Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringen

Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van havengelden 2011
CiteertitelVerordening Havengeld 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 229, lid 1a
  2. Gemeentewet, art. 229, lid b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201001-01-2014nieuwe regeling

11-11-2010

Register van bekendmaking, 2010, 379

X-11

Tekst van de regeling

Raadsbesluit 2010: X – 11d

De raad van de gemeente Wieringen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010, no. X-11;

gelet op artikelen 229, eerste lid onderdelen a en b van de Gemeentewet, besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2011.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Schepenwet: de Wet van 1 juli 1909 (Stb. 219).

  • 2.

    Meetbrief:

    • a.

      Zeeschepen: de meetbrief als bedoeld in artikel 24 van de Wet van 12 september 1981, Stb. 122, houdende bepalingen betreffende de meting van schepen (meetbrievenwet 1981), zoals deze nadien is gewijzigd;

    • b.

      Binnenvaartuigen: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten).

  • 3.

    Schip:

    • a.

      elk drijvend lichaam, dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd, dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende;

    • b.

      elk ander drijvend lichaam zoals een werk- en aanlegvlot, ponton houtvlot, duikerklok, zandzuiger, baggermolen, drijvend werktuig en elke andere drijvende inrichting ten dienste van de exploratie en/of exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen op zee.

  • 4.

    Zeeschip:

    • a.

      elk schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart buitengaats, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Schepenwet;

    • b.

      elk schip dat in verband met sloop of voorgenomen sloop voor het onder ten eerste bedoelde gebruik niet meer wordt gebezigd of de bestemming daartoe heeft verloren.

  • 5.

    Passagiersschip: een schip dat bestemd is voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf passagiers, dan wel een schip dat bedrijfsmatig meer dan twaalf passagiers vervoert.

  • 6.

    Vaartuigen voor het vissen op schelpdieren: een schip dat wordt gebruikt voor het opvissen van mosselen en kokkels.

  • 7.

    Vissersschip: een schip dat gebruikt wordt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee of het IJsselmeer, niet zijnde schepen voor het vissen van schelpdieren.

  • 8.

    Sportvissersschip: een schip niet zijnde een passagiersschip of vissersschip noch een pleziervaartuig, dat bestemd is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen die op zee de sportvisserij beoefenen.

  • 9.

    Pleziervaartuig: een schip dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip of een zeilende bedrijfsvaartuig.

  • 10.

    Charterschip/Zeilend bedrijfsvaartuig:

    • a.

      een schip, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

    • b.

      een schip, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor verhuur aan derden danwel het uitoefenen van het bedrijf van zeilschool.

  • 11.

    Varend monument: door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen schip welke een historische band heeft met de leefbaarheid van de gemeente.

  • 12.

    Reddingsvaartuig: een vaartuig van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (K.N.R.M.), bestemd of ingericht voor het verlenen van hulp volgens de doelstelling van de K.N.R.M.

  • 13.

    Hospitaalschip: een schip uitsluitend bestemd en gebruikt voor het verlenen van medische hulp, daaronder begrepen het vervoer van gewonden, zieken en gehandicapten.

  • 14.

    Oorlogsschip: een schip dat ten behoeve van de Koninklijke Marine of de marine van een vreemde mogendheid wordt gebezigd, waarover een militair der zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand, mits geen lading wordt gelost en/of ingenomen.

  • 15.

    Binnenvaartvrachtschip: een schip dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het voervoer van goederen.

  • 16.

    Ton: een massa van 1000 kilogram.

  • 17.

    BT: de eenheid voor de bruto-inhoud (Bruto-Ton) van een zeeschip, zoals bedoeld in het verdrag inzake meting van Schepen, Londen 1969, ook wel grosspton (GT) genoemd.

  • 18.

    Gemeentelijk vaarwater: water in eigendom c.q. beheer van de Gemeente Wieringen.

  • 19.

    Visafslag: de visafslag, gelegen aan de Havenkade 1 te 1779 GS Den Oever.

  • 20.

    De bestemming van een schip wordt afgeleid uit de constructie.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam havengeld wordt een recht geheven ter zake van het met een schip gedurende enige tijd innemen van een ligplaats in voor de openbare dienst bestemd gemeentelijk vaarwater.

Artikel 3 Belastingplicht

De belastingplichtige is de gezagvoerder, de schipper, de reder, de eigenaar of de gebruiker van het schip en degene die als hier te lande bevestigde vaste vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt, met dien verstande dat betaling door één der belastingplichtigen de anderen daarvan bevrijdt.

Artikel 4 Meldingsplicht

De belastingplichtige is verplicht wanneer hij een ligplaats inneemt zich te melden op één van de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsen.

Zodra meer dan een week of een veelvoud van een week is verstreken met ingang van de dag waarop de ligplaats werd ingenomen, is de belastingplichtige wederom verplicht zich te melden, tenzij hij van deze plicht door of namens het college van burgemeester wordt ontslagen.

Artikel 5 Heffingsgrondslagen

  • 1.

    Grondslag voor de berekening van het havengeld is:

    • a.

      voor zeeschepen: de bruto-inhoud van het zeeschip in BT zoals deze blijkt uit de meetbrief;

    • b.

      voor binnenvaartvrachtschepen: het aantal tonnen laadvermogen, zoals dit blijkt uit de meetbrief;

    • c.

      voor vissersschepen: de bruto-inhoud in BT zoals deze blijkt uit de meetbrief;

    • d.

      voor pleziervaartuigen en zeilende bedrijfsvaartuigen als bedoeld in artikel 1, lid 10 sub b van deze verordening: het aantal strekkende meters over de grootste lengte gemeten;

    • e.

      voor overige schepen gedefinieerd in artikel 1: de ingenomen wateroppervlakte zoals deze blijkt uit de bij het schip behorende meetbrief.

  • 2.

    Bij gebreke van de meetbrief, bij weigering om zulk een stuk te tonen of ingeval het stuk de inhoud, het laadvermogen of de ingenomen wateroppervlakte niet vermeldt, wordt de inhoud, het laadvermogen of de ingenomen wateroppervlakte door of namens het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en wordt het havengeld naar de uitkomst daarvan geheven.

Artikel 6 Tarieven en tarieftoepassing

  • 1.

    Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, die opgenomen zijn in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    De in de bij deze verordening behorende tabel opgenomen tarieven zijn, tenzij anders aangegeven, exclusief de eventueel te heffen omzetbelasting.

  • 3.

    Bij de toepassing van de tarieven wordt:

    • a.

      een gedeelte van een eenheid van inhoud, oppervlakte of massa voor een volle eenheid gerekend;

    • b.

      een periode van minder dan een week of een dag voor een volle week c.q. dag gerekend;

    • c.

      het te betalen bedrag aan havengeld als bedoeld in artikel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, na berekening van de eventueel verschuldigde omzetbelasting, naar boven op gehele euro’s afgerond indien het onafgeronde bedrag een restwaarde heeft van meer dan € 0,50;

    • d.

      het te betalen bedrag aan havengeld als bedoeld in artikel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, na berekening van de eventueel verschuldigde omzetbelasting, naar beneden op gehele euro’s afgerond indien het onafgeronde bedrag een restwaarde heeft van minder dan of gelijk is aan € 0,50;

Artikel 7 Vrijstellingen

Van het havengeld zijn vrijgesteld:

  • 1.

    Oorlogsschepen.

  • 2.

    Politie- en douaneschepen.

  • 3.

    Reddingsvaartuigen van de K.N.R.M., zolang zij uitsluitend volgens de doelstellingen, zoals vermeld in artikel 1, twaalfde lid, worden gebruikt.

  • 4.

    Hospitaalschepen.

  • 5.

    Een tot de inventaris van een schip behorend werkvlot met een oppervlakte van maximaal 8m² of een roeiboot of opblaasbare boot, al dan niet met aanhangmotor, behorende bij een schip en aansluitend in gebruik tot onmiddellijke scheepsdienst of tot het overbrengen van opvarenden.

  • 6.

    Schepen die zijn opgenomen als “Varend Monument” (categorie A) in het nationaal register van varende monumenten (NRVM) van de Federatie Oud-Nederlandse Vaartuigen en die niet voor commerciële doeleinden en/of bedrijfsmatig worden geëxploiteerd, voor ten hoogste een tijdvak van één week per jaar.

  • 7.

    Zeeschepen, welke de gemeente aandoen uitsluitend om zieken of doden aan land te zetten.

  • 8.

    Schepen die worden gebruikt ten behoeve van het onderhoud, de verbetering en de uitbreiding van de in deze verordening bedoelde wateren, kaden en werken, voor zover deze worden uitgevoerd in opdracht van de gemeente.

  • 9.

    Schepen die deelnemen aan de door de Vlootschouw Commissie Den Oever georganiseerde Flora- en Visserijdagen, gedurende de Flora- en Visserijdagen.

  • 10.

    De Wieringer aken met nummers WR4 en WR173;

  • 11.

    Vaartuigen die een ligplaats innemen voor het aan boord nemen van personen c.q. het aan wal brengen van personen voor een tijdsduur van maximaal 2 uur.

Artikel 8 Heffingstijdvak

  • 1.

    Het havengeld wordt per heffingstijdvak geheven. Een heffingstijdvak duurt een week en begint met ingang van de dag waarop een ligplaats wordt ingenomen dan wel met ingang van de dag waarop een voorgaand tijdvak is verstreken zonder de ligplaats te hebben verlaten. Voor pleziervaartuigen duurt een heffingstijdvak een etmaal en begint met ingang van de dag waarop de ligplaats wordt ingenomen. Bij het opnieuw innemen van een ligplaats begint een nieuw tijdvak.

  • 2.

    Voor zover het havengeld naar jaartarief wordt geheven is het heffingstijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het havengeld is verschuldigd zodra het in artikel 2 bedoelde gebruik begint.

  • 2.

    De naar jaartarieven geheven rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de naar jaartarieven geheven rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar naar jaartarieven verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 5.

    Rechten van minder dan € 2,90 exclusief omzetbelasting worden niet geheven.

Artikel 10 Wijze van heffing

Het havengeld wordt geheven bij wege van aanslag of bij wege van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Op verzoek van de belastingplichtige wordt een mondelinge kennisgeving vervangen door een schriftelijke.

Onder schriftelijke kennisgeving wordt mede begrepen een bon, nota of ander schriftuur, waarop het verschuldigde havengeld, het tijdvak alsmede de grondslag voor de berekening van het havengeld wordt vermeld.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moet het havengeld worden betaald ingeval wordt geheven bij aanslag: terstond na het uitreiken van de aanslag, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moet het havengeld worden betaald ingeval wordt geheven bij mondelinge kennisgeving en de belastingplichtige niet aanstonds een schriftelijke kennisgeving verlangt: terstond na het doen van de kennisgeving.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moet het havengeld worden betaald ingeval wordt geheven bij schriftelijke kennisgeving: terstond na het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van havengeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de havengelden.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2010’, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009, no. X-12d, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Havengeld 2011”.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Wieringen, gehouden op 11 november 2010.

    De raad voornoemd,

De griffier,De voorzitter,

Behoort bij raadsbesluit van 11 november 2010 X-11d,

Tarieventabel 2011, behorende bij de Verordening havengeld 2011.

1. Het tarief als bedoeld in artikel 6 van de “Verordening Havengeld 2011” bedraagt exclusief omzetbelasting voor het verblijf van ten hoogste één week voor:

a.Zeeschepen per BT:€ 0,66
     
b.Vissersschepen per BT verblijvend in de vissershaven of noorderhaven: € 0,45  
     
c.Vissersschepen per BT verblijvend in de waddenhaven:€ 0,39
     
d.Schepen voor het vissen op schelpdieren per m² ingenomen wateroppervlakte verblijvend in de vissershaven of noorderhaven:€ 0,22
     
e.Schepen voor het vissen op schelpdieren per m² ingenomen wateroppervlakte verblijvend in de waddenhaven:€ 0,19
     
f.Sportvissersschepen per m² ingenomen wateroppervlakte:€ 0,17
     
g. Charterschepen/zeilende bedrijfsvaartuigen, per m² ingenomen wateroppervlakte in de vissershaven of de noorderhaven:€ 0,17
     
h. Charterschepen/zeilende bedrijfsvaartuigen, per m² ingenomen wateroppervlakte in de waddenhaven:€ 0,14
     
i Zeilende bedrijfsvaartuigen als bedoeld in artikel 1, lid 10 onder b van de “Verordening Havengeld 2011”, per strekkende meter, verblijvende in de Waddenhaven€. 1,62
     
j.Binnenvaartvrachtschepen, per ton laadvermogen verblijvend in de vissershaven of noorderhaven:€ 0,18
     
k.Binnenvaartvrachtschepen, per ton laadvermogen verblijvend in de waddenhaven:€ 0,15
     
l.Voor de overige schepen, genoemd in artikel 1 van de Verordening havengeld 2011 per m² ingenomen wateroppervlakte verblijvend in de vissershaven of noorderhaven:€ 0,17
 met een minimum van:€ 3,36
     
m.Voor de overige schepen, genoemd in artikel 1 van de Verordening havengeld 2011 per m² ingenomen wateroppervlakte verblijvend in de waddenhaven:€ 0,14
 met een minimum van:€ 3,36

2. a.Het tarief als bedoeld in artikel 6 van de “Verordening Havengeld 2011” bedraagt inclusief omzetbelasting voor:  
 pleziervaartuigen, per strekkende meter, per overnachting,€ 1,00
 met een minimum van:€ 4,00
     
b. Het havengeld voor meerrompschepen c.q. catamarans bedraagt anderhalf keer de onder 2.a genoemde tarieven.  
     
3.Vermindering c.q. teruggaaf van havengeld is op aanvraag mogelijk:  
     

 a.voor zeeschepen, die gedurende een aaneengesloten periode van dertien weken gemiddeld tenminste één keer per week een ligplaats innemen bedraagt de vermindering/teruggaaf 20%;
     
 b.voor vissersschepen, die gedurende een jaar tenminste 15 keer hun vis lossen via de visafslag bedraagt de vermindering/teruggaaf 20%;
 c.voor visserschepen, die gedurende een jaar tenminste 30 keer hun vis lossen via de visafslag bedraagt de vermindering/teruggaaf 40%.
     
     

4. Abonnementen
   
a.Voor vissersschepen dan wel voor vaartuigen voor het vissen op schelpdieren, sportvissersschepen, charterschepen en overige vaartuigen, met als thuishaven Den Oever, geldt voor de berekening van het jaartarief van het abonnement 52 maal het berekende tarief overeenkomstig artikel 1 van deze tarieventabel, met uitzondering van het onderdeel 1.a (zeeschepen).
   
b.ten aanzien van het onder a. berekende jaartarief wordt een korting verleend van 15% indien het jaarabonnement betrekking heeft op verblijf in de Waddenhaven;
   
c.Ten aanzien van het onder 4.a. berekende tarief is het bepaalde in artikel 3 van deze tabel niet van toepassing.

De griffier van de gemeente Wieringen,