Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringen

Verordening klachtenbehandeling Wieringen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringen
Officiële naam regelingVerordening klachtenbehandeling Wieringen
CiteertitelVerordening klachtenbehandeling Wieringen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Wet Bestuursrecht, art. 9:2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-1999nieuwe regeling

24-12-1999

Register van bekendmaking, 1999, 111

XII-14

Tekst van de regeling

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen
a.gemeente:de gemeente Wieringen.

b.bestuursorgaan:a. de gemeenteraad;
     b.het college van burgemeester en wethouders;
     c.de burgemeester.

c.ambtenaar:ieder die onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, met uitzondering van onderwijzend personeel, alsmede een gewezen ambtenaar.
d.klager:de natuurlijke of rechtspersoon die een klacht heeft ingediend.
e.klacht:een uiting van ongenoegen, omdat de gemeente nalatig is geweest, een gemeentelijke taak niet goed wordt uitgevoerd, of het onheus bejegend zijn door een ambtenaar of bestuurslid; het kan het algemeen belang treffen maar ook het individueel belang.
f. gedraging:het in bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijke persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door een bestuurorgaan of een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie.
g.Ombudsfunctionaris:onafhankelijke functionaris verantwoordelijk voor de uitvoering van de externe klachtenbehandeling.
Artikel 2. Indiening klacht
  • 1.

    een ieder heeft het recht een klacht in te dienen over een gedraging als bedoeld in artikel 1, sub f.

  • 2.

    Het klaagschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van de klager;

    • b.

      een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de gedraging waarop de klacht betrekking heeft en mededeling wie zich aldus heeft gedragen en waar, wanneer en jegens wie de gedraging heeft plaatsgevonden;

    • c.

      de reden waarom de klager bezwaar heeft tegen de gedraging.

Artikel 3. Niet in behandeling nemen klacht
  • 1.

    Een klacht wordt niet in behandeling genomen, indien:

    • a.

      de aangelegenheid behoort tot het algemeen gemeentelijk beleid;

    • b.

      het algemeen verbindende voorschriften betreft;

    • c.

      zolang ten aanzien van de gedraging een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening openstaat of ingevolge een zodanige voorziening een procedure aanhangig is;

    • d.

      zolang ten aanzien van de gedraging, anders dan ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening, een procedure bij een rechterlijk instantie aanhangig is dan wel beroep openstaat tegen een uitspraak die in een zodanige procedure is gedaan;

    • e.

      ten aanzien van de gedraging ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening door een rechterlijke instantie of door de Kroon uitspraak is gedaan.

  • 2.

    Een klacht behoeft niet in behandeling te worden genomen, indien:

    • a.

      op het moment van de indiening een jaar is verstreken na de gedraging;

    • b.

      de klacht niet voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2, lid 2;

    • c.

      de klacht kennelijk ongegrond is;

    • d.

      het belang van de klager of het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is;

    • e.

      de klager een ander is dan degene jegens wie de gedraging heeft plaatsgevonden;

    • f.

      de klacht en/of gedraging reeds eerder is behandeld met inachtneming van deze verordening;

    • g.

      ten aanzien van de gedraging voor de klager een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening heeft opengestaan en hij daarvan geen gebruik heeft gemaakt;

    • h.

      ten aanzien van de gedraging anders dan ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening door een rechtelijke instantie uitspraak is gedaan;

    • i.

      zolang ten aanzien van een handeling die nauw samenhangt met het onderwerp van de klacht een procedure aanhangig is bij een rechterlijke instantie dan wel ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening bij een andere instantie dan wel ingevolge een gemeentelijke verordening bij een gemeentelijk orgaan of een gemeentelijke functionaris;

    • j.

      zolang ten aanzien van de gedraging of een handeling die nauw samenhangt met het onderwerp van de klacht een procedure in het kader van de opsporing van strafbare feiten aanhangig is.

  • 3.

    Indien op grond van de vorige leden het niet tot behandeling van de klacht is gekomen, wordt daarvan zo spoedig mogelijk mededeling gedaan aan de klager en het betrokken orgaan en/of personen op wiens gedragingen de klacht betrekking heeft, onder vermelding van de redenen.

  • 4.

    Bij de in het vorige lid bedoelde mededeling wordt de klager zoveel mogelijk doorverwezen naar rechterlijke of beroepsinstanties, als wel instellingen voor maatschappelijke hulpverlening of andere daarvoor in aanmerking komende instanties.

HOOFDSTUK II. INTERNE KLACHTBEHANDELING

Artikel 4. Klachtbehandelaar Een klacht wordt behandeld door:
  • 1.

    de gemeentesecretaris, indien de klacht het functioneren c.q. de dienstverlening van de gemeente betreft;

  • 2.

    de gemeentesecretaris, indien het een gedraging van een afdelingshoofd betreft;

  • 3.

    het afdelingshoofd, indien het een gedraging van een ambtenaar binnen zijn afdeling betreft;

  • 4.

    de burgemeester, indien het een gedraging van de gemeentesecretaris betreft;

  • 5.

    de burgemeester, indien het een gedraging van een bestuursorgaan of een lid daarvan betreft;

  • 6.

    de loco-burgemeester, indien het een gedraging van de burgemeester betreft.

Artikel 5. (Hoor)procedure
  • 1.

    Degene in wiens handen het klaagschrift is gesteld zorgt voor een bevestiging van de ontvangst aan de klager binnen een week nadat de klacht is ingekomen. Hij vermeldt daarbij hoe de verdere behandeling van de klacht verloopt. De ambtelijk secretaris als bedoeld in artikel 10 ontvangt een afschrift van de ontvangstbevestiging zodat kan worden voldaan aan het bepaalde in artikel 9.12a Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Hij verstrekt aan de persoon/personen over wie wordt geklaagd zo spoedig mogelijk een afschrift van het klaagschrift alsmede van de daarbij behorende stukken.

  • 3.

    De klager en de persoon/personen over wie wordt geklaagd, worden in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord en op elkaars standpunt te reageren. Van het horen wordt een verslag gemaakt. Indien de klager zulks heeft verklaard, kan van het horen van de klager kan worden afgezien.

  • 4.

    De schriftelijke uitnodiging voor de hoorzitting wordt ten minste een week voor de datum waarop de zitting wordt gehouden aan de klager en aan de persoon/personen over wie wordt geklaagd, verzonden.

Artikel 6. Onderzoek en besluit
  • 1.

    Degene in wiens handen het klaagschrift is gesteld, neemt een beslissing binnen zes weken na ontvangst van de klacht. Onder het afdoen van een klacht behoort ook een voorstel tot een oplossing.

  • 2.

    De in lid 1 gestelde termijn kan met ten hoogste vier weken worden verdaagd.

  • 3.

    Indien de klacht niet binnen de in de vorige leden gestelde termijnen wordt afgedaan, kan de klager zich tot de Ombudsfunctionaris wenden.

  • 4.

    De beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de klager en de persoon/personen over wie wordt geklaagd, kenbaar gemaakt. Hierin wordt aangegeven of er maatregelen naar aanleiding van de klacht worden getroffen en zo mogelijk waaruit die bestaan.

  • 5.

    Indien de klager zich niet kan verenigen met de afdoening van de klacht, kan hij binnen zes weken na de afdoening zijn schriftelijke klacht voorleggen aan de Ombudsfunctionaris.

HOOFDSTUK III. (EXTERNE) KLACHTBEHANDELING DOOR OMBUDSFUNCTIONARIS

Artikel 7. Instelling Ombudsfunctionaris

Er is een gemeentelijke Ombudsfunctionaris. Deze wordt in zijn/haar functioneren respectievelijk Ombudsman dan wel Ombudsvrouw genoemd.

Artikel 8. Benoeming
  • 1.

    De Ombudsfunctionaris wordt, op aanbeveling van burgemeester en wethouders, door de raad benoemd. De benoeming geschiedt voor een periode van zes jaar. Hij blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 2.

    Tot Ombudsfunctionaris zijn niet benoembaar:

    • a.

      de burgemeester en leden van een orgaan, bedoeld in artikel 1, sub b;

    • b.

      ambtenaren en andere personen, bedoeld in artikel 1, sub c;

    • c.

      bestuurders van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband, waarin de gemeente deelneemt.

Artikel 9. Ontslag

De raad ontslaat de Ombudsfunctionaris:

  • 1.

    op eigen verzoek;

  • 2.

    wanneer hij uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is de functie te vervullen;

  • 3.

    bij de aanvaarding van een ambt of betrekking bij deze verordening onverenigbaar verklaard met het ambt van Ombudsfunctionaris;

  • 4.

    wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem of haar bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • 5.

    wanneer hij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • 6.

    wanneer hij naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan het in hem te stellen vertrouwen.

Artikel 10. Secretaris
  • 1.

    De Ombudsfunctionáris wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De secretaris ontvangt en registreert de klacht. Hij bevestigt binnen een week de ontvangst van het klaagschrift aan de klager.

  • 3.

    De secretaris wordt benoemd door burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een plaatsvervanger aan.

  • 4.

    De secretaris is bij de uitoefening van werkzaamheden voor de Ombudsfunctionaris uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Ombudsfunctionaris. De secretaris is niet betrokken bij de behandeling van klachten die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaan.

Artikel 11. Plaatsvervanger Ombudsfunctionaris

De raad benoemt, in overeenstemming met de Ombudsfunctionaris en op aanbeveling van burgemeester en wethouders, zonodig een substituut-Ombudsfunctionaris, die bij afwezigheid van de Ombudsfunctionaris diens taak kan waarnemen.

Artikel 12. Onafhankelijke positie

De Ombudsfunctionaris is, voor wat betreft de taakuitoefening, niet ondergeschikt aan enig gemeentelijk orgaan.

Artikel 13. Kenbaarheidsvereiste; taak
  • 1.

    De Ombudsfunctionaris is niet bevoegd een onderzoek in te stellen of voort te zetten indien de klacht de interne klachtenbehandeling niet heeft doorlopen.

  • 2.

    De Ombudsfunctionaris kan gedurende een onderzoek de klager en het orgaan en/of de personen op wiens gedragingen de klachten betrekking heeft, voorstellen doen ten einde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 3.

    3. De Ombudsfunctionaris spreekt het oordeel uit of de gedraging, als geheel of gedeeltelijk, wel of niet behoorlijk was. Indien het onderzoek naar het oordeel van de ombudsfunctio-naris onvoldoende zekerheid verschaft over de feitelijke toedracht van de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, wordt geen oordeel uitgesproken. -5-

  • 4.

    De Ombudsfunctionaris kan een orgaan, voorzover dit bevoegd is daaraan te voldoen, aanbevelingen doen maatregelen te nemen. Het betreffende orgaan deelt aan de Ombudsfunctionaris mee of en op welke wijze aan een aanbeveling gevolg is gegeven. Afwijking van een aanbeveling wordt door het orgaan gemotiveerd.

  • 5.

    De Ombudsfunctionaris kan ook uit eigen beweging een onderzoek instellen naar gedragingen van organen enlof bestuursleden en ambtelijke medewerkers als wordt vermoed dat deze gedragingen niet behoorlijk zijn. De bepalingen in de verordening met betrekking tot ingediende klachten zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14. Achterwege blijven van onderzoek

Artikel 3 is van overeenkomstige toepassing op de klachtbehandeling door de Ombudsfunctionaris.

Artikel 15. Toelichting standpunt in hoorzitting
  • 1.

    De Ombudsfunctionaris stelt het orgaan en/of de personen, of wiens gedraging het onderzoek betrekking heeft, in de gelegenheid kennis te nemen van de klacht. Het orgaan en/of de personen op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, alsmede de klager worden in de gelegenheid gesteld schriftelijk dan wel mondeling en al dan niet in elkaars aanwezigheid - een en ander ter beoordeling van de Ombudsfunctionaris -- hun standpunt toe te lichten.

  • 2.

    De Ombudsfunctionaris kan, indien zulks ter beoordeling van een klacht noodzakelijk wordt geacht, ook anderen in de gelegenheid stellen van een klacht kennis te nemen en daaromtrent mondeling of schriftelijk verklaringen af te leggen.

  • 3.

    Van een mondelinge toelichting wordt een verslag gemaakt.

  • 4.

    De betrokkenen, als bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen zich ter behartiging van hun belangen laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde.

  • 5.

    De hoorzittingen van de Ombudsfunctionaris zijn niet openbaar.

Artikel 16. Verplichting tot verstrekken inlichtingen
  • 1.

    De Ombudsfunctionaris is bevoegd bij de organen en ambtelijk medewerkers, alle inlichtingen te vragen dan wel bescheiden op te vragen of in te zien, die een aangelegenheid betreffen waarop een onderzoek betrekking heeft.

  • 2.

    Organen en personen, als bedoeld in het vorige lid, zijn, behoudens het bepaalde in het derde en het vierde lid, verplicht binnen de door de Ombudsfunctionaris aangegeven termijn, te voldoen aan een verzoek als bedoeld in het vorige lid.

  • 3.

    Organen kunnen bepalen dat inlichtingen, waarvan naar het oordeel van het orgaan om gewichtige redenen geheimhouding is geboden, slechts warden verstrekt aan de Ombudsfunctionaris onder de voorwaarde dat het geheime karakter daarvan door de Ombudsfunctionaris wordt gehandhaafd. Zodanige gewichtige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig voorzover dat orgaan op grond van een wettelijk voorschrift verplicht is aan een verzoek om inlichtingen te voldoen.

  • 4.

    Ambtenaren kunnen, naar aanleiding van een aan hen gericht verzoek om inlichtingen, uitsluitend een beroep doen op een verschoningsrecht voorzover het verstrekken van de verlangde inlichtingen in strijd is met enige wettelijke bepaling.

Artikel 17. Mededeling; onderzoeksrapport
  • 1.

    De Ombudsfunctionaris deelt, alvorens het onderzoek te beëindigen, zijn bevindingen schriftelijke mede aan het orgaan en/of de personen op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, en de klager. Het orgaan en/of de personen op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, en de klager worden daarbij in de gelegenheid gesteld zich binnen een aangegeven termijn omtrent deze bevindingen te uiten.

  • 2.

    Wanneer een onderzoek is afgesloten stelt de Ombudsfunctionaris een rapport op, waarin de bevindingen en het oordeel van de Ombudsfunctionaris worden weergegeven.

  • 3.

    De Ombudsfunctionaris zendt het rapport aan de klager, het orgaan en/of de personen op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, en zonodig aan anderen die bij het onderzoek zijn betrokken. De Ombudsfunctionaris verstrekt desgevraagd aan een ieder een afschrift of uittreksel van het rapport, als bedoeld in het tweede lid. In laatstbedoeld geval dient de anonimiteit van de in het rapport genoemde personen te zijn gewaarborgd.

  • 4.

    De vorige leden zijn eveneens zoveel mogelijk van toepassing indien de Ombudsfunctio-naris zich geen oordeel heeft kunnen vormen.

Artikel 18. Jaarverslag

De Ombudsfunctionaris brengt jaarlijks verslag uit van de verrichte werkzaamheden. Dit verslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.

HOOFDSTUK IV. SLOTBEPALINGEN

Artikel 19. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerstvolgende dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 20. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening klachtenbehandeling Wieringen".

II. Te benoemen als Ombudsfunctionaris, als bedoeld in de "Verordening klachtenbehandeling Wieringen", mevrouw Mr. P.T. Veldhuis-Beem en als haar plaatsvervanger, de heer J. de Wit.

De raad voornoemd,

Secretaris,Voorzitter,