Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bladel 2012 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bladel 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bladel 2012
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 16-12-2014 Kempenaer, 28-01-2015 | 14it.03900 | |
01-07-2012 | 01-07-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 24-07-2012 De Lantaarn, 11-08-2012 | 12it.02095 |
01-07-2011 | Nieuwe regeling | 03-05-2011 De Lantaarn, 21-05-2011 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 – Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming
Verstrekking van een toegekende individuele voorziening kan in de vorm van een persoonsgebonden budget plaatsvinden op verzoek van de belanghebbende.
Het persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor de beperking waarvoor men geïndiceerd is, dan wel voor de noodzakelijk geïndiceerde voorziening.
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen en rolstoelen wordt vastgesteld overeenkomstig de bruikleenvergoeding die de gemeente aan haar leverancier verschuldigd zou zijn voor de goedkoopst compenserende voorziening inclusief standaardaanpassingen. De hoogte wordt bepaald op 72 x het maandelijkse huurbedrag Voor individuele aanpassingen aan de vervoersvoorziening of rolstoel wordt een eenmalig pgb verstrekt.
Bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming verantwoordt de belanghebbende, na aanschaf van de voorziening of, bij een bouwkundige voorziening, na afronding van de werkzaamheden, door overlegging van de nota.
Indien de financiële tegemoetkoming een bijdrage betreft in de kosten voor vervoer bij eigen auto, taxi of door derden, is geen verantwoording verschuldigd.
Indien de financiële vergoeding wordt verstrekt voor een bouwkundige voorziening wordt de financiële vergoeding vastgesteld en uitbetaald na gereedmelding van de voorziening.
Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt € 18,00 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 22.905,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15% bedraagt.
Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 18,00 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 16.007,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15% bedraagt.
Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 25,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 28.306,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15% bedraagt.
Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 25,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 22.319,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15% bedraagt.
Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische voorziening aan een woning die eigendom is van de belanghebbende, wordt gedurende een periode van maximaal 39 maal vier weken een eigen bijdrage/eigen aandeel in rekening gebracht.
De berekening en de inning van de eigen bijdrage/eigen aandeel geschiedt door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).
Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden
De belanghebbende kan, bij de voorziening hulp bij het huishouden in natura, een keuze maken tussen de zorgaanbieders die de gemeente na een aanbesteding voor het leveren van zorg heeft geselecteerd
Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp bij het huishouden wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld:
Het budget voor hulp bij het huishouden, indien geïndiceerd voor categorie 2 of 3, wordt vastgesteld op € 23,59 per uur indien de ondersteuningsbehoevende, aantoonbaar, hulp ontvangt van een professionele, op thuiszorg gerichte, organisatie.
Voor ondersteunende dienstverlening zoals juridisch advies, loondoorbetaling bij ziekte, wettelijke aansprakelijkheidsverzekering en salarisadministratie bij werkgeverschap, kan de belanghebbende een beroep doen op de Sociale Verzekeringsbank mits de belanghebbende voldaan heeft aan de door de SVB gestelde voorwaarden.
Indien de kosten voor een woningaanpassing hoger zijn dan € 7.500,00 dient het primaat van verhuizing afgewogen te worden.
Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding genoemd in artikel 10 lid 4 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt voor een alleenstaande € 2.687,38, voor een echtpaar € 3.224,86 en voor een meeverhuizend gezinslid € 537,47 tot een maximum van € 4.837,29.
Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt voor het bezoekbaar maken van een woning als genoemd in artikel 10 lid 5 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning bedraagt € 3.762,34.
Hoofdstuk 5 Vervoersvoorzieningen
Indien belanghebbende in aanmerking komt voor deelname aan het collectief vraagafhankelijk vervoer maar in het bezit is van een eigen, in goede staat verkerende, auto kan hij in plaats van deelname aan het collectief vervoer in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming voor de aanpassing van zijn auto tot een maximum bedrag van € 2.149,91.
a.het gebruik van een eigen auto, vervoer door derden of voor een taxi bedraagt € 1.083,96 per jaar (€ 90,33 per maand);
b. het gebruik van een eigen auto, vervoer door derden of voor een taxi indien men per rolstoel vervoerd wordt bedraagt € 1.625,94 per jaar (€ 135,50 per maand);
c. een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto bedraagt € 700,41 per jaar (€ 58,37 per maand);
d. begeleidingskosten openbaar vervoer bedraagt € 541,98 per jaar (€ 45,17 per maand).
Indien de belanghebbende bij de toekenning van een vervoerskostenvergoeding geheel afhankelijk is van vervoer door een taxi kan, in plaats van een forfaitaire vergoeding, een hogere vergoeding worden verstrekt op declaratiebasis. De vergoeding bedraagt voor taxivervoer maximaal € 5.562,89 per jaar en voor vervoer per rolstoeltaxi € 7.341,93 per jaar.
De in de artikelen 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 genoemde bijdragen worden jaarlijks aangepast conform de aanpassingen in het (landelijke) Besluit maatschappelijke Ondersteuning.