Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers |
Citeertitel | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening is vastgesteld door het AB van de ISD Midden-Langstraat.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-11-2004 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 15-11-2004 Gemeenteblad, 09-06-2005 | 2005/034 |
Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers
Het Algemeen Bestuur van de ISD Midden-Langstraat, gevestigd te Waalwijk
gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 27 september 2004
gezien het advies van de klantenraad ISD Midden-Langstraat van 8 november 2004
gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand, artikel 18 lid 7 van de
Wet inburgering nieuwkomers, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet
overwegende dat het opleggen van boetes bij het niet nakomen van uit de Wet inburgering nieuwkomers voortvloeiende verplichtingen bij verordening geregeld dient te worden;
vast te stellen de “Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers”
Artikel 2. Bevoegdheid van het dagelijks bestuur
Het college neemt bij toepassing van artikel 18 eerste lid van de wet de bepalingen van deze verordening in acht, onverminderd artikel 18 tweede en vierde lid, van de wet.
Bij herhaling van een gedraging die in strijd is met artikel 2, artikel 4 vierde lid, artikel 8 eerste volzin, artikel 9 eerste lid, artikel 10 derde lid of artikel 12 eerste lid van de wet, binnen 12 maanden nadat aan de nieuwkomer ter zake van die gedraging een bestuurlijke boete is opgelegd, wordt de hoogte van de bestuurlijke boete verdubbeld.
Artikel 5. Anticumulatie bepaling
Het opleggen van een boete blijft achterwege indien voor dezelfde gedraging in het kader van de Wet werk en bijstand de bijstand is verlaagd op grond van artikel 18 tweede lid van de Wet werk en bijstand.
Het dagelijks bestuur is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 15 november 2004
Het algemeen bestuur voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,
A.A.M. Vervest J.P.M. Klijs
In artikel 18, zevende lid, van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) is bepaald dat bij gemeentelijke
verordening nadere regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte van de bestuurlijke boete, die
bij niet nakoming van verplichtingen in het kader van WIN aan de betrokken nieuwkomer wordt
De bestuurlijke boete kan het dagelijks bestuur opleggen indien een nieuwkomer in strijd handelt met
een van de volgende verplichtingen:
??zich melden voor een inburgeringonderzoek (artikel 2 WIN)
??verlenen van medewerking aan het inburgeringonderzoek (artikel 4 vierde lid WIN)
??zich laten inschrijven bij een educatie-instelling (artikel 8 WIN)
??aanwezig zijn bij alle onderdelen van het voor hem vastgestelde educatief programma,
daaronder begrepen het afleggen van een toets (artikel 9 eerste lid en artikel 10 derde lid
??verlenen van medewerking aan de overige onderdelen van het voor hem vastgestelde
inburgeringprogramma (artikel 12 eerste lid WIN).
Indien in het kader van de Wet werk en bijstand een verlaging wordt toegepast vanwege een
gedraging in strijd met de bepalingen van de WIN, blijft het opleggen van een boete achterwege
anticumulatie bepaling (artikel 18 lid 5 WIN).
De hoogte van de bestuurlijke boete bedraagt € 200, -. Bij recidive binnen 12 maanden vindt
verdubbeling van de bestuurlijke boete plaats.
De hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de
nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid (artikel 18 lid 2 WIN). Indien daarvoor dringende redenen
aanwezig zijn kan het dagelijks bestuur besluiten af te zien van het opleggen van een boete (artikel 18
In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.
Artikel 2. Bevoegdheid van het dagelijks bestuur
De hoogte van de bestuurlijke boete wordt in deze verordening vastgelegd. Echter op basis van artikel
18 lid 2 WIN dient de bestuurlijke boete afgestemd te worden op de ernst van het feit, de
omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en mate van verwijtbaarheid.
Artikel 3. Hoogte van de bestuurlijke boete
Uitgangspunt van de verordening is dat een bestuurlijke boete wordt opgeleged in het geval de
nieuwkomer handelt in strijd met de verplichtingen in het kader van de WIN. De hoogte van de
bestuurlijke boete wordt vastgesteld op € 200, -. Afstemming op de ernst van het feit, de
omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid komt daarbij wel aan de orde.
Het kan zich voordoen dat een nieuwkomer herhaaldelijk een verplichting in het kader van de WIN niet
nakomt. Telkenmale zal aan hem een bestuurlijke boete opgelegd worden. Herhaling van de
verwijtbare gedraging, het niet nakomen van de verplichtingen in het kader van de WIN, binnen een tijdvak van 12 maanden wordt gezien als recidive. Bij recidive wordt de hoogte van de bestuurlijke
Artikel 5. Anticumulatie bepaling
Conform artikel 18 lid 5 WIN geldt dat het opleggen van een boete achterwege blijft als voor dezelfde
gedraging in het kader van de uitvoering van de Wet werk en bijstand de bijstand is verlaagd op grond
van artikel 18, tweede lid van de Wet werk en bijstand
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels
worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels op te stellen.