Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Rijnwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingVerordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Rijnwoude
Citeertitel"Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Rijnwoude"
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpRekenkamercommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 81o, 84 en 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-02-201111-10-2014Nieuwe Regeling

27-01-2011

Rijnwoude Koerier, 09-02-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Rijnwoude

De raad van de gemeente Rijnwoude

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende verordening op de rekenkamercommissie Rijnwoude:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    Wet: Gemeentewet;

  • ·

    commissie: rekenkamercommissie;

  • ·

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • ·

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • ·

    raad: gemeenteraad van Rijnwoude;

  • ·

    leden: leden niet zijnde raadsleden van de Gemeente Rijnwoude en/of burgerleden van een raadscommissie van de Gemeente Rijnwoude.

  • ·

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Rijnwoude bedoeld in artikel 2.

  • ·

    vergadering: bijeenkomst van de rekenkamercommissie alsmede andere overlegsituaties waar een lid/ leden van de rekenkamercommissie aanwezig is/zijn met het mandaat van de voltallige commissie.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet.

  • 3. De commissie bestaat uit 5 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van vierjaar aangewezen. Leden zijn in principe één keer herbenoembaar.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de leden zijn de artikelen 12,15, 81f en 81g van de Wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. Leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 3. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden is het gestelde in de Verordening vergoeding externe leden commissie voor de bezwaarschriften, externe leden gemeentelijke rekenkamercommissie en burgerlid Welstandscommissie van toepassing.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris op voordracht van de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Daarin wordt met betrekking tot besluitvorming in de commissie in ieder geval vastgelegd dat:

  • -

    in de vergadering van de commissie besloten wordt bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft;

  • -

    interne leden standpunten innemen en stemmen zonder last of ruggespraak met de raad of raadsfracties;

  • -

    wanneer de stemmen staken, de stem van de voorzitter doorslaggevend is;

  • -

    besluiten niet genomen kunnen worden tenzij 3 leden van de commissie ter vergadering aanwezig zijn.

Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde selectie van onderwerpen en opzetten worden door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij de raad daarvan met redenen omkleed in kennis stellen.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken. De commissie kan deze bevoegdheid mandateren aan de secretaris en aan ( in te huren ) onderzoeksmedewerkers.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als de voorzitter of tenminste twee andere leden nodig achten.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. De commissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport en de conceptaanbevelingen kenbaar te maken.

  • 10. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 11. Vóór 1 april biedt de commissie aan de raad een schriftelijk verslag van haar activiteiten in het voorgaande kalenderjaar aan. Daarin wordt tevens verantwoording afgelegd voor de besteding van het in artikel 11 bedoelde budget.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de leden;

    • b.

      de ambtelijke secretaris;

    • c.

      onderzoeksmedewerks;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Ondertekening stukken

De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris

Artikel 13 Voorziening

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking binnen acht dagen na publicatie ervan.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Rijnwoude.

Ondertekening

Bij dit besluit heeft de raad zich gebaseerd op:

- Het voorstel van het Presidium van de raad van Rijnwoude d.d. 4 oktober 2010 en 17 januari 2011.

- Behandeling in de commissie BMO d.d. 28 oktober 2010.

- Artikel 81o, 84 en 147 van de Gemeentewet.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijnwoude,

d.d. 27 januari 2011,

de griffier, de voorzitter,

Artikelgewijze toelichting

Toelichting Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

In deze modelverordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee willen wij voorkomen dat gemeenten in de verordening een eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten. Voor de duidelijkheid; een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur omvat géén controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet.

Toelichting Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met 5 externe leden. De raad bepaalt zelf hoeveel leden de rekenkamer zal hebben. Gekozen is voor een samenstelling van 5 leden, inclusief de voorzitter, van buiten de gemeenteraad en commissie.

De taak van de rekenkamercommissie is herleid aan het bepaalde in artikel 182 van de Gemeentewet. Onderzoek wordt uitgevoerd naar ( maatschappelijke ) effecten van gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffend van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie. Ook is dergelijk onderzoek mogelijk bij instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. Denk hierbij aan gemeenschappelijk regelingen waaraan de gemeente deelneemt en gesubsidieerde privaatrechtelijke rechtspersonen.

Toelichting Artikel 3

In het tweede lid is een zittingstermijn van vier jaar genoemd. Doordat de twee nieuwe leden niet tegelijk met de reeds zittende leden worden benoemd ontstaat overlap. Daarmee wordt continuïteit bereikt in de ervaring bij de leden met het werk van deze commissie bij zowel reguliere als ook bij een onvoorziene wisseling van de bezetting van de commissie.

Toelichting Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Toelichting Artikel 6

In dit artikel is het recht op de vergoeding die de leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd. De vergoeding wordt gebaseerd op het gestelde in de Verordening vergoeding externe leden commissie voor de bezwaarschriften, externe leden gemeentelijke rekenkamercommissie en burgerlid Welstandscommissie.

Onder vergadering wordt tevens verstaan een gemandateerde overlegsituatie (zie artikel 1). In dit geval komen de leden van de rekenkamercommissie eveneens voor een vergoeding in aanmerking. Dit sluit aan bij de ontstane praktijk, waarmee voorkomen wordt dat bij elke overlegsituatie de aanwezigheid van de voltallige rekenkamercommissie gewenst is.

Toelichting Artikel 7

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad benoemd op voordracht van de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 8

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde kunnen zaken geregeld worden zoals de rol van de voorzitter, het bijeenroepen van de commissieleden voor een vergadering, stemmingen, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts.

In dit artikel zijn met betrekking tot de besluitvorming in de vergadering van de commissie enkele voorwaarden vastgelegd, welke in ieder geval als zodanig in het reglement moeten worden opgenomen.

Toelichting Artikel 9

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercom-missie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor de redenen aan de raad mededelen.

Toelichting Artikel 10

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Vervolgens wordt het college de gelegenheid geboden om te reageren op het conceptonderzoeksrapport en de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Jaarlijks dient de commissie een jaarverslag van haar activiteiten aan te bieden aan de gemeenteraad.

Eventueel zouden zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in een reglement van orde verder kunnen worden geregeld.

Toelichting Artikel 11

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Toelichting Artikel 12 ,13, 14 en 15.

Deze artikelen behoeven geen toelichting.