Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Zuid |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening ambtelijke bijstand stadsdeel Zuid |
Citeertitel | Verordening ambtelijke bijstand stadsdeel Zuid |
Vastgesteld door | deelraad |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant, jaargang 2, nummer 6, 24 maart 2011
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2011 | 14-12-2015 | nieuwe regeling | 03-03-2011 Stadsdeelkrant, jaargang 2, nummer 6, 24 maart 2011 | - |
1. Een deelraadslid of buitengewoon commissielid wendt zich tot de raadsgriffier met een verzoek om:
feitelijke informatie;
inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;
bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.
2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de raadsgriffier door een ambtenaar gegeven. De griffier benadert hiervoor de afdeling Bestuurs- en Management Ondersteuning.
3. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de stadsdeelsecretaris daarvan in kennis. De stadsdeelsecretaris besluit over de status van het verzoek.
4. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de stadsdeelsecretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.
1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de stadsdeelsecretaris ambtelijke bijstand aan een deelraadslid, tenzij:
het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op werkzaamheden van de stadsdeelraad;
dit het belang van het stadsdeel kan schaden;
het bijstand, bedoeld in artikel 1, eerste lid onder c, betreft, en het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 3 beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand;
2. De stadsdeelsecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt .
3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de stadsdeelsecretaris dit met redenen omkleed mee aan de giffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.
4. Indien het verzoek om ambtelijke bijstand door de stadsdeelsecretaris wordt geweigerd kan de raadsgriffier of het betrokken raadslid het verzoek om ambtelijke bijstand voorleggen aan de voorzitter van het Dagelijks bestuur. Deze beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een week, of het verzoek om ambtelijke bijstand terecht is geweigerd.
5. De voorzitter van het dagelijks bestuur legt in de volgende raadsvergadering na weigering van de bijstand verantwoording af over de redenen van de weigering.
6. Indien het dagelijks bestuur of leden van het dagelijks bestuur informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid. Het dagelijks bestuur kan deze informatie ook via de stadsdeel-organisatie ontvangen.
Elke fractie heeft per jaar recht op 20 uur ambtelijke bijstand per raadszetel te verdelen over raadsleden en buitengewoon commissieleden als bedoeld in artikel 1.
Niet bestede uren ambtelijke bijstand mogen niet naar het volgende jaar worden meegenomen.
De stadsdeelsecretaris en de griffier houden in een register bij hoeveel uren per jaar een raadslid gebruik maakt van ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1lid c.
Ambtelijke bijstand wordt, in overleg met het deelraadslid, binnen redelijke termijn verleend.
1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, bespreekt de raadsgriffier dit zonodig met de stadsdeelsecretaris.
2. Indien overleg met de stadsdeelsecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, dan leggen zij het geschil voor aan de voorzitter van het dagelijks bestuur. Deze beslist zo spoedig mogelijk over het geschil.
3. De voorzitter van het dagelijks bestuur legt in de eerstvolgende raadsvergadering na de beslissing over het conflict verantwoording af over de beslechting van het conflict en wijze waarop dat is gebeurd.
Bij het vragen van informatie, inzage of bijstand mag degene die deze hulp verleent, niet tot geheimhouding jegens zijn/haar superieuren verplicht worden. Indien zich een situatie zou voordoen waarin een raadslid ‘vertrouwelijke' ambtelijke bijstand noodzakelijk acht, kan hij zich tot de raadsgriffier wenden.
Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening ambtelijke bijstand stadsdeel Zuid.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.