Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de januari 2002 ter uitvoering van de artikelen 13, 15, 16 en 17 van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid, regelende de organisatie en taakstelling van de Directie Volksgezondheid en de Directie Sociale Ontwikkeling van het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de januari 2002 ter uitvoering van de artikelen 13, 15, 16 en 17 van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid, regelende de organisatie en taakstelling van de Directie Volksgezondheid en de Directie Sociale Ontwikkeling van het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling
CiteertitelLandsbesluit Organisatie en Taakstelling van het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpvolksgezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening Organisatie Landsoverheid (P.B. 2001, no.75), artikelen 13, 15, 16 en 17

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-03-2010art. 1

26-02-2010

P.B. 2010, no. 8

onbekend
27-09-2008art. 1

20-08-2008

P.B. 2008, no. 75

onbekend
07-01-2002Nieuwe regeling

04-01-2002

P.B. 2002, no. 13

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de januari 2002 ter uitvoering van de artikelen 13, 15, 16 en 17 van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid, regelende de organisatie en taakstelling van de Directie Volksgezondheid en de Directie Sociale Ontwikkeling van het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling

Artikel 1

De organisatie van het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling is als volgt:

  • 1.

    de Directie Volksgezondheid.

  • 2.

    de Directie Sociale Ontwikkeling.

  • 3.

    het Ondersteuningsbureau.

  • 4.

    de Uitvoerende Dienst: de Inspectie voor de Volksgezondheid, met maximaal 24 formatieplaatsen.

Artikel 2

De organisatie van de Directie Volksgezondheid is als volgt:

  • 1.

    Aan het hoofd van de Directie staat een Directeur.

  • 2.

    Het maximum aantal formatieplaatsen van de Directie is: 13

  • 3.

    De taken van de Directie zijn de volgende:

    • a.

      Het opstellen van beleidsnota’s en -adviezen alsmede het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het landelijke beleid inzake de volksgezondheid, de gezondheidszorg en de dierengezondheid;

    • b.

      Het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen en bewaken van het budgettaire instrumentarium inzake de volksgezondheid en gezondheidszorg, waaronder het financieel overzicht gezondheidszorg, het macrobudget en de zorgaanbiedersbudgettering, alsmede het (doen) uitvoeren van de activiteiten noodzakelijk om daadwerkelijk te beschikken over een kwalitatief hoogwaardig budgettair instrumentarium, als bovenbedoeld;

    • c.

      Het bevorderen, (doen) verrichten en aansturen van epidemiologisch onderzoek en surveillance, waaronder het bijhouden van mortaliteitsstatistieken en het monitoren van de gezondheidstoestand van de bevolking, alsmede van beleidsondersteunend en evaluatief onderzoek en planningsactiviteiten met betrekking tot de volksgezondheid, de gezondheidszorg en de dierengezondheid;

    • d.

      Het voorbereiden, implementeren en beheren van de landelijke wet- en regelgeving, waaronder standaardisering en normering, inzake de volksgezondheid, de gezondheidszorg en de dierengezondheid;

    • e.

      Het afstemmen van het landelijke beleid inzake de volksgezondheid, de gezondheidszorg en de dierengezondheid met andere Ministeries, de bestuurlijke autoriteiten van de eilandgebieden, zelfstandige bestuursorganen en particuliere instanties wier activiteiten raakvlakken hebben met dat beleid;

    • f.

      Wat betreft het eilandelijke beleid inzake de volksgezondheid, de gezondheidszorg en de dierengezondheid, het verlenen van bijstand aan de eilandgebieden, die daartoe niet in staat zijn;

    • g.

      Het behartigen van de belangen op het gebied van de volksgezondheid, de gezondheidszorg en de dierengezondheid van de Nederlandse Antillen in Koninkrijks-, internationaal en regionaal verband;

    • h.

      Het opstellen van beleidsnota’s en -adviezen alsmede het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het landelijke beleid, waaronder het budgettaire instrumentarium, inzake milieuhygiëne, milieu en natuur;

    • i.

      Het bevorderen, (doen) verrichten en aansturen van epidemiologisch onderzoek en surveillance op het gebied van milieuhygiëne, alsmede van beleidsondersteunend en evaluatief onderzoek en planningsactiviteiten met betrekking tot duurzame ontwikkeling, milieuhygiëne, milieu en natuur;

    • j.

      Het voorbereiden, implementeren en beheren van de landelijke wet- en regelgeving, waaronder standaardisering en normering, inzake duurzame ontwikkeling, milieuhygiëne, milieu en natuur;

    • k.

      Het afstemmen van het landelijke beleid inzake duurzame ontwikkeling, milieuhygiëne, milieu en natuur met andere Ministeries, de bestuurlijke autoriteiten van de eilandgebieden, zelfstandige bestuursorganen en particuliere instanties wier activiteiten raakvlakken hebben met dat beleid;

    • l.

      Wat betreft het eilandelijke beleid inzake duurzame ontwikkeling, milieuhygiëne, milieu en natuur, het verlenen van bijstand aan de eilandgebieden, die daartoe niet in staat zijn;

    • m.

      Het behartigen van belangen van de Nederlandse Antillen op het gebied van duurzame ontwikkeling, milieuhygiëne, milieu en natuur in Koninkrijks-, internationaal en regionaal verband.

  • 4.

    De Directie bestaat uit twee afdelingen.

  • 5.

    Aan het hoofd van een afdeling staat een afdelingshoofd.

  • 6.

    Bij ministeriële beschikking met algemene werking worden de precieze taken, de organisatiestructuur, de naam en het maximum aantal formatieplaatsen per afdeling vastgelegd, met inachtneming van het overigens bij of krachtens de Landsverordening organisatie Landsoverheid bepaalde.

Artikel 3

De organisatie van de Directie Sociale Ontwikkeling is als volgt:

  • 1.

    Aan het hoofd van de Directie staat een Directeur.

  • 2.

    Het maximum aantal formatieplaatsen van de Directie is: 5.

  • 3.

    De Directie bestaat uit één afdeling. De Directeur, genoemd in lid 1, is tevens hoofd van de afdeling.

  • 4.

    De taken van de Directie, tevens afdeling, zijn de volgende:

    • a.

      Het ontwikkelen en toetsen van beleid, het adviseren omtrent beleid, alsmede het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het nationale beleid, waaronder het budgettaire en subsidieinstrumentarium, inzake duurzame sociale ontwikkeling;

    • b.

      Het bevorderen, (doen) verrichten en aansturen van beleidsondersteunend kwalitatief en kwantitatief onderzoek, waaronder bevolkingsvraagstukken, en planningsactiviteiten met betrekking tot duurzame sociale ontwikkeling en sociale verzekeringsvraagstukken;

    • c.

      Het voorbereiden, implementeren en beheren van de nationale wet- en regelgeving inzake duurzame ontwikkeling, waaronder welzijn en human resourceontwikkeling op nationaal en bedrijfsniveau, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving;

    • d.

      Het ontwikkelen en toetsen van beleid, het adviseren omtrent beleid, alsmede het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het nationale beleid, waaronder het budgettaire instrumentarium, inzake de sociale verzekeringen;

    • e.

      Het voorbereiden, implementeren en beheren van de nationale wet- en regelgeving inzake de sociale verzekeringen, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving, waaronder de naleving door de Sociale Verzekeringsbank en andere uitvoeringsorganen;

    • f.

      Het afstemmen van het nationale beleid inzake duurzame sociale ontwikkeling en sociale verzekeringen met andere Ministeries, de bestuurlijke autoriteiten van de eilandgebieden, zelfstandige bestuursorganen en particuliere instanties wier activiteiten raakvlakken hebben met dat beleid;

    • g.

      Het behartigen van het algemeen belang op het gebied van duurzame sociale ontwikkeling en sociale verzekeringen van de Nederlandse Antillen in Koninkrijks-, internationaal en regionaal verband;

    • h.

      De taakstelling van de Commissie Bevolkingsvraagstukken.

Artikel 4

  • 1.

    Er is een Ministerieel overleg, waarin zitting hebben de Directeuren, bedoeld in de artikelen 2 en 3, het hoofd van de Inspectie voor de Volksgezondheid, de betrokken Minister, als voorzitter, en, indien aanwezig, de betrokken Staatssecretaris.

  • 2.

    Het Ministerieel overleg vergadert ten minste één maal per maand over aangelegenheden:

    • a.

      betreffende een Directie of de Inspectie voor de Volksgezondheid, die het Ministeriële of Regeringsbeleid regarderen;

    • b.

      betreffende het Regeringsbeleid, die het Ministerie, een Directie of de Inspectie voor de Volksgezondheid regarderen;

    • c.

      die de bevoegdheden van een Directie of de Inspectie voor de Volksgezondheid overschrijden;

en overigens, op verzoek van een functionaris, genoemd in het eerste lid.

  • 3.

    Het periodieke werk- en afstemmingsoverleg tussen de Directeuren en het hoofd van de Inspectie voor de Volksgezondheid, genoemd in lid 1, wordt geregeld door de Minister.

Artikel 5

  • 1. De organisatie van het Ondersteuningsbureau is als volgt:

    • a.

      Aan het hoofd van het Ondersteuningsbureau staat een Coördinator.

    • b.

      Het maximum aantal formatieplaatsen van het Ondersteuningsbureau is: 7

  • 2. Het Ondersteuningsbureau verleent ondersteuning als bedoeld in artikel 17, lid 6, van de Landsverordening organisatie landsoverheid, aan de Inspectie voor de Volksgezondheid, indien en voor zover het verantwoordelijke hoofd van dienst zulks verzoekt.

Artikel 6

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als Landsbesluit Organisatie en Taakstelling van het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling.

Artikel 7

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid.