Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringen

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpX-11

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201001-01-2013nieuwe regeling

11-11-2010

Register van bekendmaking, 2010, 376

Onbekend.

Tekst van de regeling

Raadsbesluit 2010 : X – 11a

De raad van de gemeente Wieringen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010, no. X - 11;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80);

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht van het perceel feitelijk gebruik maakt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruiker is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruiker heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1.a.De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:€ 274,20

 b.in afwijking van het bepaalde in onderdeel a, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon, bedraagt het tarief: € 203,40
 c.in afwijking van het bepaalde in onderdeel a, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door twee personen. bedraagt het tarief: € 238,80

2.Onderdelen 1b en 1c vinden geen toepassing, indien het perceel in het belastingjaar niet permanent mag worden bewoond.
3.De belasting als bedoeld onder 1 wordt, voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één of meerdere extra containers - boven het aantal wat volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt -, vermeerderd met een bedrag van € 119,40 per extra container.

Artikel 4 Overige tarieven en maatstaven

Onverminderd het bepaalde in artikel 3 bedraagt de belasting voor:

1.het achterlaten van puin op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per kubieke meter:€ 25,00
2.het achterlaten van snoeiafval op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per kubieke meter:€ 1,00

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 3 wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    Ten aanzien van de voorziening als bedoeld in artikel 4 wordt de belasting geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Onder schriftelijke kennisgeving wordt mede begrepen een bon, nota of andere schriftuur, waarop de verschuldigde afvalstoffenheffing, alsmede de grondslag voor de berekening hiervan is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 136,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan maximaal € 136,00 is, dat de aanslagen moeten worden betaald in 2 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting voor het in bruikleen hebben van één of meerdere extra containers - boven het aantal wat volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt -, wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2010', vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009, no. X – 12a, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2011'.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Wieringen, gehouden op 11 november 2010.

    De raad voornoemd,

De griffier,De voorzitter,