Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels kleine afwijkingen van bestemmingsplannen gemeente Eersel 2010 |
Citeertitel | Beleidsregels kleine afwijkingen van bestemmingsplannen gemeente Eersel 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-2010 | 18-08-2011 | Wetswijziging | 12-10-2010 De Hint 27 oktober 2010 | nvt |
1.1 AANLEIDINGPer 1 oktober 2010 treedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking. Een onderdeel hiervan is het Besluit omgevingsrecht (Bor), dat is gepubliceerd in het Staatsblad 2010-143. In bijlage II, artikel 4, van het Bor is opgenomen waarvoor of wanneer van een bestemmingsplan kan worden afgeweken. Voor het kunnen afwijken van het bestemmingsplan is het noodzakelijk dat er objectieve beleidsregels worden opgesteld. Dit is mede noodzakelijk vanwege de procedure die voor deze afwijkingen gevolgd moet worden. Een aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij afgeweken moet worden van het bestemmingsplan op basis van bijlage II, artikel 4, van het Bor moet binnen 8 weken worden afgehandeld, anders ontstaat er een vergunning van rechtswege. Deze nieuwe beleidsregels krijgt door vaststelling door het college en bekendmaking de status van beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3 j° 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de gemeente zich in eventuele latere juridische procedures zal kunnen beroepen op het op deze wijze algemeen bekend gemaakte en toegepaste beleid van het college en dat daarmee strijdige verzoeken kunnen worden afgewezen. Het blijft een bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan, dus in elk individueel geval is en blijft een belangenafweging noodzakelijk, dan wel mogelijk.Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich het recht voor in bijzondere gevallen van deze beleidsregels af te wijken.
2.1 BEVOEGDHEIDDe Wabo biedt een aantal mogelijkheden om af te wijken van een bestemmingsplan zonder een bestemmingsplanherziening. In artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 2° Wabo is een rechtstreekse mogelijkheid om af te wijken opgenomen. Op grond van deze bevoegdheid is het mogelijk een bepaald bouwwerk mogelijk te maken of een volgens het bestemmingsplan verboden gebruiksmogelijkheid te realiseren. De mogelijkheden om toepassing te geven aan deze bevoegdheid kunnen niet door een bestemmingsplanregeling worden geblokkeerd. In bijlage II artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht zijn deze gevallen opgenomen.
2.2 BELEIDIn de geactualiseerde bestemmingsplannen is een (grotendeels) gelijkluidende regeling opgenomen ten aanzien van de bouwmogelijkheden en gebruiksmogelijkheden voor aan- en uitbouwen van woningen alsmede voor bijgebouwen bij woningen. Na deze actualisering zal een beroep op voorliggend beleid met name nog nodig zijn in uitzonderlijke gevallen waarvoor ruimere mogelijkheden noodzakelijk zijn, welke niet zijn geregeld in het nieuwe bestemmingsplan maar wel in deze beleidsnotitie.
2.3 UITGANGSPUNTENBij het opstellen van deze beleidsnotitie is van de navolgende uitgangspunten uitgegaan:•voor de systematiek is de eerdere beleidsregels voor ontheffingen op basis van artikel 3.23 van de Wro als uitgangspunt genomen; •de ruimtelijke afwegingen of ergens iets wordt toegestaan is bepaald in het bestemmingsplan.
2.4 VOORDELEN OPSTELLEN BELEIDSREGELS
Aangezien elke aanvraag voor een omgevingsvergunning tevens moet worden beschouwd als een verzoek om af te wijken van het bestemmingsplan, dient per geval afzonderlijk te worden bezien of gebruik kan worden gemaakt van de bepalingen om af te wijken. In dat verband is het duidelijker, zowel voor de beoordeling intern als naar de aanvrager toe, hiertoe beleid vast te stellen waarop bij de beoordeling van vergunningaanvragen kan worden teruggevallen;
Voor de goede orde wordt benadrukt dat ingeval van concrete toetsing een nadere belangenafweging zal plaatsvinden.
2.5 NADERE UITWERKING ARTIKEL 4 VAN BIJLAGE II VAN HET BESLUIT OMGEVINGSRECHTHieronder wordt een overzicht gegeven van de mogelijkheden om af te wijken en het voorgestelde beleid per geval afzonderlijk. Uitgangspunt is dat de voorgenomen activiteit in planologisch opzicht van beperkte betekenis is. Daarbij betreft het niet alleen de feitelijke omvang van een bouwwerk, maar vooral de vraag hoe de oprichting en het gebruik dat door de ontheffing mogelijk wordt, zich verhouden tot de regels van het geldende bestemmingsplan.
In artikel 5 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is bepaald dat bij toepassing van artikel 4 het aantal woningen niet mag toenemen. Dit moet zo worden uitgelegd dat geen woningsplitsing, dat wil zeggen opdeling in twee woningen, mag plaatsvinden. Voor het overige beschikt het college in principe over vrijheid om ten aanzien van aan- en bijgebouwen een zeer ruime regeling te treffen. Iedere aanvraag zal zorgvuldig moeten worden afgewogen, met daarbij respectievelijk in aanmerking genomen de uitgangspunten en randvoorwaarden van het gemeentelijk ruimtelijk beleid, het ruimtelijke beleid van provincie en rijk en de belangen van derden. Het besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep en zal dus ook een eventuele rechterlijke toetsing moeten kunnen doorstaan.
Hieronder zal, per in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht genoemde situatie een voorstel over het te voeren beleid worden gedaan.
1. Bij de toepassing van deze beleidsregels worden de volgende begripsbepalingen gehanteerd:
2. Voor begripsbepalingen die niet in deze beleidsregels zijn voorzien, gelden allereerst de bepalingen uit de Wabo dan wel het Bor en vervolgens de bepalingen van het desbetreffende bestemmingsplan.3. Bij de toepassing van deze beleidsregels worden de bepalingen in het desbetreffende bestemmingsplan over de “wijze van meten” toegepast.
Uitgangspunten bij toepassing:
I. indien het een bijbehorend bouwwerk betreft op het zij- of achtererf (inclusief hoeksituaties) binnen de bebouwde kom:
de hoogte: - in de perceelsgrenzen niet meer gaat bedragen dan 3 m en van daaraf mag deze in gelijke mate met de afstand tot de perceelsgrenzen toenemen tot niet meer dan 5,5 m behoudens het bepaalde onder 2;- indien bebouwing aan weerszijden van de perceelsgrens aaneengesloten wordt gebouwd, mag de hoogte niet meer gaan bedragen dan 5,5 m;- de uitbreiding minimaal 3 m achter de voorgevelbouwgrens plaatsvindt;- indien het bouwwerk in een gebied ligt, zoals overeenkomstig het bestemmingsplan “Kom Eersel” als ‘Beschermd Dorpsgezicht’ is aangewezen, dient vooraf advies te worden gevraagd aan de gemeentelijke Monumentencommissie;
II. Indien het een bijbehorend bouwwerk betreft op het voorerf van de woning (in de vorm van een bordes, erker, luifel of toegangsportaal) binnen de bebouwde kom:
III. Indien het een bijbehorend bouwwerk betreft aan de voorzijde van een ander gebouw (in de vorm van een bordes, erker, luifel of toegangsportaal) binnen de bebouwde kom:
IV. Indien het een woning betreft buiten de bebouwde kom:Uitgangspunten bij toepassing zijn:Er zal in beginsel niet worden afgeweken van het bestemmingsplan voor deze categorie van bouwwerken.
Toelichting: De reden om van deze mogelijkheid om af te wijken geen gebruik te maken is dat deze categorie van gevallen voldoende ruimte hebben in het bestemmingsplan “Buitengebied".
Uitgangspunten bij toepassing zijn:
3. een bouwwerk, geen geheim zijnde, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:a. niet hoger dan 10 m, enb. de oppervlakte niet meer dan 50 m²; |
Uitgangspunten bij toepassing zijn:
Uitgangspunten bij toepassing zijn:Voor deze categorie van bouwwerken zal niet worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Toelichting: De reden om van deze mogelijkheid om af te wijken geen gebruik te maken is dat deze categorie van uitbreidingsgevallen zich in de praktijk nauwelijks of niet voordoen en omdat de regels in de geldende bestemmingsplannen voldoende bebouwingsmogelijkheden bieden.
Uitgangspunten bij toepassing zijn:Voor deze categorie van bouwwerken zal niet worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Toelichting: bij toepassing van deze mogelijkheid om af te wijken zal per geval gekeken worden en worden er dus geen beleidsregels voor opgesteld.
6. een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998; |
Uitgangspunten bij toepassing zijn:Voor deze categorie van bouwwerken zal niet worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Toelichting: De reden om van deze mogelijkheid om af te wijken geen gebruik te maken is dat deze categorie van bouwwerken zich in de praktijk nauwelijks of niet voordoen en omdat de regels in de geldende bestemmingsplannen voldoende bebouwingsmogelijkheden bieden.
Uitgangspunten bij toepassing zijn:Voor deze categorie van bouwwerken zal niet worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Toelichting: De reden om van deze mogelijkheid om af te wijken geen gebruik te maken is dat deze categorie van bouwwerken zich in de praktijk nauwelijks of niet voordoen omdat de regels in de geldende bestemmingsplannen voldoende bebouwingsmogelijkheden bieden.
Uitgangspunten bij toepassing zijn:Voor deze categorie van bouwwerken zal niet worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Toelichting: Voor het organiseren van evenementen zijn terreinen aangewezen in de bestemmingsplannen. Tevens zijn evenementen zeer divers, daarom zal het college van Burgemeester en wethouders per aanvraag beslissen of er van het bestemmingsplan kan worden afgeweken, op basis van het evenementenbeleid.
Uitgangspunten bij toepassing zijn:
Toelichting: Voor deze categorie van functiewijziging zal voor overige verzoeken niet worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Uitgangspunten bij toepassing zijn:Voor deze categorie van functiewijziging zal niet worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Artikel 12 Bestemmingsplannen in voorbereiding
Aanvragen om omgevingsvergunning waarbij een bestemmingsplan in voorbereiding is (vanaf ter inzage legging van het voorontwerpbestemmingsplan) zal passend binnen artikel 4 bijlage II van het Bor en de regels van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan, inclusief de daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden, worden afgeweken van het geldende bestemmingsplan.
Artikel 13 Afwijking in bijzondere gevallen
In bijzondere gevallen kan ons college van burgemeester en wethouders gemotiveerd afwijken van het in hierover in de artikelen 2 tot en met 12 van deze beleidsnotitie opgenomen beleid.