ingeschakeld.