Overheidsorganisatie | Gemeente Skarsterlân |
---|---|
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) |
Citeertitel | Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Handhavingsverordening 2007.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-10-2009 | 01-10-2009 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 30-09-2009 Skarsterlân Nijs, 21-10-2009 | raadsbesluit 87e/2009 |
De raad van de gemeente Skarsterlân;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 87e /2009;
gelet op het artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren en artikel 8a van de Wet werk en bijstand;
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;
gezien het advies van de cliëntenraad WWB;
besluit:
vast te stellen de
Handhavingsverordening Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ)
In deze verordening wordt verstaan onder:
a de wet: de Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren;
b college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Skarsterlân.
Het college zorgt voor en legt vast de regels voor:
· het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;
· de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en inkomensvoorziening.
Het college informeert de raad door middel van het jaarverslag over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan:
· het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;
· de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en inkomensvoorziening.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Skarsterlân in zijn openbare vergadering van 30 september 2009.
De raad voornoemd,
voorzitter griffier
Algemene toelichting
De Wet investeren in jongeren en handhaving
Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar.
Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De Handhavingsverordening is één van die verordeningen.
Handhavingsverordening
Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB is reeds in de Handhavingsverordening WWB vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de WIJ op te nemen in de Handhavingsverordening WWB. Deze krijgt daardoor ook een andere naam en zal voortaan "Handhavingsverordening WWB en WIJ" heten.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2
In artikel 2 is bepaald dat in de regelingen en werkprocedures voldoende maatregelen worden getroffen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen en de bestrijding van de ten onrechte ontvangen bijstand plaats zal vinden.
In de vast te stellen regels zal het college in ieder geval regels opnemen over de:
· voorlichting en communicatie;
· controle bij de aanvraag en tijdens de periode van bijstandsverlening;
· in te zetten controlemiddelen;
· de afdoening van het geconstateerde misbruik en oneigenlijk gebruik.
Artikel 3
In artikel 3 is vastgelegd dat de raad jaarlijks via het jaarverslag wordt geïnformeerd over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het voorkomen en afdoen van het misbruik en oneigenlijk gebruik.