Beleidsregels ten aanzien van het bewaren van houtopstanden

Artikel 1

Beleidsregels ten aanzien van het bewaren van houtopstanden De regels ten aanzien van het bewaren van houtopstanden zijn opgenomen in hoofdstuk 4 afdeling 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder: APV). Alle kapaanvragen worden getoetst aan deze regels waarna een kapvergunning wordt verleend of geweigerd. Bij deze toetsing vindt een afweging van belangen plaats en worden wettelijke voorschriften nader uitgelegd. Voor de afweging van belangen en de uitleg van de wettelijke voorschriften zijn beleidsregels vastgesteld, die hierna zijn vermeld.Kapvergunning In artikel 4.5.2. lid 1 van de APV staat dat het verboden is zonder vergunning van burgemeester en wethouders houtopstand te vellen of te doen vellen. Een houtopstand is hakhout, een houtwal of een of meer bomen, waarbij de stam een diameter heeft van 25cm of meer op 1,30 meter boven het maaiveld. Dit houdt een omtrek van de stam in van minimaal 78,5cm. Dit geldt overigens alleen voor bomen van particuliere eigenaren en niet voor gemeentelijke bomen. Voor gemeentelijke bomen geldt een stamdiameter van 10cm of meer op 1,30 meter boven het maaiveld. Dit correspondeert met een stamomtrek van minimaal 31cm. Hetzelfde geldt voor bomen die geplant worden in het kader van een opgelegde herplantplicht.Weigeringsgronden In artikel 4.5.3a van de APV worden een aantal weigeringsgronden genoemd. Het gaat om de volgende gronden: - De natuurwaarde van de houtopstand - De landschappelijke waarde van de houtopstand - De waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon- De beeldbepalende waarde van de houtopstand - De cultuurhistorische waarde van de houtopstand - De waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand. Op basis van een of meer van deze gronden kan een kapvergunning geweigerd worden. Bij aanwezigheid van een of meer weigeringsgronden kan een kapvergunning alleen verleend worden indien de belangen van de aanvrager zwaarder wegen dan de belangen die ten grondslag liggen aan de weigeringsgronden of als de conditie van de boom/bomen dusdanig is dat het niet reëel is om deze te handhaven. De conditie van de boom/bomen kan aanleiding zijn om een kapvergunning te verlenen als de stabiliteit van de boom/bomen verminderd is, de levensverwachting minder dan vijf jaar is of als de boom/bomen bij een VTA-onderzoek (Visual Tree Assesment) wordt afgekeurd. Voor bomen die in het kader van de herplantplicht worden geplant geldt dat zeer terughoudend wordt omgegaan met het verlenen van een kapvergunning totdat de bomen een stamdiameter van 25cm hebben bereikt.Hieronder wordt voor de verschillende waarden aangegeven wat daaronder moet worden verstaan.Natuurwaarde van de houtopstand: De boom of bomen bieden huisvesting aan, of is een belangrijke voedselbron voor beschermde dieren of planten en/ofDe boom of bomen zijn een belangrijke zaadbron voor een autochtoon ras (genetische waarde) en/ofDe boom of bomen zijn een onderdeel van een reeks elementen die een ecologische verbindingszone vormen, hetzij als verbinding, hetzij als 'stepping stone' (verblijfsgebied voor dieren en/of planten).Landschappelijke waarde van de houtopstand: De boom of bomen accentueren een karakteristiek landschappelijk element of structuur of vormen een herkenningspunt in het landschap en/ofDe boom of bomen vormen een onderdeel van een geheel intact zijnde boomgroep of uniforme laanbeplanting die een karakteristieke structuur in stad of landschap zichtbaar maakt.De waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon: De boom of bomen vormen een onderdeel van een geheel intact zijnde boomgroep of uniforme laanbeplanting die een karakteristieke structuur in stad zichtbaar maakt en/ofDe boom of bomen vormen een geheel met het omringende huis of huizen.De beeldbepalende waarde van de houtopstand: De boom of bomen zijn vanaf minimaal twee kanten duidelijk zichtbaar vanaf de openbare weg en hebben een voor de soort karakteristieke kroonvorm. De omtrek van de stam is minimaal 100cm. Het zou als een gemis worden ervaren als de boom of bomen zou verdwijnen en/ofDe boom of bomen hebben een karakteristieke vorm of een zeldzame omvang of een zeldzame soort of hebben een bijzondere standplaats en/ofDe boom of bomen vormen een uniforme laanbeplanting die karakteristieke structuur zichtbaar maakt.De cultuurhistorische waarde van de houtopstand:  Herdenkingsbomen, markeringsbomen en bomen met een bijzondere snoeivorm. Sommige bomen komen voor in lokale verhalen en legenden of hebben een bijzonder gebruik. Andere bomen hebben een duidelijk verband met de geschiedenis van een plaats of belangrijk persoon en/ofDe boom of bomen vormen een onderdeel van een cultuurhistorisch waardevol object.De waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand: De boom of bomen vormen een eenheid met de omringende bomen. De resterende boom of bomen zullen schade ondervinden bij verwijdering van de boom of bomen.

Herplantplicht Volgens artikel 4.5.5. / 4.5.6. van de APV kan het college van burgemeester en wethouders een herplant verbinden aan een kapvergunning. In de APV wordt echter niet aangegeven wanneer een herplant van toepassing is en waaruit de herplant moet bestaan. Hieronder volgt een toelichting waarin de bovenstaande artikelen uit de APV worden verduidelijkt.Herplant wordt niet opgelegd indien: - een kapvergunning wordt verleend voor een boom die te groot is voor de tuin; Het gaat om een boom die te groot is, niet om een boom die op een foutieve locatie (bijv. te dicht op een gevel) staat en daardoor overlast veroorzaakt.- een kapvergunning wordt verleend om een andere boom of bomen meer ruimte te geven;- voldoende groen (bomen) aanwezig is in de tuin en er geen ruimte is voor een nieuwe boom om zich goed te ontwikkelen. Het gaat dan met name om opgaande bomen en grote heesters waarbij leibomen en bolbomen niet meetellen;Herplant wordt opgelegd indien het bovenstaande niet van toepassing is maar:- een of meer van de weigeringsgronden van toepassing zijn maar de kapvergunning toch verleend wordt;- meerdere bomen tegelijk worden verwijderd;De herplant bestaat uit dezelfde soort als de boom die verwijderd wordt indien het een soort betreft die:- weinig voorkomt in Naarden (bijv. Liriodendron, Pterocarya);- karakteristiek is voor de directe omgeving (bijv. eiken en beuken voor het Valkeveens gebied, sierbomen voor Keverdijk);Een herplant kan bestaan uit een andere soort als het bovenstaande niet van toepassing is. In dat geval wordt verwezen naar een categorie uit de onderstaande tabel. Een herplant kan bestaan uit leibomen of ander vormbomen (bolbomen zoals bolacacia, bolcatalpa etc.) indien dit specifiek in de vergunning wordt genoemd als opgelegde herplant.Herplant: Familie waaruit gekozen kan worden:Boom van de 1e orde (uiteindelijke hoogte van meer dan 15 meter) Bijv.: Betula, Fagus, Fraxinus, Juglans, Metasequoia, Platanus, Populus, Quercus, Robinia, Salix, Taxodium, TiliaBoom van de 2e orde (uiteindelijke hoogte tussen 8 en 15 meter) Bijv.: Acer, Betula, Carpinus, Crataegus, Gleditsia, Morus, Ostrya, Prunus, Pyrus, Robinia, Sorbus, UlmusBoom van de 3e orde (uiteindelijke hoogte kleiner dan 8 meter) Bijv.: Amelanchier, Cornus, Laburnum, Malus, Parrotia, PrunusAls herplant wordt standaard de maat 14/16 opgelegd tenzij het een boom betreft die een diameter van minimaal 100cm heeft dan wordt maat 18/20 opgelegd. Betreft het een boom met beeldbepalende waarde dan kan een afwijkende maat worden opgelegd, afhankelijk van de situatie. Hetzelfde geldt voor een herplant die wordt opgelegd in het kader van een kap zonder vergunning, ook dan kan een afwijkende maat worden opgelegd.De herplant geldt voor het tuingedeelte waarvoor kapvergunning wordt verleend. Als de boom of bomen waarvoor kapvergunning is verleend in de achtertuin staat dan dient de herplant ook in de achtertuin plaats te vinden tenzij anders vermeld wordt in de vergunning.Aan de herplantplicht moet voldaan zijn een jaar na afgifte van de kapvergunning en twee jaar lang herhaald worden bij het niet slagen van de herplant. Hier kan vanaf worden geweken bijvoorbeeld bij een bouwvergunning. In zo'n geval kan de herplantplicht ingaan op de dag van de gereedmelding van de bouw.Kap zonder vergunningVolgens artikel 4.5.6. van de APV kunnen burgemeester en wethouders een herplantplicht opleggen, in het geval dat een houtopstand zonder vergunning is geveld, of als deze op andere wijze teniet is gegaan. Als vorenstaande geconstateerd wordt dan kan het college van burgemeester en wethouders conform bovenstaande regels een herplant opleggen.Bij het constateren van een kap zonder vergunning wordt altijd aangifte gedaan bij de politie in verband met het overtreden van de regels uit de APV.Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden na 15 februari 2007 in werking op de eerste dag na de datum van de openbare bekendmaking in de Naarder Koerier.Aldus vastgesteld in de B&W-vergadering van 9 januari 2007.de secretaris,                   de burgemeester,R. Kool                            dr. J.P. RehwinkelAdviesformulier behorende bij een aanvraag om een kapvergunningDatum aanvraag: 2006 Registratienummer IZ: ink06. Naam aanvrager: Adres aanvrager: Postcode en woonplaats: Telefoonnummer: Vergunning gevraagd voor: het kappen van staande omtrek:

Motivatie:

Is er sprake van natuurwaarde? ja/nee  

Is er sprake landschappelijke waarde? ja/nee  

Is er sprake van waarde in het kader van stads/ en dorpsschoon? ja/nee  

Is er sprake van beeldbepalende waarde? ja/nee  

Is er sprake van cultuurhistorische waarde? ja/nee  

Is er sprake van waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand? ja/nee

Vergunning:○ verlenen ○ weigeren  

Herplantplicht opleggen: ○ ja ○ nee  

Soort: Maat: Locatie: Motivatie voor de herplantplicht:Termijn voor de herplantplicht:Datum advies: Paraaf adviseur: