Organisatie | Noordwijkerhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening der gemeente Noordwijkerhout |
Citeertitel | Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening der gemeente Noordwijkerhout |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2003 | 01-05-2014 | Onbekend | 26-06-2003 Onbekend | Onbekend |
De raad van de gemeente Noordwijkerhout, gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 49 en 72 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 mei 2003 besluit vast te stellen de Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening der gemeente Noordwijkerhout
Als schadebeoordelingscommissie treedt op een door de gemeenteraad ad hoc aangewezen ter zake deskundig adviesbureau.
Algemene toelichting bij Procedureverordening Schadevergoeding ex artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening der gemeente Noordwijkerhout
Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) bestaat de mogelijkheid om de schade die een belanghebbende ondervindt ten gevolge van een bestemmingsplan of een daarmee gelijk te stellen regeling, zoals bijvoorbeeld de beslissing omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 en 19 WRO, die redelijkerwijs niet voor zijn rekening dient te komen, van de gemeente vergoed te krijgen.
De Wet op de Ruimtelijke Ordening geeft geen voorschriften omtrent de wijze waarop een vergoeding als bedoeld in artikel 49 WRO moet worden aangevraagd en hoe een aanvraag door de gemeenteraad moet worden behandeld.
De bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) geven hiervoor uiteraard wel regelen.
De gemeenteraad heeft zelf de mogelijkheid richtlijnen vast te stellen voor de te volgen procedure in die gevallen, waarin om toepassing van artikel 49 WRO is verzocht.
Er bestaat voor de gemeenteraad geen verplichting om een procedureverordening schadevergoeding ex artikel 49 WRO vast te stellen.
Het vaststellen van gemeentelijke procedurevoorschriften bevordert en waarborgt een zo goed mogelijke kwaliteit van de voor artikel 49 WRO toepasselijke “rechtsgang”.
Tevens kunnen gemeentelijke procedurevoorschriften het inschakelen van objectieve deskundigen bewerkstelligen en een waarborg scheppen voor de termijnen van in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding ex artikel 49 WRO en de beslissing van de gemeenteraad daarop.
Het waarborgen van een goede rechtsbescherming voor belanghebbende in de zin van artikel 49 WRO, alsmede het bevorderen van een goede rechtsbedeling en het verkrijgen van rechtsduidelijkheid bij toepassing van artikel 49 WRO achten wij van belang.
Artikel 1 (Begripsomschrijvingen)
De opneming van deze begrippen heeft geen principiële betekenis, doch heeft slechts ten doel de redactie van de verdere artikelen zo eenvoudig mogelijk te houden.
De aanvraag moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend opdat de gemeenteraad zal kunnen beoordelen of de aanvraag verband houdt met een van de in artikel 49 genoemde planologische maatregelen, een en ander met het oog op mogelijke toepassing van artikel 3 (de zogenaamde “verkorte” procedure).
In lid 2 van dit artikel is de bepaling opgenomen dat ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om toekenning van een schadevergoeding ex artikel 49 WRO op grond van het bepaalde in de Legesverordening (met de bijbehorende tabel) leges verschuldigd is Indien een aanvraag wordt gehonoreerd wordt teruggaaf van 100% van de geheven leges verleend (zie raadsbesluit d.d. 26 juni 2003, agendapunt 08.4, bijlage 55/6).
Artikel 3 (directe afdoening door de raad)
Op grond van dit artikel kan de raad een aanvraag zonder een uitputtend onderzoek weigeren. Een dergelijke weigering - met het gevolg dat geen deskundigenonderzoek naar de aanwezigheid van de onredelijke schade en de eventueel toe te kennen billijke vergoeding behoeft plaats te vinden - zal in bijzonder duidelijk liggende gevallen verantwoord zijn te achten ter voorkoming van onnodig werk en onnodige kosten. Op grond van de jurisprudentie kan als voorbeeld worden gewezen op gevallen waarin een aanvraag is gebaseerd op nog niet onherroepelijk geworden planologische maatregelen, niet bestaande planologische plannen of op niet-gemeentelijke planologische maatregelen.
Ten overvloede wordt opgemerkt dat het (bijna) niet mogelijk is om een (mogelijk) belanghebbende niet-ontvankelijk te verklaren omdat in het geval van een verzoek om planschade bijna geen wettelijke eisen (vormvoorschriften) worden gesteld aan een dergelijk verzoek. Overwegend luidt een besluit waarbij geen planschade wordt toegekend daarom: Weigeren.
Artikel 4 (inschakelen commissie)
Teneinde te waarborgen dat de gemeenteraad zo goed mogelijk wordt geadviseerd over de vraag of er inderdaad sprake is van schade ex artikel 49 WRO, welke redelijkerwijs niet geheel ten laste van de belanghebbende behoort te blijven, en vervolgens over de hoogte van de schadevergoeding, is een commissie van deskundigen onmisbaar.
Indien de gemeenteraad de aanvraag niet direct afdoet in de zin van artikel 3, zal hij binnen de termijn als bedoeld in artikel 3 de commissie opdracht moeten geven terzake advies uit te brengen.
Artikel 5 (schadebeoordelingscommissie)
Teneinde te waarborgen dat de gemeenteraad zo goed mogelijk en zo objectief mogelijk wordt geadviseerd over de vraag of er inderdaad sprake is van schade ex artikel 49 WRO, welke redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van de belanghebbende behoort te blijven, en vervolgens over de omvang van de schadevergoeding, is het inschakelen van een commissie van onafhankelijke deskundigen vereist.
Op grond van het bepaalde in artikel 5 kan de gemeenteraad ad hoc een ter zake deskundig adviesbureau aanwijzen. Door per aanvraag te bezien welk adviesbureau moet worden aangewezen, bestaat de mogelijkheid om afhankelijk van de complexiteit en de aard van de aanvraag de grootte, het adviesbureau te bepalen.
Artikel 6 (horen aanvrager-beperking schade)
In dit artikel is geregeld dat de schadebeoordelingscommissie de aanvrager en vertegenwoordigers van de gemeente dient te horen, verslag dient op te maken van hetgeen mondeling is uiteengezet en dit verslag dient toe te zenden aan de aanvrager en aan de gemeente. Voorts dient de schadebeoordelingscommissie de situatie ter plaatse op te nemen.
Artikel 7 (onderzoek naar de berekening van de schade)
In dit artikel is bepaald dat de commissie nagaat of er schade is in de zin van artikel 49 WRO en zo ja, dan zal de commissie de ten laste van aanvrager blijvende schade en de billijke schadevergoeding berekenen.
Artikel 8 (advisering door de commissie)
In dit artikel is nader geregeld, dat de commissie binnen een bepaalde termijn een schriftelijk en gemotiveerd advies dient uit te brengen aan de gemeenteraad. Als de commissie deze termijn niet haalt, dient zij de gemeenteraad en de aanvrager hiervan in kennis te stellen.
Voorts is nader bepaald dat de gemeente de aanvrager in staat stelt kennis te nemen van de inhoud van dit advies en in de gelegenheid wordt gesteld eventuele opmerkingen naar aanleiding hiervan ter kennis te brengen van de raad voordat de raad tot besluitvorming overgaat.
Nadat de commissie haar advies als bedoeld in artikel 8 heeft uitgebracht, zal de gemeenteraad een beslissing dienen te nemen binnen een termijn van acht weken. Als dit besluit inhoudt een vaststelling van een schadevergoeding dient tevens hierbij bepaald te worden voor welke datum de vergoeding moet zijn uitbetaald of geregeld.
Voorts is in lid 2 van dit artikel een verlengingsmogelijkheid opgenomen, indien eerstgenoemde termijn onverhoopt niet gehaald kan worden. Bij ingewikkelde aanvragen kan dit soms noodzakelijk zijn.