Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid |
Citeertitel | Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (VRZHZ) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Gemeenschappelijke regelingen |
De gemeenteraad heeft toestemming verleend op 26-05-2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2009 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 26-05-2009 Het Kompas, 22-07-2009 | 2009/2009.3078 |
De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
dat bij algemene maatregel van bestuur van 18 mei 2004 tot vaststelling van de regio-indeling van gemeenten met betrekking tot taken in het kader van de Brandweerwet 1985 en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Besluit territoriale indeling brandweer- en GHOR-regio's) de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht zijn aangewezen, die tezamen een regio vormen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Brandweerwet 1985;
dat voornoemde gemeenten, respectievelijk hun bestuursorganen, verplicht zijn gemeenschap-pelijke regelingen te treffen op grond van artikel 3, eerste lid, van de Brandweerwet 1985 en op grond van artikel 3 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;
dat het gewenst is dat deze gemeenschappelijke regeling belast wordt met:
dat het voorts gewenst is een veiligheidsregio zoals bedoeld in het voorstel van wet inzake de bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening tot stand te brengen (TK 2006-2007 31 117 nr. 2. en 2008-2009, 31 117 nr. 10.);
dat het wetsvoorstel de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de Wet rampen en zware ongevallen integreert.
de Brandweerwet 1985, de Wet ambulancevervoer, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de Gemeentewet, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet gemeenschappelijke regelingen;
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
In deze gemeenschappelijke regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
het algemeen bestuur: het bestuur van het openbaar lichaam veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid tevens zijnde het regionale bestuur van de regionale brandweer, van de gemeenschappelijke meldkamer en van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en het ‘veiligheidsbestuur’ zoals genoemd in de Wet veiligheidsregio’s overeenkomstig het ter zake bepaalde in deze regeling;
Daar waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de gemeenteraad, het college en de burgemeester, onderscheidenlijk: het openbaar lichaam, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Het openbaar lichaam heeft tot doel de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding.
Afdeling 1 Het Algemeen bestuur
De hoofdofficier van justitie en de in het samenwerkingsgebied functionerende dijkgraven kunnen de vergaderingen van het algemeen bestuur bijwonen en hebben een adviserende stem ten aanzien van de voorbereiding op de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en het multidisciplinair optreden in groter verband, voor zover zulks relatie heeft met de taakstelling van hun onderscheidenlijke publiekrechtelijke organen.
Afdeling 2 Het DAGELIJKS bestuur
Op de vergadering bedoeld in het zesde lid, is het vijfde lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerste vergadering was belegd alleen beraadslagen en besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Het dagelijks bestuur kan op grond van een belang genoemd in artikel 4 of 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het dagelijks bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het dagelijks bestuur haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in de artikelen 4 of 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter, de algemeen directeur of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het dagelijks bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd dan wel het algemeen bestuur haar opheft.
Het bestuur en het regionale college sluiten een convenant dat betrekking heeft op de meldkamerfunctie. In het convenant worden in ieder geval afspraken gemaakt over de locatie, het beleid en beheer, de financiën, de prestaties, de ondersteunende systemen en de samenwerking van politie met het regionaal coördinatiecentrum, de brandweer, de geneeskundige hulpverlening en het ambulancevervoer in de meldkamer.
De rechtspositie en bezoldiging van de ambtenaren en van het personeel, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, wordt bepaald door de regels welke zijn of zullen worden vastgesteld voor het personeel in dienst van de gemeente Dordrecht, tenzij overeenkomstig het bepaalde in de Ambtenarenwet 1929 het algemeen bestuur op enig moment zelf voorziet in de rechtspositie en bezoldiging.
HOOFDSTUK 8 Financiële bepalingen
De bepalingen van artikel 31 en 32 betreffende de ontwerp-begroting zijn zoveel mogelijk mede van toepassing op wijzigingen van de begroting, met uitzondering van het bepaalde in het eerste, tweede, derde, vierde lid van artikel 31, voor zover het betreft wijzigingen van die begroting die geen invloed hebben op de bijdragen van de deelnemende gemeenten.
Voor af- en overschrijvingen op de posten der begroting zijn artikel 31 en 32 van overeenkomstige toepassing voor zover hiervoor niet bij de begroting zelf of bij een afzonderlijk door gedeputeerde staten goedgekeurd besluit van het algemeen bestuur machtiging is verleend.
Wanneer het algemeen bestuur blijkt, dat de raad van een deelnemende gemeente weigert de in artikel 32, lid 1 bedoelde bijdrage in de gemeentebegroting op te nemen, doet het algemeen bestuur aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 juncto 195 van de Gemeentewet.
Het dagelijks bestuur biedt deze rekening, met toevoeging van een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet aangewezen accountant(s), alsmede hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoording dienstig acht, ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.
HOOFDSTUK 12 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Artikel 41 Toetreding en uittreding
Toetreding van gemeenten tot de regeling of uittreding van gemeenten uit de regeling is slechts mogelijk voor zover zulks in overeenstemming is met de Algemene maatregel van Bestuur als bedoeld in artikel 3 van de Brandweerwet 1985.
Artikel 44 Wijzigingen of opheffing
Een voorstel aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten tot wijziging van deze regeling kan worden gedaan door het algemeen bestuur of door de bestuursorganen van ten minste vijf van de deelnemende gemeenten, zulks onverminderd de ter zake van toepassing zijnde bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en/of de Brandweerwet 1985 en/of de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en/of de Wet rampen en zware ongevallen.
Opheffing van de regeling is mogelijk indien de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Brandweerwet 1985, wordt gewijzigd of ingetrokken. Het algemeen bestuur stelt, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, een liquidatieplan vast en regelt onder goedkeuring van gedeputeerde staten de vereffening van het vermogen.
HOOFDSTUK 13 overgangs- en slotbepalingen
De gemeenschappelijke regeling wordt geacht naar de eisen van de Wet veiligheidsregio’s te zijn aangepast als gevolg van het in werking treden van de Wet veiligheidsregio’s en de toekomstige wijzigingen daarvan, met dien verstande dat ten aanzien van het bepaalde in artikel 23a van het wetsvoorstel Veiligheidsregio’s deelnemende gemeenten gelegenheid wordt geboden gebruik te maken van het ter zake bepaalde.