Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden
2011
De raad van de gemeente Zeist gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid,
95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het
Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden,
gelet op de VNG ledenbrief ECCVA/U200700476 d.d. 29 maart 2007; besluit vast
te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en
commissieleden 2011
Hoofdstuk I Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de
Gemeentewet;
- b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22
maart 1994, Stb. 243;
- c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk
Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
- d.
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van
20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het
Rechtspositiebesluit wethouders;
- e.
Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister
van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr
AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;
- f.
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van
Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt.
56;
- g.
Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van
Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011,
Stcrt. 181;
- h.
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
- i.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de
Gemeentewet;
- j.
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de
Gemeentewet;
- k.
Raadspresidium: het orgaan zoals bedoeld in artikel 3c van het
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden
van de gemeenteraad van Zeist.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid,
van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het
door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
vastgestelde maximum, dat van toepassing is voor het inwonertal van de
gemeente Zeist overeenkomstig tabel I van het Rechtspositiebesluit
raads- en commissieleden.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
- 1.
De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag dat van toepassing is
voor het inwonertal van de gemeente Zeist overeenkomstig tabel
II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
- 2.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding
ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de
loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als
dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het
eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag dat van
toepassing is voor het inwonertal van de gemeente Zeist
overeenkomstig tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
- 1.
Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is
geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en
3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar
raadslid is geweest.
- 2.
De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3,
geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5 Reiskosten
- 1.
Aan het raadslid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte
kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de
gemeente ter uitvoering van een beslissing van het
gemeentebestuur vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
a.bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi:
een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte
noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van
de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de
Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van
reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een
beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed
overeenkomstig artikel 5 Reisregeling binnenland.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen,
congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang
door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen
voor rekening van de gemeente.
- 2.
- a.
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres,
seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente
wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een
gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van
inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
- b.
De kosten van sub a komen voor rekening van de gemeente
als deelname van algemeen belang is in verband met de
vervulling van het raadslidmaatschap en voldoende budget
beschikbaar is. Het Raadspresidium kan nadere regels
stellen voor verdeling van het opleidingsbudget.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag verleent het college een raadslid voor de
uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en
software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur
en software.
- 2.
Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en
abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het
eerste lid genoemde computerapparatuur.
- 3.
De tegemoetkoming en vergoeding wordt verstrekt in de vorm van
een maandelijkse bijdrage.
- 4.
De hoogte van de tegemoetkoming en vergoedingen wordt vermeld op
Bijlage 1.
- 5.
Het college kan de hoogte van de tegemoetkoming en vergoedingen
indexeren.
Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor
de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt
kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel
geldende spaarloonregeling.
- 2.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor
de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt
kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel
19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het
raadslid gebruik maakt van de wettelijke
levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat
geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 10a Fietsregeling
- 1.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor
de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt
kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van
de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.
- 2.
Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel
vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de
fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
- 3.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat
geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij
arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op
verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering
ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke
arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
- 1.
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van
die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het
uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in
artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het
raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de
gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
- 2.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het
Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt
en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit
ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het
uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in
artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het
raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de
gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de
gemeenteraad
- 1.
Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer
dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de
gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag
van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de
werkzaamheden over de tijd van de waarneming.
- 2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van
de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 13a Ziektekostenvoorziening
- 1.
Aan het raadslid wordt een tegemoetkoming in de kosten van een
ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden verstrekt.
- 2.
In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het
kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de
tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid
van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is
geweest.
- 3.
De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid,
geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en
bevalling of ziekte
- 1.
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven
van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10
van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap
en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de
onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3,
eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag
dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
- 2.
De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde
lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van
toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter
vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de
Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en
bevalling of ziekte.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 14 Onkostenvergoeding
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor dat van toepassing is
voor het inwonertal van de gemeente Zeist overeenkomstig artikel 25,
eerste lid van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van
tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in
artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
- 1.
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in
artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van
andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de
gemeente gemaakt.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi:
een volledige vergoeding van de reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto:
de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van
de Regeling rechtspositie wethouders;
- c.
een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs
gemaakte verblijfkosten overeenkomstig artikel 5
Reisregeling binnenland.
- 2.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de
wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor
gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de
eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de
reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats
overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland,
artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de
krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde
Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 19 Buitenlandse dienstreis
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten
Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reis- en verblijfkosten vergoed overeenkomstig de van toepassing
zijnde artikelen in de Reisregeling buitenland en/of Reisbesluit
buitenland.
- 2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet
zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf
toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan
deze toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen,
congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang
door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen
voor rekening van de gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar
of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt
aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag
in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en
een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de
gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de
uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 21 Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor
de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende
apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met
een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer,
bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste
lid; ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag
per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde
daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt
ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer,
bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de
wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.
- 3.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter
beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op
aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van
maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de
aanschafwaarde voor
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en
software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur
en software.
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de
computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college
aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten
voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid
genoemde computerapparatuur vergoed in de vorm van een
maandelijkse bijdrage.
- 5.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een
bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 7.
De hoogte van de tegemoetkomingen en vergoeding wordt vermeld op
Bijlage 1.
- 8.
Het college kan de hoogte van de tegemoetkomingen en vergoeding
indexeren.
Artikel 22 Mobiele telefoon
- 1.
Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening
van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking
gesteld.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met
de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 4.
Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon
voor privé-doeleinden is gebruikt, vindt maandelijks een
verrekening van de gesprekskosten plaats.
Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het
gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
- 2.
De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld
in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de
wethouder gebruik maakt van de wettelijke
levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat
geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 23a Fietsregeling
- 1.
De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in
artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar
keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste
onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de
vergoeding voor de fiets als bedoeld in de
Uitvoeringsregeling.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat
geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente
beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding
van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1
van de Regeling rechtspositie wethouders;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder
overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling
rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
- 1.
De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een
commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het
door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
vastgestelde bedrag dat van toepassing is voor het inwonertal
van de gemeente Zeist overeenkomstig tabel IV van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene
die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de
werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet
ontvangt.
- 3.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een
commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van
een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van
een functie bij een instelling die grotendeels van
overheidswege wordt gesubsidieerd;
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling,
organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van
de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk
belang dient.
- 4.
Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid
een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 500%
van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten
aanzien van
- a.
een lid van een commissie die op grond van zijn
bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied
van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is
aangetrokken, en
- b.
een lid van een commissie ten aanzien waarvan de
vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke
verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de
omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
- 1.
Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is
en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de
commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van
de vergaderingen van de commissie vergoed.
- 2.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid
gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding
van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten
overeenkomstig het bedrag per kilometer dat volgens de
fiscale bepalingen onbelast vergoed mag worden. In
bijzondere gevallen kan er een vergoeding van de in
redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten worden
vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4,
onderdeel b, van de Regeling rechtspositie
wethouders.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in
redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van
reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente ter
uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de
Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis
- 1.
De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad
toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het
buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden
verbinden.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of
vanwege de gemeente georganiseerd.
- 3.
De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor
rekening van de gemeente.
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de
gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de
gemeente.
Artikel 30 Vaste vergoeding
In bijzondere gevallen kan het college aan de leden van het dagelijks
bestuur van een bestuurscommissie of en andere commissie als bedoeld in
artikel 84 Gemeentewet een vaste vergoeding van maximaal € 250,00 bruto
per geleverde prestatie toekennen.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 31 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6,
16, 19 en 24 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier,
waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze
kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend.
Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het
declaratieformulier binnen 3 maanden bij de griffier,
onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem
aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele
bewijsstukken.
Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
- 1.
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20
en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door
het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord
ondertekende factuur aan de gemeente.
- 2.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door
het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is
vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
- 3.
Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het
begeleidingsformulier en de factuur binnen 3 maanden in bij de
griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem
aangewezen ambtenaar.
Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 35 Intrekking oude regeling
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de artikelen van de
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
worden de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden
en de Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2008
ingetrokken.
Artikel 36 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011.
Artikel 37 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie
wethouders, raads- en commissieleden 2011.
Bijlage 1: Vergoedingen Verordening rechtspositie wethouders, raads- en
commissieleden 2011.
Raadsleden
De tegemoetkoming op grond van artikel 8, eerste lid Verordening rechtspositie
wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: € 28,-- bruto per maand.
De vergoeding op grond van artikel 8, tweede lid Verordening rechtspositie
wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: € 20,-- bruto per maand.
Wethouders
De tegemoetkoming op grond van artikel 21, eerste lid Verordening rechtspositie
wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: nihil omdat er een computer,
bijbehorende apparatuur en software in bruikleen wordt verstrekt.
De vergoeding op grond van artikel 21, vierde lid Verordening rechtspositie
wethouders en raadsleden 2008 bedraagt: € 20,-- bruto per maand.
Toelichting bij hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Welke commissies?
Het gaat om commissies, zoals bedoeld in artikel 82, 83 en 84 van de
Gemeentewet.
Dit zijn de volgende commissies:
- ·
commissies, die door de raad zijn ingesteld om de besluitvorming van de
raad voor te bereiden en met het college of de burgemeester te
overleggen (raadscommissies);
- ·
door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissies, die
bevoegdheden uitoefenen, die hun door de raad, het college,
onderscheidenlijk de burgemeester zijn overgedragen
(bestuurscommissies);
- ·
andere commissies, die door de raad, het college of de burgemeester zijn
ingesteld. Dit kunnen commissies zijn, die adviseren over te nemen
besluiten of over klachten.
Naar de stand van zaken per de datum van 01-07-2010 kent de gemeente Zeist de
navolgende commissies, waarop de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en
commissieleden 2011 van toepassing is:
Naam commissie Afdeling Contactpersoon
Adviescommissie Beeldende Kunst MAZA Marijke Badings
Adviescommissie Milieukwaliteit en Leefomgeving BOR Michiel Beek
Adviescommissie bezwaarschriften Algemeen JuZa Anita Beenen
Bezwarenadviescommissie Personeelsaangelegenheden JuZa Jan Willem van den
Berg
Straatnaamcommissie P&D Peter van der Zwan
Monumentencommissie BOR Peter de Wit
WMO Raad MAZA Robert Moorman