| Overheidsorganisatie | Gemeente Zeevang |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening inwonersparticipatie Wmo Zeevang |
| Citeertitel | Verordening inwonersparticipatie Wmo Zeevang |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening inwonersparticipatie Wmo Zeevang 2007 van 25 september 2007.
De datum inwerkingtreding wijkt af van het bepaalde in artikel 9 van de regeling.
artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 02-01-2009 | 21-10-2016 | nieuwe regeling | 09-12-2008 | -1.844.3, 2008 10 09 |
De raad van de gemeente Zeevang;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2008;
gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);
B E S L U I T:
de relatie met de gezamenlijke Wmo-cliëntenraad Beemster, Graft-De Rijp, Schermer en Zeevang per 1 januari 2009 te beëindigen;
in te trekken de Verordening inwonersparticipatie Wmo Zeevang 2007;
vast te stellen de volgende verordening: Verordening inwonersparticipatie Wmo Zeevang.
In dit besluit wordt verstaan onder:
inwonersparticipatie Wmo: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Zeevang zelforganisaties en/of vertegenwoordigende organisaties van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering enevaluatie van de Wmo;
Wmo-raad: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde vertegenwoordigers van zelforganisaties van belanghebbenden en/of belanghebbende vertegenwoordigende organisaties op het gebied van de Wmo. De vertegenwoordigers zijn voor deze taak voorgedragen door de zelforganisaties, door een van de belanghebbende vertegenwoordigende organisatie of door de Wmo-raad.
De inwonersparticipatie Wmo heeft de volgende doelstellingen:
1. het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid;
2. het bijdragen aan de totstandkoming en verbetering van het Wmo-beleid.
1. Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo bestaande uit; beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid. Bovendien de bijbehorende verordeningen en beleidsregels met betrekking tot de Wmo.
2. Advisering met betrekking tot gemeentelijk personeels- en organisatiebeleid in het kader van de Wmo en over klachten, bezwaarschriften en andere zaken die betrekking hebben op individuele cliënten, behoren niet tot het werkterrein van de Wmo-raad.
1. In het kader van de inwonersparticipatie Wmo dienen burgemeester en wethouders de Wmo-raad om advies te vragen.
2. De Wmo-raad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders.
3. Burgemeester en wethouders vragen de Wmo-raad in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3, lid 1.
4. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
5. Het advies van de Wmo-raad wordt aan het college van burgemeester en wethouders gestuurd. In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de Wmo-raad, wordt in het betreffende voorstel aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-raad is afgeweken.
6. Burgemeester en wethouders voorzien de Wmo-raad van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-raad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen.
7. Tussen Burgemeester en wethouders en de Wmo-raad vindt minimaal 1 keer per jaar een structureel overleg plaats, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen.
8. Als één van beide partijen om een gesprek vraagt, geeft de andere partij daar gehoor aan.
9. Van overleg en afspraken met de Wmo-raad doen burgemeester en wethouders binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de Wmo-raad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de Wmo-raad gegeven adviezen is of wordt gedaan.
10. De gemeente wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-raad.
11. De samenwerking tussen de gemeente en de Wmo-raad wordt jaarlijks geëvalueerd.
12. De Wmo-raad bewerkstelligt dat de doelgroepen die zij vertegenwoordigt regelmatig worden geraadpleegd en bij hun werkzaamheden worden betrokken.
1. De Wmo-raad bestaat uit maximaal 13 en minstens 5 leden.
2. De leden van de Wmo-raad mogen zich bij verhindering laten vervangen.
3. De Wmo-raad heeft een voorzitter, die gekozen wordt door de leden van de Wmo-raad.
4. De leden van de Wmo-raad en de voorzitter worden benoemd door het college.
5. De Wmo-raad en de daarin vertegenwoordigde organisaties doen een voordracht voor door het college te benoemen leden van de Wmo-raad.
6. Bij de samenstelling van de Wmo-raad wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van alle in de Wet maatschappelijke ondersteuning genoemde doelgroepen en naar een evenredige vertegenwoordiging van de verschillende dorpskernen in de gemeente.
7. De Wmo-raad wordt geacht om zelf voor de invulling van de vacatures zorg te dragen om hun status van Wmo-raad te behouden.
1. De leden en voorzitter van de Wmo-raad worden benoemd voor een periode van 3 jaar.
2. De leden en voorzitter treden af volgens een rooster zoals vastgelegd in het huishoudelijk reglement.
3. Leden en voorzitter kunnen voor herbenoeming worden voorgedragen.
De Wmo raad stelt, binnen de kaders die in deze verordening zijn vastgesteld, een huishoudelijk reglement vast. In dit huishoudelijk reglement kunnen onder meer nadere regels worden opgenomen met betrekking tot stemprocedures, het aftreedschema, het aantal vergaderingen, de consultatie van de achterbannen/doelgroepen, de plaatsvervangende leden enz.
1. Burgemeester en wethouders stellen aan de Wmo-raad zodanige middelen ter beschikking dat de Wmo-raad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening haar taken uit te voeren. Hierbij zijn in ieder geval vergoedingen voor de volgende onkosten inbegrepen: faciliteiten redelijkerwijs aangepast op de beperkingen van de leden, deskundigheidsbevordering op basis van cursusaanbod in ISW-verband en via ZorgBelang, documentatie, ondersteuning, kantoorkosten, overleg achterban, PR, overleg met andere doelgroepen.
2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting en vastgesteld na indiening van een financieel en activiteiten jaarverslag. Het financieel en activiteiten jaarverslag dient 2 maanden na afloop van het jaar waarover subsidie is verkregen te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.
3. Voor niet reguliere activiteiten kan de Wmo-raad bij burgemeester en wethouders een projectsubsidie aanvragen.
4. De gemeente stelt aan de Wmo-raad ten behoeve van vergaderingen een ruimte in het gemeentehuis beschikbaar.
1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot de Wmo, beslist het gemeentebestuur samen met de Wmo-raad.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening inwonersparticipatie Wmo Zeevang”.
3. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2008,
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs. G.C.I. Kager. drs. M.E. Smit.