Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Fraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân
CiteertitelFraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpFraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB)
  2. artikel 147 van de Gemeentewet
  3. artikel 12, eerste lid onder c van de Wet investeren in jongeren (WIJ)
  4. artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening ouderen gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (IOAW)
  5. artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
  6. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-03-201101-01-2011nieuwe regeling

03-03-2011

geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Fraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân

De raad van de gemeente Súdwest Fryslân;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 januari 2011;

 

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 12, eerste lid onder c van de Wet investeren in jongeren (WIJ), artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening ouderen gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand bij verordening te regelen;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de: Fraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân

Fraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân

Artikel 1 Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

 a. Wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet investeren in jongeren (WIJ).

b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest Fryslân;

c. Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Súdwest Fryslân;

d. Beleidsplan: Plan zoals bedoeld in artikel 110 van de Gemeentewet gericht op de uitvoering van de WWB.

e. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader in dit artikel zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de WWB en de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 2 Beleidsplan.

Het college draagt zorg voor een beleidsplan Hoogwaardig Handhaven waarin zij aangeeft hoe men fraude voorkomt en opspoort met in achtneming van de vier (beleid)kaders van het Handhavingbeleid, te weten:

 

Preventie.Doel hiervan is het verhogen van de spontane nalevingbereidheid d.m.v. maatregelen op het gebied van:1. het beter en vroegtijdig informeren van cliënten over rechten, plichten en handhaving;2. het zonder belemmeringen optimaliseren van de dienstverlening, zodat de spontane naleving vergroot wordt;

Repressie.

 

Doel hiervan is het: 3. vroegtijdig detecteren en afhandelen van fraudesignalen;4. bij constatering van fraude daadwerkelijk sanctioneren middels afstemmingen terugvordering van ten onrechte verstrekte betalingen.

Artikel 3 Vaststelling beleidsplan Hoogwaardig Handhaven.

Het in artikel 2 genoemde beleidsplan Hoogwaardig Handhaven, zal zo spoedig mogelijk na 1 januari 2011 door het nieuw benoemde college Súdwest Fryslân worden vastgesteld.

Artikel 4 Doelstelling en opdracht college.

Het college draagt zorg voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven worden de doelstellingen met betrekking tot Handhaving bepaald en objectief meetbare doelen geformuleerd.

Artikel 5 Aangifte Openbaar Ministerie.

Indien het niet nakomen van de informatieverplichting leidt tot een benadelingbedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, laat het college middels de Sociale Recherche Fryslân proces-verbaal opmaken om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 6 Hardheidsclausule

  • 1

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.  

  • 2

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7 De inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op 11 maart 2011 en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

  • 2

    De Fraudeverordening van de gemeenten Bolsward, Nijefurd, en Wûnseradiel worden met ingang van de in lid 1 genoemde datum ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als: Fraudeverordening Gemeente Súdwest Fryslân.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 maart 2011

Drs. H.H. Apotheker , voorzitter.

 

Drs. K. Schraagen , griffier. 

Toelichting 1 Algemene toelichting.

De Wet werk en bijstand, hierna te noemen WWB, geeft de situaties aan waarin een gemeente kan overgaan tot terugvorderen. Het betreft hier dezelfde situaties, als al in de Algemene bijstandswet benoemd.

 

Een goed handhavingsbeleid is belangrijk, omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als fraude goed bestreden wordt, vergroot dit onder de burgers het draagvlak van de bijstandsverstrekking. Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het Inkomensdeel. De besparing kan dan worden ingezet voor andere doelen.

 

Bij de behandeling van de Wet werk en bijstand is daarom naar aanleiding van een amendement van het Tweede Kamerlid Weekers artikel 8a ingevoegd dat dwingend voorschrijft dat gemeenten in een verordening regels moeten vastleggen voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen bijstand en voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

In het verlengde hiervan moet het college een beleidplan Hoogwaardig Handhaven opstellen waarin zij aangeeft hoe misbruik te voorkomen en hoe aan de eisen van rechtmatigheid wordt voldaan. Er ligt een duidelijke relatie tussen enerzijds het fraudebeleidplan en anderzijds de Afstemmingsverordening en beleidregels rond terugvordering en verhaal.

 

Met deze verordening wordt ook invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WIJ. Tevens wordt door deze verordening ook invulling gegeven aan artikel 35 van de IOAW en IOAZ.

 

Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB wordt in de Fraudeverordening en het beleidsplan Hoogwaardig handhaven vastgelegd. Dit beleidskader is ook toepasbaar op de uitvoering van de WIJ en de IOAW en IOAZ.

 

In de fraudeverordening komt de nadruk te liggen op het voorkomen van fraude en hoe de gemeente eventuele fraude vaststelt en sanctioneert. In de artikelsgewijze toelichting zullen een aantal in te zetten instrumenten worden benoemd en waar nodig toegelicht. 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsomschrijving

 

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen. Het is zeer waarschijnlijk dat enkele wetten, genoemd onder 1, in de loop van de tijd wijzigen, vervallen, of vervangen worden door andere wetten. De strekking van deze verordening is dat deze geldt voor alle wetten die betrekking hebben op de verstrekking van bijstandsuitkeringen.

 

Artikel 2. Beleidsplan.

 

Voorlichting.

 

Via een uitgebreide en degelijke voorlichting de cliënten al tijdens het eerste contact duidelijk maken waar zij recht op hebben, welke verplichtingen zij hebben en welke rol Handhaving tijdens de intake zal vervullen ( huisbezoek/ poortwachter). In een later stadium kan de cliënt dan tijdens een dienstverleninggesprek nogmaals op bovengenoemde zaken gewezen worden en zal aan de cliënt de dienstverleningmap verstrekt worden.

 

Optimaliseren dienstverlening.

 

Door middel van een goed werkproces is het mogelijk de bereidheid van cliënten tot spontane naleving van de regels te vergroten.

 

Belangrijk hierbij is dat cliënt slechts eenmaal de gegevens moet aanleveren die belangrijk zijn voor de verstrekking van de uitkering. Gegevens die verkrijgbaar zijn uit de aan de ambtenaar beschikbaar staande systemen moeten niet worden opgevraagd. Voorbeelden hiervan zijn: het Register van de gemeente, Suwinet, het Inlichtingenbureau en RDW.

 

Tevens moet het de cliënt duidelijk zijn dat de verstrekte gegevens middels verificatie en validatie op rechtmatigheid worden gecontroleerd. Er moet een “duidelijke” pakkans aanwezig zijn.

 

Ook zal er sprake moeten zijn van duidelijke samenwerking- en afspraken met de ketenpartners. Wederzijdse informatieverstrekking voorkomt “uitspeel”gedrag en maakt een adequate aanpak mogelijk.

 

Wijzigingsformulier en Heronderzoek.

 

Middels een wijzigingsformulier kunnen klanten de wijzigingen in hun situatie doorgeven. Zijn er geen wijzigingen dan hoeft de cliënt geen administratieve handelingen te verrichten en loopt de uitkering gewoon door. Voordeel van dit systeem is dat het cliënt vriendelijker is ten opzichte van het oude systeem van maandelijkse inkomstenbriefjes.

 

Risico is echter dat de gemeente bij niet regelgetrouwe cliënten geen zicht heeft op eventuele wijzigingen die belangrijk zijn voor de uitkeringsituatie. Het Heronderzoek kan hierin een rol spelen. Mocht er bij de consulent een indicatie zijn betreffende wijzigingen die niet zijn doorgegeven dan zal de cliënt door middel van een Heronderzoek in onderzoek worden genomen. Doel van dit Heronderzoek is dan het bekijken van de huidige feitelijke situatie in samenhang met de dan geldende uitkeringsituatie,

 

Vroegtijdige detectie en afhandeling fraudesignalen.

 

Door de inzet van een actieve Poortwachter is het mogelijk om in de aanvraagprocedure al de onterecht binnengekomen aanvragen af te vangen. Door middel van een huisbezoek en verificatie/validatie van de aangeleverde gegevens is het mogelijk een helder beeld van de aanvrager te krijgen en indien nodig deze aanvraag buiten behandeling te stellen.

 

Ook vanuit systeemkoppelingen met bijvoorbeeld het Inlichtingenbureau en RDW is het mogelijk om vroegtijdig eventuele fraude te signaleren en af te handelen.

 

Opleggen van een sanctie.

Bij vaststelling van eventueel frauduleus gedrag moet er daadwerkelijk over worden gegaan tot sanctioneren.

 

Het buiten behandeling cq. afwijzen van een aanvraag, het stopzetten van een lopende uitkering, het opleggen van een maatregel en het terugvorderen van de ten onrechte genoten bijstand zijn hiervoor de geëigende instrumenten.

 

Fraude alert personeel.

 

Buiten alle technische instrumenten, is echter het meest belangrijk goed getraind en gemotiveerd personeel. Indien het personeel de overtuiging heeft dat slechts die cliënten die er recht op hebben in de uitkering mogen zitten en zij de vaardigheden bezitten om dit te kunnen bepalen, zal een goede Handhaving zijn beslag kunnen krijgen.

 

Artikel 3. Vaststelling beleidsplan Hoogwaardig Handhaven.

 

De in dit artikel genoemde datum is indicatief. Indien de gemeenteraad van de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân is geïnaugureerd zal zij ten spoedigste deze Fraudeverordening moeten vaststellen.

 

Artikel 4. Doelstelling en opdracht College

 

Geen nadere uitleg.

 

Artikel 5. Verantwoording.

 

Geen nadere uitleg.

 

Artikel 6 Aangifte Openbaar Ministerie.

Indien een benadeling de aangifte grens overschrijdt, op dit moment € 10.000, -, dan wordt de zaak overgedragen aan de Sociale Recherche Fryslân. Zij zullen dan een strafrechtelijke vervolging in stellen en in die gevallen waarin dit bewijstechnisch mogelijk is overgaan tot het opmaken van een proces verbaal en dit proces- verbaal ter vervolging opsturen naar Justitie.

 

Artikel 7 Hardheidsclausule.

 

Indien de toepassing van deze verordening tot onbillijkheden leidt, kan het college ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen.

 

Van deze mogelijkheid dient zeer terughoudend gebruik gemaakt te worden, om het scheppen van precedenten tegen te gaan.

 

Artikel 8.

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.