Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Centrum

Subsidieverordening Beter Funderen stadsdeel Centrum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Centrum
Officiële naam regelingSubsidieverordening Beter Funderen stadsdeel Centrum
CiteertitelSubsidieverordening Beter Funderen stadsdeel Centrum
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

deze verordening komt in de plaats van hst 2 van de Subsidieverordening Stedelijke Vernieuwing 2005 stadsdeel Centrum (Publicaties Stadsdeelbestuur 2011, Stadsdeelraad, Besluiten, 1 maart 2011-9)

aanvraagformulier in bijlage

Op grond van art. 38, eerste lid, van de verordening op de Bestuurscommissies is deze regeling op 19 maart 2016 van rechtswege vervallen.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: Onbekend

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Publicaties Stadsdeelbestuur 2011, Stadsdeelraad, Besluiten, 1 maart 2011-8

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-03-201119-03-2016nieuwe regeling

10-03-2011

Publicaties Stadsdeelbestuur 2011, Stadsdeelraad, Besluiten, 1 maart 2011-8

Publicaties Stadsdeelbestuur 2011, Stadsdeelraad, Vergaderstukken/Voordrachten, 1 maart 2011-8

Tekst van de regeling

inhoud

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.

Begripsbepalingen Art. 1.1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanschrijving: een schriftelijke aanzegging van het dagelijks bestuur aan een eigenaar op grond van de Woningwet om binnen een gestelde tijd voorzieningen als bedoeld in de Woningwet aan diens gebouw te treffen of verbeteringen aan te brengen;

  • b.

    het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum;

  • c.

    bouwkundige eenheid: een gebouw met belendingen of een aantal gebouwen of een complex dat een gezamenlijke eenheid vormt qua casco en/of fundering, opgericht in dezelfde bouwstroom en veelal naar ontwerp van één architect of één bouwkundige.

  • d.

    casco: de hoofdstructuur van een pand, in ieder geval bestaande uit:

    * dragende onderdelen (funderingen, gevels, balkdragende muren, kapconstructies en balklagen);

    * vloeren en trappenhuizen;

    * dakbedekkingen, goten en hemelafvoeren;

    * schoorstenen, rookkanalen, dakkapellen, kozijnen, ramen en deuren;

    d eigenaar: natuurlijke of rechtspersoon die de juridische of het economische eigendom heeft van een onroerende zaak;

  • e.

    fundering: de constructie, die de krachten uit het gehele bouwwerk overdraagt op een voldoende draagkrachtige grondlaag.

  • f.

    gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; onder gebouw wordt mede verstaan een gedeelte van een gebouw of een bouwkundige eenheid dat een zelfstandig geheel vormt;

  • g.

    funderingskwaliteit: kwaliteitsklasse van de fundering conform hetgeen is vastgelegd in de notitie Maatwerk, vastgesteld door het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum;

  • h.

    Maatwerk: de notitie Maatwerk is een door het dagelijks bestuur vastgestelde handleiding voor de handhavingsinspecteurs om een casco- en funderingsonderzoek op een adequate en complete manier uit te voeren.

  • i.

    monument (orde 1): een onroerende zaak die is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988, dan wel een onroerende zaak die is aangewezen als beschermd gemeentelijk monument zoals bedoeld in de vigerende monumentenverordening van het stadsdeel;

  • j.

    orde 2: bouwwerken van vóór 1940 die niet beschermd zijn op grond van de Monumentenwet of de gemeentelijke monumentenverordening, maar die vanwege hun architectonische kwaliteit, hun plaats in de stedenbouwkundige structuur en/of als toonaangevend element in de gevelwand een belangrijke bijdrage leveren aan het stadsbeeld.

  • k.

    orde 3: bouwwerken met waardering orde 3 zijn bouwwerken van vóór 1940, die wat schaal en detaillering betreft, passen in de gevelwand, maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben.

  • l.

    particuliere eigenaar: een eigenaar van een woning, niet zijnde een woningcorporatie

    l programma van eisen bouwkundige kwaliteit: een door het dagelijks bestuur vastgesteld handboek met toetsingscriteria en uitvoeringseisen ten aanzien van alle onderdelen die in geval van aanschrijving van een pand verbeterd dienen te worden;

  • m.

    programma van eisen Kwaliteit monumenten: door het dagelijks bestuur vastgestelde richtlijnen en uitvoeringseisen voor het behoud van de technische en monumentale kwaliteiten van beschermde gemeentelijke en rijksmonumenten.

  • n.

    raadscommissie: de commissie als bedoeld in art. 82 /m 83 en 86 van de Gemeentewet; zie ook Verordening op de stadsdelen art 22;

  • o.

    restauratie: herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van een monument en die het normale onderhoud te boven gaan;

  • p.

    voorziening: maatregelen strekkende tot herstel en verbetering van gebouwen.

Werkingsgebied. Art. 1.2

Deze verordening is van toepassing op het gebied van stadsdeel Centrum, met uitzondering van gebieden die zijn aangewezen als grootstedelijk project.

Reikwijdte. Art. 1.3
  • 1. Het dagelijks bestuur kan subsidie verlenen in de kosten tot het treffen van voorzieningen tot opheffing van gebreken aan de fundering.

  • 2. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op gebouwen met een ordewaardering 1, 2 of 3 niet zijnde rijksmonumenten, die eigendom zijn van een particuliere eigenaar.

Vaststellen subsidieplafond. Art. 1.4

De deelraad bepaalt jaarlijks, bij de vaststelling van de begroting, welke bedragen voor de uitvoering van deze verordening in het desbetreffende begrotingsjaar beschikbaar worden gesteld.

Aanvraagprocedure. Art. 1.5
  • 1. Voor het aanvragen van een subsidie wordt gebruikgemaakt van een door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier.

  • 2. Het dagelijks bestuur stuurt de aanvrager binnen twee weken een ontvangstbevestiging.

  • 3. Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst van de complete aanvraag. Hij kan deze termijn eenmaal met acht weken verlengen; daarvan stelt hij de aanvrager tijdig in kennis.

  • 4. Aanvragen die wegens het bereiken van het subsidieplafond niet kunnen worden gerhonoreerd, worden aangehouden tot het volgende begrotingsjaar. Aanvragen die ook in dat jaar niet kunnen worden gehonoreerd wegens het bereiken van het subsidieplafond, worden geweigerd. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Hardheidsclausule. Art. 1.6

Het dagelijks bestuur kan deze verordening buiten toepassing laten dan wel daarvan afwijken, voorzover de toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 2. Stimuleringsregeling voor eigenaren van gebouwen ter verbetering van de fundering van deze gebouwen

Vaststellen prioriteiten. Art. 2.1
  • 1. Aanvragen worden afgehandeld naar volgorde van indiening.

  • 2. Een aanvraag wordt geacht te zijn ingediend op het moment dat alle benodigde gegevens en bescheiden door het dagelijks bestuur zijn ontvangen.

  • 3. In het belang van stedelijke vernieuwing kan het dagelijks bestuur afwijken van het gestelde onder lid 1.

Te overleggen gegevens en documenten bij een aanvraag van de subsidie. Art. 2.2
  • 1. Bij de aanvraag dient te worden overgelegd:

    • a.

      een volledig ingevuld door het stadsdeel verstrekt aanvraagformulier

    • b.

      het bewijs van eigendom door middel van een gewaarmerkt recent uittreksel uit de kadastrale legger van het Rijkskadaster;

    • c.

      een offerte van de kosten;

    • d.

      indien verzocht, tekeningen op een schaal van 1 : 50 , aangevende de bestaande toestand en de toestand na het treffen van de voorzieningen; constructieberekeningen van de nieuwe fundering (zie ook f)

    • e.

      indien van toepassing, de lijst van te treffen voorzieningen of de door het dagelijks bestuur uitgebrachte aanschrijving krachtens de Woningwet;

    • f.

      een bouwtechnisch onderzoeksrapport van de fundering, opgesteld door het stadsdeel of een geldig door het dagelijks bestuur aanvaard document waaruit de kwaliteit van de fundering blijkt.

    • g.

      Uit de overlegde gegevens moet blijken dat na bouwkundig herstel de levensduur van het betrokken pand met 40 jaar wordt verlengd.

    • h.

      Indien vereist: een bouw- en/of monumentenvergunning.

Aan te wijzen voorzieningen en nadere eisen aan voorzieningen. Art. 2.3
  • 1. Het dagelijks bestuur kan nadere eisen stellen aan de wijze van uitvoering van de te treffen voorzieningen voor funderingsherstel, een en ander mede ten behoeve van de bescherming van het monumentaal-historisch karakter van gebouwen.

Verplichtingen met betrekking tot de uitvoering. Art. 2.4
  • 1. De subsidie funderingsherstel wordt verleend onder oplegging van de verplichting dat:

    • a

      binnen dertien weken na verlening of binnen een andere in de beschikking genoemde termijn een begin wordt gemaakt met de werkzaamheden en dit op een door het dagelijks bestuur beschikbaar gesteld formulier wordt gemeld aan de daartoe aangewezen instantie;

    • b

      binnen twee jaar na de datum van de verleningsbeschikking de werkzaamheden zijn voltooid en de eindafrekening is ingediend;

    • c

      de te treffen voorzieningen geheel zullen worden uitgevoerd door een ondernemer die beschikt over een vergunning als bedoeld in art. 3 van het Vestigingsbesluit bedrijven.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan op grond van onvoorziene omstandigheden desgevraagd toestaan dat een langere termijn geldt dan die vermeld in het eerste lid, onder a en b.

Weigeringsgronden van de aanvraag. Art. 2.5
  • 1. Het dagelijks bestuur wijst een aanvraag om subsidie funderingsherstel af, indien:

    • a

      het funderingsherstel niet de gehele bouwkundige eenheid betreft;

    • b

      aannemelijk is dat het gebouw na het treffen van voorzieningen niet voldoet aan het door het dagelijks bestuur vastgestelde programma van eisen bouwkundige kwaliteit van gebouwen; bij gemeentelijke monumenten indien aannemelijk dat het monument na het treffen van voorzieningen bovendien niet voldoet aan het door het dagelijks bestuur vastgestelde programma van eisen Kwaliteit monumenten.

    • c

      naar het oordeel van het dagelijks bestuur het gebouw mede voorzieningen behoeft die niet in het plan van te treffen voorzieningen zijn opgenomen;

    • d

      de voorzieningen niet voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit dan wel aan het bepaalde in de gemeentelijke Bouwverordening;

    • e

      via een andere subsidieregeling al subsidie (of een laagrentende lening) is verleend voor de ingediende werkzaamheden;

    • f

      er - wanneer er meer eigenaren van het gebouw zijn - er naar het oordeel van het dagelijks bestuur onvoldoende garanties zijn dat de uitvoering van de werkzaamheden op geeenschappelijke en in financieel en juridisch opzicht deugdelijke wijze zal plaatsvinden.

    • g

      met de werkzaamheden waarvoor wordt aangevraagd, wordt begonnen, voordat het dagelijks bestuur schriftelijk op de aanvraag heeft beslist.

    • h

      het pand een rijksmonument is.

Wijze van berekening Art. 2.6
  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de kosten voor het funderingsherstel van gebouwen minimaal € 5.000,- te bedragen.

  • 2. De subsidie bedraagt € 500 per m2.

  • 3. De maximale subsidie voor funderingsherstel bedraagt € 15.000,- per gebouw.

Vaststelling van de subsidie Art. 2.7

De vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden door het dagelijks bestuur zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Citeertitel Art. 2.8

Deze verordening kan worden aangehaald als de Subsidieverordening Beter Funderen stadsdeel Centrum. 

Datum van inwerkingtreding Artikel 2.9

De Subsidieverordening Beter Funderen stadsdeel Centrum treedt in werking één dag na publicatie in de Publicaties Stadsdeelbestuur.