Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD De Rijnstreek

Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD De Rijnstreek
Officiële naam regelingVerordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2010
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerp
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010Onbekend

29-06-2010

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2010

Het algemeen bestuur van de ISD De Rijnstreek, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 6 oktober 2008,

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2010”

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving
  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben de betekenis die de Wet werk en bijstand daaraan toekent.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet werk en bijstand. In deze verordening wordt onder de wet tevens begrepen de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (loaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz);

    • b.

      Klant: de persoon die algemene of bijzondere bijstand ontvangt van de ISD De Rijnstreek op grond van de wet, alsmede de persoon die behoort tot de doelgroep van artikel 1, tweede lid onder j van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2009;

    • c.

      Minimuminkomen: een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de voor de persoon geldende bijstandsnorm.

    • d.

      Platform: het cliëntenplatform van de ISD De Rijnstreek;

    • e.

      Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de ISD De Rijnstreek;

    • f.

      Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de ISD De Rijnstreek;

    • g.

      Cliëntenparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de ISD De Rijnstreek haar klanten betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de door de ISD De Rijnstreek uit te voeren regelingen op het terrein van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen alsmede de wijze van dienstverlening en de wijze van communicatie met de klanten.

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Het doel van de cliëntenparticipatie is:

  • 1.

    klanten van de ISDR, vanuit een onafhankelijke positie, door middel van advisering aan het dagelijks bestuur optimaal te betrekken bij het uitkerings- en reïntegratiebeleid van de ISDR, alsmede bij de daarop gerichte dienstverlening en communicatie.

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het uitkerings- en reïntegratiebeleid van de ISDR, de dienstverlening en de communicatie met de klanten.

  • 3.

    het cliëntenplatform is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen, die verband houden met een algemeen karakter.

HOOFDSTUK 2. Het Platform

Artikel 3 Samenstelling en omvang
  • 1. Het Platform bestaat uit minimaal 5 en maximaal 12 leden.

  • 2. De leden van het Platform zijn klanten van de ISDR en vertegenwoordigers van maatschappelijke- en belangenorganisaties die zich inzetten voor personen met een minimuminkomen binnen de gemeenten Nieuwkoop, Kaag en Braassem en Rijnwoude.

  • 3. De leden van het Platform vormen zoveel mogelijk een representatieve vertegenwoordiging van het cliëntenbestand van de ISDR;

  • 4. Belangenorganisaties kunnen zitting nemen in het Platform;

  • 5. Indien het ledental van het Platform daalt tot vier of minder worden de werkzaamheden van het Platform opgeschort tot het tijdstip dat het Platform minimaal vijf leden telt.

  • 6. Door of namens het dagelijks bestuur wordt mede zorggedragen voor de werving van nieuwe leden.

Artikel 4 Vacatures, voordracht en benoeming
  • 1. Bij vervulling van een vacature worden klanten en belangenorganisaties in de gelegenheid gesteld zich kandidaat te stellen. De zittende leden van het Platform kiezen het nieuwe lid na het sollicitatiegesprek met de voorzitter en de secretaris van het Platform.

  • 2. De kandidaat-leden worden op voordracht van het Platform door het dagelijks bestuur benoemd.

  • 3. De leden van het Platform kiezen uit hun midden een penningmeester en een secretaris.

Artikel 5 De voorzitter
  • 1. De vergaderingen van het Platform worden voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter.

  • 2. De voorzitter treedt op als woordvoerder van het Platform.

  • 3. De stukken die van het Platform uitgaan worden door de voorzitter ondertekend.

Artikel 6 De secretaris
  • 1. De secretaris staat het Platform bij de uitoefening van zijn taak terzijde.

  • 2. De stukken die van het Platform uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.

Artikel 7 De penningmeester
  • 1. De penningmeester beheert de financiën van het Platform.

  • 2. De penningmeester stelt in februari voorafgaande aan het begrotingsjaar een begroting op.

  • 3. In het financieel jaarverslag worden de inkomsten en uitgaven van het Platform verantwoord. De penningmeester stelt dit verslag jaarlijks op in de maand januari direct volgend op het jaar waarop het verslag betrekking heeft.

Artikel 8 Zittingsduur en beëindiging lidmaatschap
  • 1. De zittingsduur van een lid van het Platform bedraagt vier jaar, gerekend vanaf de datum van ingang van zijn benoeming.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt door:

    • a.

      het verstrijken van de zittingsduur;

    • b.

      het vervallen van de hoedanigheid van klant;

    • c.

      aftreden op eigen schriftelijk verzoek;

    • d.

      ondercuratelestelling;

    • e.

      overlijden;

    • f.

      opzeggen van het vertrouwen door een meerderheid van de overige zitting hebbende leden bij ernstig en langdurig disfunctioneren van een lid;

    • g.

      ontslag door het dagelijks bestuur op grond van met het lidmaatschap van het Platform onverenigbaar handelen;

    • h.

      het vervallen van de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een maatschappelijke- of belangenorganisatie namens wie het lid zitting heeft in het Platform.

    • i.

      Tussentijdse vervanging van vertegenwoordigers van maatschappelijke en belangenorganisaties geschiedt voor de resterende zittingstermijn.

  • 3. De leden zijn na het verstrijken van hun zittingsduur onmiddellijk herbenoembaar voor een nieuwe termijn.

HOOFDSTUK 3. Taken, rechten en bevoegdheden van het Platform

Artikel 9 Taak Platform

Het Platform heeft tot taak het dagelijks bestuur gevraagd of ongevraagd te adviseren over:

  • a.

    de vorming, uitvoering en evaluatie van het door de ISDR gevoerde beleid;

  • b.

    de wijze van dienstverlening aan de klanten;

  • c.

    de wijze van communicatie met de klanten.

Artikel 10 Tijdigheid van het advies
  • 1. Het advies van het Platform wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan de aan het algemeen of dagelijks bestuur ter beschikking te stellen stukken en het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2. Indien het dagelijks bestuur het advies van het Platform niet of niet geheel overneemt, stelt het dagelijks bestuur het Platform van haar motieven om van het advies af te wijken schriftelijk in kennis. Betreft het advies een voorstel aan het algemeen bestuur dan wordt de motivering bovendien in het voorstel aan het algemeen bestuur opgenomen.

  • 3. Het dagelijks bestuur zal het Platform binnen twee maanden schriftelijk berichten waarom een (gevraagd of ongevraagd) advies niet of niet geheel wordt overgenomen.

Artikel 11 Informatierecht

Het dagelijks bestuur is verplicht aan het Platform tijdig alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

Artikel 12 Recht op ambtelijke ondersteuning
  • 1. Het Platform heeft recht op ambtelijke ondersteuning vanuit de ISDR.

  • 2. Ten behoeve van het contact tussen de ISDR en het Platform wordt een contactambtenaar aangesteld.

  • 3. De contactambtenaar is verantwoordelijk voor de informatieverstrekking van de ISDR aan het Platform. Contacten met de ISDR en verzoeken aan de ISDR lopen via deze contactambtenaar.

  • 4. De contactambtenaar is geen lid van het cliëntenplatform.

HOOFDSTUK 4. Vergaderingen, vergaderorde en beslissingen

Artikel 13 Periodiek overleg met de ISDR
  • 1. Tenminste twee keer per jaar vindt overleg van het Platform met de ISDR plaats.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een vergadering met de ISDR belegd wanneer de meerderheid van het Platform daarom verzoekt.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een vergadering met de ISDR belegd, wanneer door of namens het dagelijks bestuur daarom wordt verzocht.

  • 4. Een vergadering als bedoeld in het eerste lid wordt tenminste vier weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

  • 5. Een vergadering als bedoeld in het tweede of derde lid wordt tenminste twee weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

  • 6. Aan de vergaderingen van het Platform neemt de voorzitter van het dagelijks bestuur als vertegenwoordiger van het dagelijks bestuur deel alsmede de directeur van de ISDR. Bij afwezigheid wordt hun plaats ingenomen door een plaatsvervanger.

  • 7. Het Platform kan een lid van het dagelijks bestuur of een of meerdere leden van het algemeen bestuur en/of derden uitnodigen de vergadering van het Platform bij te wonen voor het geven van toelichting en/of advies.

Artikel 14 Leiding van de vergadering
  • 1. De vergaderingen als bedoeld in artikel 13 worden geleid door de voorzitter van het Platform.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid van de voorzitter wijst het Platform een van zijn leden aan als tijdelijk voorzitter van de vergadering.

Artikel 15 Schriftelijke oproeping

De voorzitter van het Platform roept de leden, de voorzitter van het dagelijks bestuur, de contact ambtenaar van de ISDR en eventuele genodigden, tot de vergadering op. De oproeping geschiedt door middel van een tijdige, schriftelijke uitnodiging waarin de datum, het tijdstip van aanvang, de plaats van de vergadering en de agenda zijn vermeld. Eventuele bijlagen worden bij de agenda gevoegd.

Artikel 16 Agenda
  • 1. De agenda voor de vergadering wordt door de voorzitter en de secretaris in gezamenlijk overleg opgesteld.

  • 2. Elk lid, alsmede een lid van het algemeen/dagelijks bestuur, heeft het recht schriftelijk agendavoorstellen bij de voorzitter in te dienen.

  • 3. De agenda wordt tenminste één week voor de vergadering aan de leden, de voorzitter van het dagelijks bestuur, de contact ambtenaar van de ISDR en eventuele genodigden toegezonden.

Artikel 17 Beslissing en advies
  • 1. De vergadering van het Platform wordt niet geopend voordat tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

  • 4. Alleen de leden van het Platform hebben stemrecht.

  • 5. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd is het aangenomen.

  • 6. Stemmingen geschieden door middel van handopsteken.

  • 7. Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 8. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 9. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vorige lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

  • 10. De adviezen van het Platform aan het dagelijks bestuur worden gegeven overeenkomstig de mening van de meerderheid van het Platform.

  • 11. Indien door of namens het dagelijks bestuur is verzocht advies uit te brengen, geeft het Platform hieraan zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen drie weken gevolg.

Artikel 18 Verslag
  • 1. De secretaris stelt van elke vergadering van het Platform een verslag op. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van het Platform ter vaststelling voorgelegd.

  • 2. Voorafgaande aan de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, zendt de secretaris het verslag aan de leden van het Platform, aan het Dagelijks bestuur en aan de contact ambtenaar van de ISDR.

HOOFDSTUK 5 Faciliteiten, financiën en vergoedingen

Artikel 19 Faciliteiten

Ten behoeve van de werkzaamheden van het Platform stelt het dagelijks bestuur die faciliteiten om niet beschikbaar die voor een goede taakvervulling noodzakelijk zijn. Het dagelijks bestuur stelt het Platform de volgende faciliteiten ter beschikking:

  • ·

    Kopieer apparaat

  • ·

    Postverwerking

  • ·

    Vergaderruimte

  • ·

    Kantoorruimte met computer en afsluitbare kast.

Artikel 20 Buget
  • 1. Ten behoeve van het Platform wordt door de ISDR jaarlijks een budget gereserveerd ter bestrijding van onkosten die de leden redelijkerwijs moeten maken voor de uitoefening van hun taken.

    Tot deze kosten kunnen mede worden gerekend de kosten van:

      • a.

        cursussen ten behoeve van de deskundigheidsbevordering van de leden en het bezoeken van andere bijeenkomsten.

      • b.

        gemaakte noodzakelijke onkosten van de leden van het Platform.

      • c.

        aanschaf documentatie en kantoorartikelen

      • d.

        advertentiekosten

      • e.

        kosten van voorlichti

  • 2. De hoogte van dit budget wordt vastgesteld door het algemeen bestuur van de ISDR op grond van een jaarlijkse door het Platform ingediende begroting.

  • 3. Het budget wordt beheerd door de ISDR.

  • 4. Het platform stelt jaarlijks in februari voorafgaande aan het begrotingsjaar, een begroting op. Ter verantwoording van de uitgaven stelt het Platform jaarlijks in de maand januari volgend op het jaar waarop het verslag betrekking heeft, een financieel verslag op.

Artikel 21 Vergoedingen en wijze van declaratiei
  • 1. De leden van het Platform ontvangen een onkostenvergoeding van € 30,00 per maand. De voorzitter en de secretaris ontvangen een onkostenvergoeding van € 50 per maand. De onkostenvergoeding wordt per kwartaal achteraf uitbetaald.

  • 2. De leden van het Platform kunnen door het dagelijks bestuur worden verzocht verantwoording af te leggen over de in lid 1 genoemde onkostenvergoeding.

  • 3. Reiskosten binnen de regio vallen onder de in lid 1 genoemde onkostenvergoeding.

  • 4. Voor reiskosten, gemaakt ten behoeve van het bijwonen van ledenvergaderingen, congressen, workshops en cursussen buiten de regio ontvangen de leden een reiskosten vergoeding. De hoogte van deze reiskosten vergoeding komt overeen met de onbelaste kilometervergoeding zoals die wordt gehanteerd door de belastingdienst (01-01-2010: € 0,19 per km). Kosten voor openbaar vervoer (tweede klas) worden vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

  • 5.

    De vergoedingen als bedoeld in lid 1 en 4 worden vergoed uit het in artikel 20 bedoelde budget.

HOOFDSTUK 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Huishoudelijk reglement

Het Platform stelt een huishoudelijk reglement op waarin in ieder geval de procedures zijn opgenomen over het aanbrengen van agendapunten voor de vergadering, het verzenden van de agenda en het tijdstip van de vergadering.

Artikel 23 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2010".

Artikel 25 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 onder gelijktijdige intrekking van de verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek 2007” en laatstelijk gewijzigd op 29 juni 2010.

Aldus besloten door het algemeen bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst De Rijnstreek in zijn openbare vergadering van 29 juni 2010.

De secretaris, De voorzitter,

E.Kingma M.J. Dresden

Nota-toelichting

TOELICHTING (Algemeen)

Artikel 47 van de Wet werk en bijstand geeft de gemeenteraad c.q. het Algemeen bestuur de opdracht om "bij verordening regels te stellen over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid WWB of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

    Wijziging artikel 21

    Deze verordening is inwerking getreden op 01-01-2007 en is op 2 oktober 2007 laatstelijk gewijzigd. Deze wijziging betrof een aanpassing van artikel 21 (Vergoedingen en wijze van declareren).

    TOELICHTING (Artikelsgewijs)

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen uit de Wet werk en bijstand. Alleen die begrippen zijn gedefinieerd die niet voorkomen in of afwijken van deze wet.

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Cliëntenparticipatie kent velerlei verschijningsvormen. In deze verordening is voor realisatie van cliëntenparticipatie het middel van advisering gekozen. Door middel van het advies van klanten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties wordt invloed uitgeoefend op zowel het uitkeringsbeleid als het reïntegratiebeleid van de ISDR, alsook op de daarop gerichte dienstverlening en communicatie. De ervaringsdeskundigheid van onze klanten is de belangrijkste basis voor dit advies.

De verordening is dus niet van toepassing op andere vormen van belangenbehartiging van klanten.

HOOFDSTUK 2. Het Platform

Artikel 3 Samenstelling en omvang

Eerste lid

Behoeft geen nadere toelichting

Tweede en derde lid.

Omdat het gaat om cliëntenparticipatie ligt het in de rede dat het Platform mede bestaat uit leden van de doelgroep zelf. Daarbij zal gestreefd worden naar een representatieve afspiegeling van de doelgroep.

Vierde lid

Dit lid behoeft geen toelichting.

Vijfde lid

Als het Platform te klein wordt, kan het uitbrengen van een voldragen advies in gevaar komen. Vandaar dat de werkzaamheden van het Platform worden opgeschort tot het tijdstip dat hij minimaal vijf leden telt. Eventueel gedurende deze schorsingsperiode uitgebrachte adviezen aan het DB worden als niet geschreven beschouwd.

Zesde lid

Het dagelijks bestuur is medeverantwoordelijk voor de instandhouding van een goed functionerend cliëntenplatform. Dit houdt in dat zij mede verantwoordelijk is voor het tijdig zorgdragen voor nieuwe aanwas van leden van het cliëntenplatform.

Artikel 4 Vacatures,voordracht en benoeming

Eerste lid

Het Platform draagt zorg voor de werving van nieuwe leden en daarmee de invulling van vacatures.

Artikel 5 De voorzitter

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 6 De secretaris

De secretaris van het Platform wordt, net als de voorzitter, door de leden van het Platform zelf aangewezen. Zijn functie bestaat uit de ondersteuning van het Platform. Welke taken hij daadwerkelijk gaat uitvoeren is in hoge mate afhankelijk van eigen keuzes van het Platform.

Artikel 7 De penningmeester

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 8 Zittingsduur en beëindiging lidmaatschap

Eerste lid

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Tweede lid.

In het tweede lid is een aantal redenen voor beëindiging van het lidmaatschap aangegeven.

In onderdeel f wordt de mogelijkheid geschapen het lidmaatschap van een lid dat door zijn gedrag het functioneren van het Platform ernstig en langdurig schaadt, te beëindigen. Omdat dit niet te lichtvaardig en niet te gemakkelijk mag geschieden, is door de keuze van een meerderheid van de overige zitting hebbende leden, die genoemd lidmaatschap zouden willen beëindigen, een hoge drempel aangebracht. Met een meerderheid wordt bedoeld dat van drievierde van de leden tenminste tweederde instemt met een beëindiging van genoemd lidmaatschap. Na de opzegging van het vertrouwen, zal het dagelijks bestuur besluiten al dan niet tot beëindiging van het lidmaatschap van het betreffende lid over te gaan.

In onderdeel g wordt het dagelijks bestuur de mogelijkheid geboden het lidmaatschap te beëindigen, als een lid van het Platform door zijn handelen te kennen heeft gegeven zijn lidmaatschap niet waardig te zijn. Hierbij moet gedacht worden aan handelingen die het Platform in diskrediet brengen, waartoe in ieder geval het plegen van misdrijven moet worden gerekend.

Derde lid.

Slechts in de situatie dat de zittingsduur van een lid is verstreken, kan onmiddellijke herbenoeming door het dagelijks bestuur plaatsvinden. Het lid slaat dus enkel op onderdeel a van het tweede lid.

HOOFDSTUK 3 Taken, rechten en bevoegdheden van het Platform

Hoofdstuk 3 regelt behalve de taakstelling van het Platform tevens het adviesrecht, het recht op informatie en het recht op ambtelijke ondersteuning. De toekenning van deze rechten beoogt de cliëntenparticipatie te versterken. De mate van facilitering door de ISDR bepaalt immers in niet onbelangrijke mate het succes van cliëntenparticipatie. Bij de facilitering gaat het met name om ondersteuning op inhoudelijke en op organisatorische aspecten.

Artikel 9 Taak van het Platform

Het Platform is een adviesorgaan voor het dagelijks bestuur. In dit artikel wordt zijn taak afgebakend tot de onder a, b en c genoemde onderdelen. De behandeling van klachten, bezwaren en andere aangelegenheden die de individuele klant of de individuele medewerker van de ISDR betreffen, behoort derhalve niet tot het werkterrein van het Platform.

In de in artikel 9 geformuleerde taakstelling van het Platform ligt het adviesrecht van het Platform besloten. Wanneer het dagelijks bestuur advies vraagt, moet dit advies van invloed kunnen zijn op de besluitvorming. Hiermede wordt het belang, dat de ISDR aan cliëntenparticipatie hecht, onderstreept.

Artikel 10 Tijdigheid advies

In dit artikel wordt nogmaals tot uitdrukking gebracht dat het advies van het Platform niet vrijblijvend is. Het dagelijks bestuur zal te allen tijde aan het Platform schriftelijk moeten berichten waarom het een bepaald advies niet of niet geheel overneemt. Betreft het advies een voorstel aan het algemeen bestuur dan wordt bovendien de motivering van het dagelijks bestuur in het voorstel aan het algemeen bestuur opgenomen. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt dat het algemeen bestuur, zowel het advies van het Platform als de motivering van het dagelijks bestuur in onderlinge samenhang kan bezien en daaraan de waarde kan toekennen die zij nodig oordeelt.

Artikel 11 Informatierecht

Deze bepaling regelt het passieve informatierecht van het Platform. Het is vorm gegeven in een actieve informatieplicht van het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur dient uit eigen beweging te zorgen dat het Platform tijdig de nodige informatie ontvangt die voor zijn functioneren noodzakelijk of dienstbaar is. Naast dit passieve informatierecht bezit het Platform ook een actief informatierecht: Hij kan zelf om bepaalde inlichtingen en/of gegevens vragen.

Artikel 12 Recht op ambtelijke ondersteuning

Het Platform heeft recht op ambtelijke ondersteuning van de ISDR.

De inhoud van en de mate waarin deze ambtelijke ondersteuning wordt gegeven, wordt bewust niet nader in de verordening omschreven. Deze moet worden afgestemd op de mate van deskundigheid en zelfstandigheid van het Platform.

HOOFDSTUK 4 Vergaderingen, vergaderorde en

beslissingen

Hoofdstuk 4 reguleert het periodieke overleg met de ISDR. De vergaderingen van het Platform louter met zijn eigen leden vallen niet onder de werking van dit hoofdstuk.

Artikel 13 Periodiek overleg met de ISDR

Eerste lid.

Dit lid behoeft geen toelichting.

Tweede en derde lid.

Het kan voorkomen dat het Platform het noodzakelijk acht met de ISDR te overleggen buiten de tijdstippen van het reguliere overleg, bedoeld in het eerste lid. Daarom is in het tweede lid geregeld dat een extra vergadering wordt belegd wanneer de meerderheid van de leden van het Platform daarom verzoekt. Ook het dagelijks bestuur of bijvoorbeeld de contact ambtenaar van de ISDR namens het dagelijks bestuur kan verzoeken een extra vergadering uit te schrijven.

Vierde en vijfde lid.

Deze leden behoeven geen toelichting.

Zesde lid.

Vanwege het formele karakter van het overleg zal de contactambtenaar namens het dagelijks bestuur altijd bij de vergaderingen van het Platform met de ISDR aanwezig moeten zijn. Slechts in het geval deze onmogelijk aanwezig kan zijn, treedt diens plaatsvervanger op.

Zevende lid.

Dit lid behoeft geen toelichting.

Artikel 14 Leiding van de vergadering

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 15 Schriftelijke oproeping

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 16 Agenda

Eerste en derde lid.

Deze leden behoeven geen toelichting.

Tweede lid.

In het tweede lid van dit artikel wordt voldaan aan de eis dat de verordening de wijze moet aangeven waarop de klanten of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden. Deze eis is vervat in artikel 47, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand.

Artikel 17 Beslissing en advies

Eerste lid.

In het eerste lid wordt bepaald dat de vergadering niet wordt geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Het aantal zitting hebbende leden is het aantal benoemde leden, minus de eventuele vacatures.

Tweede en derde lid.

Als het in het eerste lid bedoelde vergaderquorum niet wordt gehaald, kan de vergadering niet worden geopend. De voorzitter belegt in dat geval schriftelijk een nieuwe vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping in het kader van lid 2 ligt. Blijkens het derde lid kan deze vergadering wel worden geopend als niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Vierde lid.

Alleen de leden van het Platform hebben stemrecht. Dit recht komt derhalve niet toe aan de contact ambtenaar of degene die hem vervangt. Evenmin komt dit recht toe aan degene die door het Platform of door de ISDR is uitgenodigd om aan de beraadslaging deel te nemen.

Vijfde lid.

Het vijfde lid bepaalt kort en bondig dat een voorstel is aangenomen wanneer daarover geen stemming wordt gevraagd. Veelal zullen de beslissingen op deze wijze tot stand komen.

Zesde lid.

Dit lid behoeft geen toelichting.

Zevende lid.

Het betreft hier het beslissingsquorum. Een beslissing is tot stand gekomen als de volstrekte meerderheid van stemmen wordt behaald, mits deze stemmen afkomstig zijn van hen die een stem mochten uitbrengen.

Achtste en negende lid.

Bij staking van stemmen in een voltallige vergadering is het voorstel verworpen. Als de vergadering niet voltallig is, vindt uitstel plaats tot een volgende vergadering. Staken de stemmen in deze nieuwe vergadering opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

Tiende en elfde lid

Deze leden behoeven geen toelichting.

Artikel 18 Verslag

Dit artikel behoeft geen toelichting.

HOOFDSTUK 5 Faciliteiten financiën en vergoedingen

Artikel 19 Faciliteiten

Het dagelijks bestuur stelt kosteloos alle faciliteiten ter beschikking om het overleg met het Platform adequaat te doen verlopen

Artikel 20 Budget

Hoewel het dagelijks bestuur kosteloos faciliteiten ter beschikking stelt aan het Platform, kan het voorkomen dat het Platform ook andere voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijke kosten moet maken. Het betreft kosten die direct samenhangen met de onafhankelijkheid en het zelfstandig functioneren van het Platform. Ook deze kosten worden door het dagelijks bestuur binnen redelijke grenzen vergoed. Hiervoor wordt jaarlijks aan het Platform een bepaald budget ter beschikking gesteld. Het Platform zal de kosten moeten aantonen door het overleggen van betaalbewijzen.

Artikel 21 Vergoedingen en wijze van declareren

Eerste lid

Voor wat betreft de onkostenvergoeding bestaat de mogelijkheid deze te verstrekken in de vorm van een onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk (artikel 31 lid 2 sub k WWB), daar een dergelijke vergoeding bij de berekening van het recht op bijstand buiten beschouwing blijft. Er kan ten hoogste € 95,00 per maand, met een maximum van € 764,00 per jaar, worden vrijgelaten (dit zijn de in 2008 geldende bedragen).

Reiskosten binnen de regio dienen voldaan te worden uit de in dit lid genoemde onkostenvergoeding. Onder de regio moet verstaan worden de regio Rijnsteek en de Leidse regio.

Tweede tot en met vijfde lid

Deze leden behoeven geen nadere toelichting

HOOFDSTUK 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Huishoudelijk reglement

Indien het huishoudelijk reglement in strijd komt met de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand ISD De Rijnstreek dan prevaleert laatstgenoemde verordening.

Artikel 23 Onvoorziene omstandigheden

Niet alle zich mogelijk in de praktijk voordoende situaties kunnen in een verordening worden vastgelegd. Vandaar dat het dagelijks bestuur de bevoegdheid krijgt hierin te voorzien.

Artikel 24 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 25 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.