Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringen

Verordening op de heffing, invordering en vergoeding van invorderingsrente 1997

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing, invordering en vergoeding van invorderingsrente 1997
CiteertitelVerordening invorderingsrente 1997
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Gemeentewet, art. 147

Gemeentewet, art. 230

Gemeentewet, art. 231

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-02-199701-01-1997nieuwe regeling

31-01-1997

Register van bekendmaking, 1997, 32

I-7

Tekst van de regeling

No. 1 - 7.

De raad van de gemeente Wieringen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 januari 1997, no. 1 -7;

besluit:

vast te stellen de:

'Verordening op de heffing, invordering en vergoeding van invorderingsrente 1997'.

Artikel 1 Berekeningstijdvak

  • 1.

    Invorderingsrente wordt in rekening gebracht bij aanslagen met een dagtekening van 1 januari 1997 of later.

  • 2.

    Bij te vergoeden invorderingsrente wordt de eerste rentedag bepaald op 1 januari 1997, indien de enige of laatste vervaldag van de betreffende aanslag ligt op een datum voor 1 januari 1997.

  • 3.

    Voor de berekening van de invorderingsrente is de valutadatum, waarop een verschuldigd termijnbedrag is bijgeschreven op enige bank- of girorekening van de gemeente Wieringen, bepalend.

  • 4.

    In afwijking van het gestelde in lid 3 van dit artikel, is bij contante betaling ter gemeentesecretarie of aan de met de invordering van de aanslag belaste deurwaarder, de dagtekening van de kwitantie bepalend voor de berekening van de invorderingsrente.

  • 5.

    Indien na betekening van een dwangbevel betaling van de volledige nog openstaande schuld binnen 3 weken na de datum van betekening plaatsvindt, wordt over het tijdvak gelegen tussen de datum van betekening en de datum van bijschrijving volgens artikel 1 lid 3 van deze verordening, geen invorderingsrente in rekening gebracht. Indien de betaling later dan 3 weken na de datum van betekening plaatsvindt, is het volledige bedrag aan invorderingsrente invorderbaar.

Artikel 2 Toepassing drempel

In afwijking van artikel 33 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt bij iedere (deel)betaling een bedrag aan invorderingsrente van f 50,-- of minder niet in rekening gebracht.

Artikel 3 Toepassing invorderingsrente bij automatische incasso

  • 1.

    In geval van automatische incasso geldt als eerste rentedag de dag, volgende op de vervaldag van de laatste termijn bij automatische incasso.

  • 2.

    Indien de automatische incasso komt te vervallen geldt als eerste rentedag de dag, volgende op de vervaldag van de laatste termijn, zoals die zou hebben gegolden als ware er geen machtiging tot automatische incasso gegeven.

  • 3.

    Het bij lid 2 van dit artikel gestelde geldt eveneens als de automatische incasso komt te vervallen, indien de vervaldag van de laatste termijn, zoals die zou hebben gegolden als ware er geen machtiging tot automatische incasso gegeven, inmiddels is verstreken.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1997.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening invorderingsrente 1997".

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 januari 1997.

De voorzitterDe secretaris
   
   
(J.G.A. Baas)(Drs. J. Wittink)

Toelichting

1.1Het toepassen van invorderingsrente is verplicht met ingang van en 1 januari 1997. In de wetgeving terzake is echter niet duidelijk
1.2geregeld hoe er moet worden omgegaan met belastingen en heffingen, die op dat moment nog geheel of gedeeltelijk openstaan. Hierdoor kan het enerzijds gebeuren dat voor een aanslag van voor 1 januari 1997, waartegen een bezwaarschrift is ingediend en waarbij het bezwaar wordt gehonoreerd, met terugwerkende kracht tot de laatste vervaldag van de aanslag rente moet worden vergoed. Anderzijds ontstaat mogelijk de situatie dat een debiteur die te laat is met betalen, in 1997 wordt geconfronteerd met te betalen invorderingsrente die tot in voorgaande jaren kan en mag worden teruggerekend.
 De eerste situatie brengt voor de gemeente veel administratief werk met zich mee en kan behoorlijke financiële consequenties tot gevolg hebben. De tweede situatie is aan de debiteur niet te verkopen. Om aan genoemde situaties het hoofd te kunnen bieden is artikel 1 lid 1 resp. lid 2 noodzakelijk.
   
1.3De gemeente is niet verantwoordelijk voor de wijze van betalen en de keuze van de bank, waarbij de betaling plaatsvindt. De debiteur dient bij betaling dus rekening te houden met de verwerkingstijd die de bank nodig heeft om een betaling te doen bijschrijven op de rekening van de gemeente. De berekening van de invorderingsrente gaat ook uit van de datum van bijschrijving op de rekening van de gemeente.
 In de wet staat echter nog steeds aangegeven dat een verschuldigd termijnbedrag moet zijn betaald voor of op de vervaldatum van de termijn in plaats van ontvangen. Dit hiaat wordt ondervangen door artikel 1 lid 3 op te nemen.
   
1.4Bij contante betalingen aan de kassier of deurwaarder geldt in afwijking van het bovenstaande als datum van ontvangst de dagtekening van de kwitantie. Hier is immers geen sprake van enige verwerkingstijd door bank- of girodiensten of keuze van de betaalwijze via bank- of giro door de debiteur. Artikel 1 lid 4 is dus een uitzondering op artikel 1 lid 3.
   
1.5Bij het verwerken van een dwangbevel wordt door het geautomatiseerde systeem de rente berekend tot en met de dagtekening van het dwangbevel. Omdat voor in rekening te brengen rente een drempel van f 50,-- wordt gehanteerd, wordt deze rente alleen vermeld indien zij meer dan f 50,-- bedraagt.
 Een dwangbevel zal echter in de meeste gevallen nooit op de dagtekeningsdatum worden voldaan, maar enige dagen tot enige weken later (o.m. afhankelijk van de betekeningsdatum). Hierdoor kan de situatie onstaan dat een debiteur plotseling boven het drempelbedrag komt doordat het tijdvak vanaf de betekeningsdatum tot en met de datum van bijschrijven op de rekening van de gemeente ook onder de invorderingsrente valt. Er is echter geen rente vermeld op het dwangbevel omdat op de datum van dagtekening de drempel niet is bereikt. De deurwaarder zal dan wel alsnog de rente in rekening moeten brengen, waardoor het te betalen bedrag opeens minimaal f 50,-- hoger wordt dan is aangegeven op het dwangbevel.
   
 Om deze situatie te voorkomen, moet worden vastgelegd dat de invorderingsrente tot 3 weken na de datum van betekening niet in rekening zal worden gebracht. Indien deze termijn wordt overschreden, is de volledige rente invorderbaar.
   
2.Artikel 33 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 stelt dat de drempel van f 50,-- bij de enige of laatste betaling toepassing vindt. Dit betekent dat bij overige (deel)betalingen, die na de laatste vervaldatum plaatsvinden, geen drempel zou gelden. Voor deze betalingen zal dus iedere gulden aan te vorderen rente moeten worden ingevorderd, terwijl juist bij de laatste betaling dit niet nodig zou zijn. Artikel 2 voorziet in de oplossing van dit probleem.
   
3.1Op grond van de gemeentelijke verordeningen geldt voor de aanslag gecombineerde gemeentelijke heffingen in het algemeen een betaaltermijn van 4 maanden. Door een machtiging voor automatische incasso af te geven, kan een debiteur zijn aanslag in 10 gelijke maandelijkse termijnen laten incasseren. De laatste vervaldag dient echter in verband met de te berekenen invorderingsrente te verschoven naar de laatste dag van de 10e betaalmaand. Anders zou bij automatische incasso vanaf de 4e betaalmaand ook invorderingsrente moeten worden berekend. Artikel 3 lid 1 sluit dit laatste uit.
   
3.2Op grond van wanbetaling, stornering of op verzoek van de debiteur zelf kan een automatische incasso komen te vervallen. Artikel 3 lid 2 voorziet in dit geval in de mogelijkheid om de laatste vervaldag op de 4e betaalmaand terug te zetten, waardoor het berekenen van invorderingsrente weer mogelijk is als ware er geen machtiging afgegeven.
   
3.3Indien in bovenstaande situatie de vervaldag van de 4e betaalmaand inmiddels mocht zijn verstreken, moet het mogelijk zijn de invorderingsrente met terugwerkende kracht tot deze vervaldag te berekenen.