Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (inspraakverordening)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingVerordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (inspraakverordening)
CiteertitelInspraakverordening gemeente Leeuwarderadeel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de op 1 december 2005 (gewijzigd bij raadsbesluit van 28 mei 2009) vastgestelde inspraakverordening.

Bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2017 is deze gemeentelijke regeling ingetrokken.

NB: besluit is van kracht 1-1-2018

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-06-201001-01-2018nieuwe regeling

10-06-2010

Stienser Omroeper, 21-06-2010

Geen.

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de:

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

  • d.

    ruimtelijke plannen: plannen die vallen onder de Wet ruimtelijke ordening en als ontwerp gedurende een periode van zes weken ter inzage worden gelegd.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht;

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of

    • d.

      nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • e.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • f.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • g.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;

    • h.

      ten aanzien van partiele bestemmingsplanherzieningen op grond van artikel 3.8 Wro, tenzij het herzieningen betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben.

    • i.

      inzake de voorbereiding van projectbesluiten op grond van artikel 3.10 Wro, tenzij het besluiten betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben.

    • j.

      inzake de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 3.6 lid 1 Wro, tenzij het besluiten betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben.

    • k.

      inzake de voorbereiding van beheersverordeningen op grond van artikel 3.38 Wro, tenzij het besluiten betreffen die een grote ruimtelijke impact hebben.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden. Indien gewenst kan inspraak voor een ieder worden gehouden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing met dien verstande dat:

    • a.

      de termijn voor het ter inzage leggen van de stukken en het naar voren brengen van zienswijzen met betrekking tot ruimtelijke plannen vier weken bedraagt.

    • b.

      het bestuursorgaan over kan gaan tot één mondeling inspraakmoment gedurende de termijn.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5

De hoorzitting is in principe voor een ieder vrij toegankelijk.

Artikel 6 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 7 Intrekking oude verordening

De Verordening "algemene inspraakverordening gemeente Leeuwarderadeel" zoals vastgesteld door de raad op 1 december 2005, gewijzigd bij raadsbesluit van 28 mei 2009, wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt acht dagen na de dag van bekendmaking in werking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening gemeente Leeuwarderadeel.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel

in zijn openbare vergadering van d.d. 10 juni 2010.

de griffier,de voorzitter,
   
   
(mevrouw mr. G.J. Olthof)(drs .E.J. ter Keurs)