Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Beleidsregels herziening, intrekking en terugvordering Wwb, Wij, Ioaw, Ioaz en Wwik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels herziening, intrekking en terugvordering Wwb, Wij, Ioaw, Ioaz en Wwik
CiteertitelBeleidsregels herziening, intrekking en terugvordering Wwb, Wij, Ioaw, Ioaz en Wwik
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangtde Beleidsregels herziening en terugvordering van bijstand van 22 augustus 2006.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 54
  2. Wet werk en bijstand, art. 58
  3. Wet werk en bijstand, art. 59
  4. Wet werk en bijstand, art. 60
  5. Wet investeren in jongeren, art. 40
  6. Wet investeren in jongeren, art. 54
  7. Wet investeren in jongeren, art. 55
  8. Wet investeren in jongeren, art. 56
  9. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 17
  10. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 25
  11. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 26
  12. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 28
  13. Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 26
  14. Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 28
  15. Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 29
  16. Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 30
  17. Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 33
  18. Wet werk en inkomen kunstenaars, art. 34

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-05-201101-07-2020nieuwe regeling

19-04-2011

Arnhemse Koerier, 04-05-2011

2011.0.037.766

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels herziening, intrekking en terugvordering Wwb, Wij, Ioaw, Ioaz en Wwik

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem heeft, gelet op de hem toebedeelde bevoegdheid in:

  • -

    de artikelen 54, 58, 59 en 60 van de Wet werk en bijstand (hierna: Wwb);

  • -

    de artikelen 40, 54, 55 en 56 van de Wet investeren in jongeren (hierna: Wij);

  • -

    de artikelen 17, 25, 26 en 28 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (hierna: Ioaw);

  • -

    de artikelen 17, 25, 26 en 28 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (hierna: Ioaz);

  • -

    de artikelen 26, 28, 29, 30, 33 en 34 van de Wet werk en inkomen kunstenaars (hierna: Wwik),

in zijn vergadering gehouden op 19 april 2011 besloten om de volgende beleidsregels te hanteren met betrekking tot besluiten tot herziening, intrekking en terugvordering op grond van bovengenoemde wetten.

Hoofdstuk 1. Herziening en intrekking

Artikel 1. Gebruik maken van bevoegdheid tot herziening en intrekking

Het college maakt in beginsel gebruik van de bevoegdheid tot het herzien dan wel intrekken van een besluit tot toekenning van bijstand, inkomensvoorziening of uitkering in de gevallen die in artikel 54, derde lid en vierde lid, van de Wwb, artikel 40 derde lid, van de Wij, artikel 17, derde en vierde lid, van de Ioaw, artikel 17, derde en vierde lid, van de Ioaz en artikel 26 van de Wwik zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

Artikel 2. Afzien van herziening of intrekking

Van herziening of intrekking als bedoeld in artikel 1 wordt afgezien, indien de aanleiding voor herziening of intrekking uitsluitend bestaat uit duidelijk aan de gemeente te wijten tekortkomingen, waarbij de belanghebbende geen enkel verwijt treft en hij redelijkerwijs niet kon begrijpen dat hem teveel uitkering is toegekend.

Hoofdstuk 2. Terugvordering

Artikel 3. Gebruik maken van bevoegdheid tot terugvordering

Het college maakt in beginsel gebruik van de bevoegdheid tot terugvordering van de kosten van bijstand, inkomensvoorziening of uitkering in de gevallen die in de artikelen 58, 59 en 60 van de Wwb, de artikelen 54, 55 en 56 van de Wij, de artikelen 25, 26 en 28 van de Ioaw, de artikelen 25, 26 en 28 van de Ioaz en de artikelen 28, 29, 30, 33 en 34 van de Wwik zijn aangegeven en op de wijze zoals in die artikelen aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

Artikel 4. Afzien van terugvordering bij dringende redenen

Van terugvordering als bedoeld in artikel 3 wordt geheel of gedeeltelijk afgezien, indien hiertoe een dringende reden aanwezig is. In ieder geval wordt onder dringende redenen verstaan: uitzonderlijke situaties, waarbij terugvordering voor de belanghebbende onaanvaardbare sociale en/of financiële consequenties met zich meebrengt.

Artikel 5. Afzien van terugvordering bij strijd met beginsel van behoorlijk bestuur

  • 1.

    Van terugvordering als bedoeld in artikel 3 wordt geheel of gedeeltelijk afgezien indien terugvordering in strijd zou komen met enig beginsel van behoorlijk bestuur. Hiervan is in ieder geval sprake in de volgende gevallen:

    • a.

      door belanghebbende zijn aan het college gegevens verstrekt waaruit het college had moeten afleiden dat dit tot wijziging of beëindiging van de bijstand, inkomensvoorziening of uitkering had moeten leiden, maar het college heeft dit nagelaten;

    • b.

      het ontstaan van de vordering kan belanghebbende niet worden verweten én redelijkerwijs kan niet van belanghebbende verlangd worden dat de gehele vordering nog vóór het einde van het boekjaar waarop de vordering betrekking heeft, voldaan is.

    Het geheel of gedeeltelijk afzien van terugvordering gebeurt op de in de leden 2 en 3 bedoelde wijze.

  • 2.

    In de in het eerste lid onder a bedoelde situaties wordt de terugvorderingsperiode beperkt tot maximaal 6 maanden na het moment dat de belanghebbende de daar bedoelde gegevens verstrekte.

  • 3.

    In de in het eerste lid onder b bedoelde situaties wordt afgezien van brutering van dat gedeelte van de vordering waarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat belanghebbende het voor het einde van het boekjaar voldaan heeft.

Artikel 6. Afzien van terugvordering bij verzwegen vermogen

In het geval een vordering op grond van de Wwb of de Wij is ontstaan doordat belanghebbende gedurende een bepaalde periode heeft verzwegen dat hij beschikt over vermogen dat meer bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens en de belanghebbende aannemelijk kan maken dat hij, als hij wel tijdig aan zijn inlichtingenplicht zou hebben voldaan, tenminste over een deel van de betreffende periode recht zou hebben gehad op bijstand of inkomensvoorziening, wordt de vordering beperkt tot de bijstand of inkomensvoorziening die is verstrekt gedurende de periode dat belanghebbende van zijn vermogensoverschot buiten de bijstand of inkomensvoorziening had kunnen blijven.

Artikel 7. Afzien van terugvordering bij kruimelbedragen

Uitgezonderd de gevallen waarin verrekening van de vordering op grond van artikel 60, derde lid, van de Wwb, artikel 28, tweede lid, van de Ioaw, artikel 28, tweede lid, van de Ioaz of artikel 56, derde lid, van de Wij mogelijk is, wordt afgezien van terugvordering als bedoeld in artikel 3 indien het terug te vorderen bedrag minder bedraagt dan € 20,-.