Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringen

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Wieringen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringen
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Wieringen
CiteertitelVerordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Wieringen 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de lijkbezorging

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-12-200612-12-2013Wijziging, Artikel 11 lid 4b toegevoegd

14-12-2006

Onbekend.

XII-17

Tekst van de regeling

Raadsbesluit 2006: XII - 17 De raad van de Gemeente Wieringen;

Gezien het voorstel van het college van 24 oktober 2006;

Gelet op de bepalingen van de Wet op de lijkbezorging;

Besluit:

I. vast te stellen de gewijzigde Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Wieringen.

Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. begraafplaats:

  • -

    de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Wieringen;

    te weten:

  • *

    de gemeentelijke begraafplaats "Zandburen" te Hippolytushoef;

  • *

    de gemeentelijke begraafplaats te Stroe.

    b. wet:

  • -

    de Wet op de lijkbezorging;

    c. eigen graf:

  • -

    een graf, grafkelder daaronder begrepen, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen begraven, begraven houden van lijken en het daarin doen verstrooien van as;

    d. algemeen graf:

  • -

    een graf, grafkelder daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    eigen umengraf:

    - een graf, urnenkelder daaronder begrepen, of nis ten aanzien waarvan het uitsluitend recht

    is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, met of zonder

    urn, bevattende de as van overledenen en het doen verstrooien van as in het graf;

  • f.

    grafkelder:

    - een ruimte bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van lijken;

  • g.

    urnenkoker:

    - een element bestemd voor het plaatsen van maximaal 2 urnen of asbussen in of op een umengraf;

  • h.

    asbus:

  • -

    een bus ter berging van de as van een overledene;

    L urn:

    - een voorwerp ter berging van een asbus;

    j. urnenkelder:

  • -

    een ruimte bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van urnen;

    k. urnennis:

  • -

    een nis bestemd voor het doen bijzetten en bijgezet houden van urnen;

    1. strooiveld:

    - een permanent daartoe bestemde plaats van de begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

    m. urnentuin:

  • -

    een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een eigen urnengraf of in een speciaal hiervoor bestemde umenpilaar;

  • n.

    urnenmuur:

    - een columbarium vol nissen geplaatst op een gedeelte van de begraafplaats dat bestemd is tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een urnenis;

  • o.

    rechthebbende:

  • -

    de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een eigen graf of een eigen umengraf;

    p. gebruiker:

  • -

    de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

    q. beheerder:

  • -

    degene die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • r.

    grafakte:

    - de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van de vigerende verordening op de lijkbezorgingsrechten door of namens burgemeester en wethouders een grafrecht wordt verleend;

  • s.

    grafrecht:

    - het recht op het begraven en begraven houden in een eigen graf of eigen urnengraf;

  • t.

    grafbedekking:

    - gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of op een verstrooiingsplaats;

  • u.

    gedenkteken:

    - voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • v.

    grafbeplanting:

    - vaste- en winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • w.

    duurzame materialen:

    - vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, e.d. gewaarborgd is.

  • x.

    begraven:

    - het begraven van lijken en het bijzetten van asbussen, met of zonder um, in grafruimten of urnengraven.

    Artikel 2 Beheer

    Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders. Onder toezicht van burgemeester en wethouders worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de aanwezige administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het doen delven of openen en sluiten van graven.

    Artikel 3 Bestemming

  • 1.

    De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten of verstrooien van asbussen van personen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen, welke warden omschreven in een uitvoeringsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van deze verordening. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen (umen)graven.

    Indeling en administratie van de begraafplaats

    Artikel 4 Verantwoording

  • 1.

    Burgemeester en wethouders regelen het beheer, het onderhoud, de indeling en de administratie van de gemeentelijke begraafplaats,

  • 2.

    Burgemeester en wethouders dragen ervoor zorg, dat er in tweevoud een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt gemaakt waarop de grafruimten genummerd zijn aangegeven.

    Artikel 5 Register

  • 1.

    De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven, met hun namen, adressen, en datum van geboorte. In dit register wordt van de overledene tevens vermeld de datum van overlijden, de dag van de begraving, het gedeelte van de begraafplaats waarin dat is geschied en het nummer van het graf.

  • 2.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan burgemeester en wethouders door te geven.

  • 3.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een uittreksel ten aanzien van hun grafplaats en leges verkrijgen.

    Openstelling begraafplaats

    Artikelti Openstelling

  • 1.

    De begraafplaats is kosteloos voor eenieder toegankelijk.

  • 2.

    De openingstijden zijn, behoudens door burgemeester en wethouders te verlenen ontheffing, van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 3.

    De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as is op maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur en op zaterdag van 09.00 tot 13.00 uur.

    4 Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande, vastgesteld.

  • 5.

    De toegang tot en het verblijf op de begraafplaats is verboden voor kinderen beneden de leeftijd van 16 jaar, zonder geleide.

  • 6.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend,

    zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of asbezorging.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de tijden, zoals bedoeld in

    lid 2 en 3 van dit artikel, afwijken.

    Ordemaatregelen

    Artikel? Verboden

    1. Het is verboden op de begraafplaats:

  • a.

    zich op hinderlijke wijze te gedragen;

  • b.

    te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

  • c.

    op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

  • d.

    op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

  • e.

    de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

  • f.

    dieren mee te voeren, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een blinde;

  • g.

    dieren te begraven;

  • h.

    te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

  • i.

    zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan op de daarvoor bestemde ingangen;

  • j.

    iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

  • k.

    werkzaamheden aan grafbedekkingen door derden te laten verrichten, behoudens artikel 20.

    2. Het is verboden op de begraafplaats:

  • a.

    rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te

    nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van

    materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

  • b.

    met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

    3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in aanhef a van lid 2.

    Artikel 8 Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaats worden ontzegd.

  • 3.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd.

    Artikel 9 Plechtigheden

    1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren warden gemeld aan de beheerder onder

    opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

    2. Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

    Indeling begraafplaats en onderscheid graven

    Artikel 10 Uitgifte en indeling

  • 1.

    Bij de uitgifte van een graf wordt rekening gehouden met de wens van de rechthebbende voor zover dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is;

  • 2.

    Graven worden uitgegeven voor directe begraving alsmede voor het uitsluitend recht van begraven op termijn (reservering);

  • 3.

    Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden, de uitgifte van (urnen)graven en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

    Artikel 11 Onderscheid graven

    1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

  • a.

    eigen graven, eigen umengraven en eigen umennis;

  • b.

    algemene graven;

  • c.

    recht tot uitstrooien van as.

    2. Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn in een nieuw eigen graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

    3. In een algemeen graf kunnen op de begraafplaats maximaal twee lijken worden begraven.

    4a.Eigen graven worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaren. Deze termijn kan telkens met een termijn van 5 of 10 jaar worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.

    4b.In geval van het bijzetten of begraven van een asbus in een eigen graf, eigen urnengraf of eigen umennis kan de uitgiftetermijn voor de asbus worden beperkt tot 10 jaren, indien de rechthebbende, voordat de begraving of bijzetting heeft plaatsgevonden, schriftelijk opdracht heeft gegeven tot het doen verstrooien van de as na het verstrijken van deze termijn.

    Deze termijn kan met 5 of 10 jaren worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.

    In geval van verlenging van de uitgiftetermijn op grond van artikel 11, lid 4b wordt de opdracht tot het doen verstrooien van as geacht met dezelfde termijn te zijn verlengd.

    5. In een eigen graf op de begraafplaats kunnen:

  • a.

    maximaal twee lijken worden begraven;

  • b.

    maximaal zes asbussen worden bijgezet.

    Tevens zijn combinaties van de leden a en b mogelijk, mits er per begraaflaag maximaal één lijk of zes asbussen worden begraven of bijgezet.

    6. In een eigen umengraf op de begraafplaats kunnen maximaal twee asbussen warden geplaatst.

    7. Met betrekking tot de begraafplaats Stroe dient, bij het plaatsen van voorwerpen in de grond, dieper dan 30 cm vanaf het maaiveld, zoveel mogelijk rekening te warden gehouden met aanwezige archeologische waarden zoals aangeduid op de Cultuurhistorische Waardenkaart.

    8. Een uitsluitend recht op een eigen graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening.

    9. Het in het tweede lid bedoelde gebruik, respectievelijk het in het vierde lid bedoelde uitsluitend grafrecht worden door burgemeester en wethouders schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden en gebruikers kunnen, tegen betaling der daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaat-akte verkrijgen.

    Vereisten voor begraving of bijzetting

    Artikel 12 Te overleggen documenten

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of wil doen verstrooien, geeft daarvan zo spoedig mogelijk doch uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden vóór 12.00 uur, schriftelijk kennis aan de gemeente. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen gelden niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven of verbranden, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste lid bedoelde kennisgeving voor begraving dient het verlof tot begraving of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overlegd.

  • 4.

    Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven of verbrand, dient behalve het in het derde lid bedoelde verlof of document ook het in het tweede lid bedoelde verlof van de burgemeester te worden overgelegd.

    5. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van het bepaalde in lid 1 van dit artikel ontheffing verlenen.

    Artikel 13 Vereisten begraving

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overlegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze zelf de overledene is, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode, dat de dan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 17, tweede lid, bedoelde personen.

    Artikel 14 Begraving

    1. De uitgifte van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 door de beheerder.

    2. Door de beheerder wordt niet overgegaan tot de begraving of bijzetting dan nadat:

  • a.

    de beheerder heeft geconstateerd dat aan de in de artikels 12 en 13 opgenomen vereisten is voldaan;

  • b.

    alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, de beheerder de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de naam, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.

    3. Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats niet meer dan één begrafenis plaatsvinden.

    Artikel 15 Lijkomhulsels en grafgiften

    1. Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lij khoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de `witte lijst' van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).

  • 2.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht tot het schriftelijk aangeven van het gebruik van lijkhoezen aan de gemeente.

  • 3.

    Het is rechthebbenden of gebruikers niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en / of vervuilend zijn.

    Tarieven

    Artikel 16 Tarievenlipst en termijnen

  • 1.

    De toegepaste tarieven worden vastgesteld door de gemeenteraad en openbaar gemaakt in de tarievenlijst behorende bij de vigerende "Verordening op de lijkbezorgingsrechten".

  • 2.

    Daarbij wordt tevens aangegeven, voorzover zulks niet in deze verordening is geschied, wanneer of binnen welke termijn de betreffende kosten voldaan moeten zijn.

    Verlenging en overgang grafrechten

    Artikel 17 Overdracht

  • 1.

    Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan burgemeester en wethouders van een door zowel de rechthebbende alsook de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of ..andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kunnen burgemeester en wethouders het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een (urnen)graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

    Einde grafrechten

    Artikel 18 Vervallen grafrechten

    1. De grafrechten vervallen:

  • a.

    door het verlopen van de termijn;

  • b.

    indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

  • c.

    indien een begraafplaats wordt opgeheven.

    2. Burgemeester en wethouders kunnen de grafrechten vervallen verklaren:

  • a.

    indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

  • b.

    indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

  • c.

    indien de rechthebbende of de gebruiker van een (urnen)graf is overleden en het

    recht niet binnen de in artikel 17, lid 2 gestelde termijn is overgeschreven.

    3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

    4. Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of beplanting kan gedurende 12 weken na het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na de 12 weken kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

    Artikel 19 Sluiting

    In het geval dat de gemeenteraad besluit tot gehele of gedeeltelijke sluiting van een begraafplaats, vervallen met ingang van de datum van.dat raadsbesluit - in afwijking van het bepaalde in artikel 11 - de op de laatste dag voorafgaand aan de datum van dat raadsbesluit nog geldende rechten tot het begraven in een eigen graf, het bijzetten in een eigen urnengraf danwel een eigen urnennis.

    Gedenktekens en grafbeplantingen

    Artikel 20 Vereisten grafbedekkingen

  • 1.

    Het plaatsen of verwijderen van grafbedekkingen of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis geschiedt niet dan met vergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van heesters of andere

    beplantingen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen, welke zijn omschreven in een uitvoeringsbesluit. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.

    3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

    4. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

  • a.

    niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

  • b.

    de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

  • c.

    de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

  • d.

    de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen op algemene graven en eigen (umen)graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker.

  • 6.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

    Artikel 21 Onderhoud en beheer gemeente

    Burgemeester en wethouders voorzien in het algemeen onderhoud van de begraafplaats. Daarnaast verzorgen zij de winterharde beplanting op de (urnen)graven. De verzorging, vernieuwing en herstellingen van overige grafbedekkingen is daaronder niet begrepen. Voorts overeenkomstig het bepaalde in het uitvoeringsbesluit.

    Artikel 22 Onderhoud en beheer rechthebbende

  • 1.

    Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht voor het onderhoud van grafbedekkingen zorg te dragen met uitzondering van de winterharde beplanting.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de - door welke omstandigheden ook - daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van Burgemeester en wethouders het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 3.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kunnen burgemeester en wethouders direct maatregelen treffen.

  • 4.

    Indien binnen 12 weken na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, onverlet het recht van burgemeester

    en wethouders tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.

    Artikel 23 Aansprakelijkheid

    1. De in artikel 20 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2.

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 3.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk dekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een algemeen graf of eigen (urnen)graf of een bestaand familiegraf geschiedt voor risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 4.

    Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op haar kosten tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 5.

    De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van of schade aan voorwerpen, welke op de graven zijn geplaatst.

    Ruimen van graven

    Artikel 24 Ruiming en herbegraving

  • 1.

    De ruiming van eigen graven of van umengraven geschiedt met in achtneming van de bij of krachtens de wet gestelde regelen op aanvraag van de rechthebbende en tegen betaling van de verschuldigde rechten.

  • 2.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en aanwezige asbussen, worden begraven of verstrooid op een door burgemeester en wethouders aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende op een eigen graf toestemming verlenen om de overblijfselen van de overledenen die zich bevinden in het graf waarop het uitsluitend recht betrekking heeft, opnieuw te doen begraven in een ander graf.

  • 4.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn van 10 jaar de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving in een graf elders.

    5. De rechthebbende van een eigen (urnen)graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de overblijfselen indien mogelijk bijeen te brengen voor herbegraving of bijzetting elders of te doen verstrooien,

    Artikel 25 Ruiming grafbedekkingen

    1.. De grafbedekking en andere op de graven c.q. umengraven geplaatste losse voorwerpen worden 12 weken na het verstrijken van de termijn van uitgifte dan wel 12 weken na vervallen van het uitsluitend recht tot begraven c.q. bijzetting, door of namens de gemeente afgebroken c.q. verwijderd en opgeruimd.

  • 2.

    De op de graven geplaatste grafbedekkingen en losse voorwerpen blijven, binnen de termijn van 12 weken zoals genoemd in lid 1 van dit artikel, ter beschikking van de rechthebbende en kunnen binnen deze termijn worden opgehaald.

  • 3.

    Na afloop van de in het vorig lid genoemde periode vervalt het recht op deze voorwerpen aan de gemeente zonder dat deze daarvoor enige vergoeding behoeft te betalen.

    Artikel 26 Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats, geschiedt uitsluitend door door de beheerder.

  • 2.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

    Historische graven en opvallende grafbedekking

    Artikel 27 Lijst van graven

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders beslissen over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

    Gedeelte voor kerkgenootschappen en / or stichtingen

    Artikel 28 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoud graven

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap of stichting ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap en / of stichting gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens artikel 6, lid 3 en 4, artikel 10, artikel 11, lid 2, 3, 4 en 5 en artikel 22 van deze verordening.

  • 2.

    Het bestuur van een kerkgenootschap of stichting kan burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op één of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap of de stichting ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap of de stichting schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van één of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving iaat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

    Overige bepalingen

    Artikel 29 Vestiging nieuw grafrecht

    Door vestiging van een grafrecht danwel gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.

    Artikel 30 Verstrekking verordening

    Een exemplaar van deze verordening wordt éénmalig aan de rechthebbende verstrekt. Meerdere exemplaren zijn voor het hiertoe vastgestelde bedrag verkrijgbaar.

    Artikel 31 Beslissingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders

    In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslissen burgemeester en wethouders.

    Artikel 32 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de gemeentelijke begraafplaatsen.

  • 2.

    Alle op het tijdstip van het in werking treden van deze verordening bestaande rechtsgeldige aanspraken en rechten, welke voor het van kracht warden van deze verordening zijn verkregen, blijven gehandhaafd.

    Artikel 33 Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Wieringen 2006".

  • 2.

    Deze gewijzigde verordening treedt in werking op 14 december 2006 .

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Wieringen, gehouden op 14 december 2006.

    De raad voornoemd,

    Griffier, Voorzitter,