Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringen

Verordening op het gebruik van de havens in de gemeente Wieringen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringen
Officiële naam regelingVerordening op het gebruik van de havens in de gemeente Wieringen
CiteertitelHavenverordening 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-200201-07-2003nieuwe regeling

23-05-2002

Register van bekendmakingen, 2002, 152

VI-12

Tekst van de regeling

No. VI 12

De raad van de gemeente Wieringen:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 2002, no. VI 12

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende verordening op het gebruik van de havens in de gemeente Wieringen;

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. schip, resp. schipperhetgeen resp. daaronder wordt verstaan krachtens het Binnenvaartpolitiereglement;
b. plezierschipeen schip, hetwelk uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor sport- of recreatiedoeleinden;
c. woonschip een schip, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen;
d. havenmeesterde als zodanig door de burgemeester en wethouders aangewezen ambtena(a)r(en), alsmede hun plaatsvervanger(s);
e. gevaarlijke stoffenhetgeen daaronder wordt verstaan ingevolge de Wet gevaarlijke stoffen.

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op het gebied, aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening, omvattende o.m. de Waddenhaven, Vissershaven, Noorderhaven en Zuiderhaven te Den Oever en de haven van De Haukes, alsmede op de voor de openbare dienst bestemde en al dan niet met enige beperking voor een ieder toegankelijke, daartoe behorende havenwerken, en op de tot die havens behorende kaden, oevers, wegen, los- en laadplaatsen, terreinen, grond en kunstwerken, ongeacht wie daarvan de rechthebbende is.

Artikel 3 Bestemming der onderscheiden havens

Het is de schipper behoudens toestemming van de havenmeester verboden onderstaande havens te Den Oever met een ander schip binnen te varen of daarmede In die havens te verblijven dan hierna voor de onderscheiden havens is aangegeven:

  • Waddenhaven: mossel- en kokkelvloot, inactieve sportvissers, verder algemene schuilplaats en ligplaats opgelegde schepen - geen laad-, los- en onderhoudswerkzaamheden;

  • Vissershaven: recreatievaart en bruine vloot; laad- en losplaats en onderhoudswerkzaamheden;

  • Noorderhaven: overige beroeps- en actieve sportvisserij, opstap-/bevoorradingsplaats bruine vloot, trainingscentrum CMS (z.o. deel);

  • Zuiderhaven: alle soorten schepen.

HOOFDSTUK 2 Bepalingen betreffende de orde en veiligheid In het algemeen

Artikel 4

Het is de schipper verboden:

  • a.

    zonder toestemming van de havenmeester te varen met aan elkaar gekoppelde of vastgemaakte schepen;

  • b.

    de havens te bevaren anders dan met gestreken zeilen.

Artikel 5

  • 1.

    De schipper van een schip met een andere thuishaven dan Wieringen is verplicht bij aankomst in een haven hiervan terstond melding te doen ten kantore van de havenmeester en daarbij op te geven de naam van de schipper, de naam van het schip en voor zover relevant aard der lading, alsmede herkomst en bestemming daarvan.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de havenmeester op het tijdstip van de aankomst geschieden vorenbedoelde meldingen op het eerstvolgende tijdstip van opening van het havenkantoor; de openingstijden zijn op het havenkantoor aangegeven.

Artikel 6

  • 1.

    Het vastmaken aan de "vloeipalen" voor de kaden in de Noorder- en Vissershaven is verboden.

  • 2.

    Het is de schipper verboden een schip met sloten vast te leggen of vastgelegd te houden zonder toestemming van de havenmeester.

Artikel 7

De schipper is verplicht trossen en kettingen, waarmede zijn schip is gemeerd of verankerd, af te vieren, in te korten zijn schip te verhalen, te meren en gemeerd te houden op de nieuwe, door de havenmeester aangewezen ligplaats, indien en zodra te kennen is gegeven dat dit vereist is in het belang van de scheepvaart of een doelmatig en veilig gebruik van de haven.

Artikel 8

Het is verboden de goede orde in de haven te verstoren, door onder meer:

  • a.

    aanlegtouwen etc. over het loopvlak der steigers of op een anderszins onveilige wijze voor andere gebruikers van de haven te bevestigen;

  • b.

    aan steigers of palen werken of andere voorzieningen te maken waarvoor geen toestemming is verleend door de havenmeester;

  • c.

    onvoorzichtig om te gaan met vuur, daaronder begrepen aan te water liggende schepen werkzaamheden uit te voeren, waarbij hoge temperaturen ontstaan, alsmede onvoorzichtig om te gaan met benzine, gas of andere ontvlambare stoffen;

  • d.

    scheepsafvalstoffen in de haven of op de kaden of haventerreinen te deponeren of op te slaan. Deze afvalstoffen dienen door de gebruiker van de haven, in overleg met de havenmeester, bij de havenontvangstinstallatie bij de Cooperatieve inkoopvereniging van Visserijbenodigdheden (CIV) te worden ingeleverd, co. gedeponeerd;

  • e.

    het terrein, het water, de gebouwen, de steigers en andere werken te verontreinigen door vuilnis, olie, chemicaliën, bilgewater, etc.

  • f.

    in een haven iets te spoelen, dat onreinheden, kleurstoffen of schadelijke bestanddelen afgeeft;

  • g.

    aan boord van een schip ontplofbare, lichtontvlambare, of bij ontbranding fel brandende stoffen te smelten, te koken of te verwarmen.

Artikel 9

De schipper van een schip, waarvan de lading naar het oordeel van de havenmeester nadelig is voor de openbare gezondheid, gevaar oplevert voor de openbare veiligheid of hinder van ernstige aard verspreidt, is verplicht op eerste aanzegging van de havenmeester met zijn schip de haven onmiddellijk te verlaten.

HOOFDSTUK 3 Bepalingen betreffende het laden en lossen

Artikel 10

Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders goederen of voorwerpen van welke aard ook te laden, te lossen of over te slaan of op de kaden en haventerreinen te deponeren.

Artikel 11

Het is de schipper verboden goederen zodanig te laden, te lossen of te verschepen:

  • a.

    dat gedeelten der kaden in het openbaar water kunnen storten of dat daardoor het laden of lossen van andere goederen belemmerd of verhinderd wordt, zulks ter beoordeling van de havenmeester;

  • b.

    dat daardoor schade aan kaden, vloeipalen en andere havenoutillage of eigendommen van derden kan worden veroorzaakt;

  • c.

    indien de havenmeester de schipper heeft dden blijken dat hij dit in het belang van het scheepvaartverkeer, het behoud van havenwerken of ter beveiliging van personen ongewenst oordeelt.

Artikel 12

De schipper is verplicht ervoor te zorgen dat, nadat zijn schip is geladen of gelost, de kade behoorlijk wordt gereinigd en in het openbaar water terechtgekomen goederen daaruit volgens aanwijzingen van de havenmeester onmiddellijk worden verwijderd.

HOOFDSTUK 4 Overige gebruiksbepalingen

Artikel 13

Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders .verboden:

  • a.

    a, in een haven vlotten, balken, fuiken, vistuigen, of andere soortgelijke voorwerpen te hebben liggen of te laten drijven;

  • b.

    meerpalen, meerboeien, en steigers in of boven een haven te hebben, aan te brengen, te leggen of te plaatsen;

  • c.

    op de kade goederen te laten liggen na verloop van de door de havenmeester voor inlading of wegvoering bepaalde termijn;

  • d.

    op de kaden tot op een afstand van 5 meter van de kademuren of beschoeiing materialen op te slaan tot een hoger tonnage dan door de havenmeester toelaatbaar wordt geacht;

  • e.

    vistuigen, boomkorren, of andere onderdelen van vistuigen op de kade of haventerreinen te plaatsen of op te slaan;

  • f.

    vanaf de kade vistuigen en bijbehorende kabels op schepen aan te brengen en hierbij van afmeerbolders, palen en lichtmasten gebruik te maken;

  • g.

    al dan niet mechanische los- en laadinrichtingen op de kade te hebben of in gebruik te nemen;

  • h.

    een schip te slopen of op of aan een schip, op een andere plaats dan op een werf, herstellingen uit te voeren of te doen uitvoeren of zich op een andere plaats dan op een werf met dat schip te bevinden, terwijl daarop of daaraan herstellingen worden uitgevoerd. Dit verbod is niet van toepassing indien de op of aan het schip uit te voeren herstellingen naar het oordeel van de havenmeester als onbelangrijk kunnen worden aangemerkt,

Artikel 14

  • 1.

    Het is verboden in de havens te baggeren of in de havens met een beugel, een haak, een dreg, een magneet of met duikermateriaal naar voorwerpen te zoeken.

  • 2.

    Een ieder die enig voorwerp van waarde uit de havens opvist, is verplicht dit onverwijld aan de havenmeester over te dragen.

Artikel 15

  • 1.

    De schipper van een gemeerd of ten anker liggend schip is verplicht zijn schip steeds tot verhalen gereed te houden en zodanig te verhalen of te verleggen als door de havenmeester nodig wordt geoordeeld en wel onmiddellijk of binnen een daartoe door de havenmeester aangezegde tijd;

  • 2.

    De havenmeester is bevoegd voor rekening en risico van de eigenaren gemeerde, niet of niet voldoende bemande schepen, te verhalen en/of in bewaring te nemen.

Artikel 16

Het is verboden plezierschepen ten behoeve van herstellingen, schoonmaken of anderszins in de haven droog te zetten, anders dan op de daarvoor door de havenmeester aangewezen plaats.

Artikel 17

Het is verboden zonder dat men daartoe gerechtigd is, een schip te ontmeren of te verplaatsen.

Artikel 18

  • 1.

    Het is verboden een schip te gebruiken tot het uitoefenen van een bedrijf, het drijven van handel, het houden van herberg of met een schip koopwaar voor de huishouding of scheepsbenodigdheden af te leveren.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het is verboden een schip te gebruiken tot het verlenen van huisvesting of daarop vast verblijf te houden, dan wel daaraan werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten, welke ten doel hebben het schip daarna te gebruiken of te doen gebruiken als, dan wel te bestemmen tot woonschip, tenzij dit geschiedt met een schip en op de plaats waarvoor ingevolge de Woonschepenverordening Wieringen 1997 vergunning is verleend tot het innemen van een ligplaats voor woonboten.

Artikel 19

Onverminderd het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening Wieringen is het de schipper van een schip verboden in een haven of ander openbaar water onnodig lang of zonder redelijk doel te varen, dan wel onnodig hinder te veroorzaken voor andere schepen of schepelingen.

Artikel 20

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een schip op te leggen.

Artikel 21

Waar geen remmingwerken aanwezig zijn, is de schipper verplicht door het aanbrengen van fenders of drijfbalken of op andere wijze ervoor zorg te dragen, dat tengevolge van het meren van zijn schip geen schade aan enig eigendom van de gemeente of van derden kan worden veroorzaakt.

Artikel 22

  • 1.

    Het is verboden ijs in wateren te breken;

  • 2.

    Het in het vorige lid bedoeld verbod geldt niet:

    • a.

      voor het losmaken van ijs rond schepen;

    • b.

      voor degene die handelt in opdracht of met toestemming van de havenmeester.

Artikel 23

Het is verboden te surfen, te zwemmen, te snorkelen of te duiken in de Wadden-, Noorder- en Vissershaven.

Artikel 24

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders in de havens te vissen, tenzij zulks geschiedt op grond van pacht of huur van het visrecht van de Gemeente Wieringen.

HOOFDSTUK 5 Straf-, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 25

Met het houden van toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening zijn belast:

  • a.

    de havenmeester;

  • b.

    de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren van de afdeling Grondgebiedzaken.

Artikel 26

  • 1.

    Overtreding van enige bepaling dezer verordening is een strafbaar feit en wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2.

    Met de opsporing van de in het eerste lid bedoelde strafbare feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de in artikel 25, eerste lid, bedoelde ambtenaren.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde personen zijn bevoegd zich ook tegen de wil van de schipper, te allen tijde aan boord van een schip te begeven en daarvan deeluitmakende woongelegenheid zonder toestemming van de bewoner binnen te treden.

Artikel 27

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Havenverordening 2002";

  • 2.

    Bij haar inwerkingtreding vervalt de Havenverordening Wieringen, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 29 juni 1995, met dien verstande dat de op basis van die verordening verleende vergunningen, ontheffingen en toestemmingen warden geacht te zijn verleend op basis van de Havenverordening 2002.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Wieringen, gehouden op 23 mei 2002.

    De raad voornoemd,

GriffierVoorzitter